Nederlands Uitgeversverbond

E-mail code

Op 7 juli 2004 is minister Brinkhorst van Economische Zaken nader ingegaan op de vragen die Tweede Kamerlid M. van Dam (PvdA) had gesteld over de Code Verspreiding Reclame via E-mail. Volgens de minister staat niet in de Code, dat het geven van toestemming voor verzending van e-mail door middel van het aanvinken van een vakje dient te geschieden. De Code bepaalt alleen, dat dit door middel van een actieve handeling moet plaatsvinden. De voorwaarden voor de wijze waarop kan worden ingestemd met toezending van e-mail voor onder meer commerciële doeleinden, staan in de Telecommunicatiewet. Een toestemming dient aan een aantal criteria te voldoen. Zo moet er sprake zijn van een vrije wilsuiting en dient er duidelijkheid te bestaan over welke soort verwerking van welke gegevens voor welk doel er plaatsvindt (gerichte toestemming). Verder dient de betrokkene zodanig te worden geïnformeerd, dat hij begrijpt waarvoor hij toestemming geeft (informed consent). Als aan deze criteria wordt voldaan en de betrokkene vervolgens zijn toestemming geeft door het aanvinken van een vakje, dan is deze aanmeldingwijze volgens de minister in overeenstemming met de eisen van de Telecommunicatiewet. De bewijslast voor de gegeven toestemming ligt bij de verzender van de e-mail. De verzender doet er dan ook goed aan het door hem aangewende systeem voor het verkrijgen van toestemming zodanig in te richten dat hij aan die bewijslast kan voldoen. Een systeem van confirmed opt-in kan daaraan volgens de minister bijdragen. De minister vindt verder dat er geen verwarring ontstaat doordat de Reclame Code Commissie toeziet op de naleving van de Code e-mail, terwijl de OPTA is belast met de handhaving van het spamverbod in de Telecomwet en daarvoor reeds de website www.spamklacht.nl heeft opgezet. De minister benadrukt nog eens, dat hij de totstandkoming van de Code als positief beschouwd en dat de sector hiermee blijk geeft van betrokkenheid bij de overlast die door spam wordt veroorzaakt en van een positieve houding om deze overlast voor de consument te beperken.