De onmogelijkheid om tijdens zwangerschapsverlof extra verlofuren te sparen levert geen verboden discriminatie op.

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 3-08-2004

Op grond van de werktijdenregeling van de provincie Overijssel (Wtr) kan een medewerk(st)er per kalenderjaar meer uren inroosteren dan de voorgeschreven arbeidsuren per jaar. De spaaruren die hierdoor worden opgebouwd worden omgezet in vrije tijd in het desbetreffende kalenderjaar, tenzij sprake is van een meerjarige afspraak. Betrokkene heeft van deze regeling gebruik gemaakt. Echter, in verband met het door haar genoten zwangerschaps- en bevallingsverlof, is er op grond van artikel 10 van de Wtr 38,4 uur op haar verlof in mindering gebracht. Betrokkene voert aan dat dit een ongelijke behandeling is ten opzichte van ambtenaren die wegens ziekte afwezig zijn. Gedeputeerde Staten hebben aangegeven dat de ratio achter deze regeling is dat zwangerschaps- en bevallingsverlof een vorm van verlof is en binnen verlofvormen geen extra uren kunnen worden gespaard, omdat er in die periode ook niet extra wordt gewerkt. De Raad komt tot de conclusie dat het ontbreken van de mogelijkheid om gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof (extra) verlofuren, boven de formele arbeidstijd, te sparen niet in strijd is met het internationaal of nationaal recht.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AP5382

Zie het origineel