Staatsbosbeheer

inrichtingsmaatregelen werpen vruchten af., 10 augustus 2004

In het natuurgebied de Oostvaardersplassen, gelegen tussen Lelystad en Almere, broeden al jaren lepelaars en verschillende andere reigersoorten. Zoals dat gaat in een moerasgebied zijn de aantallen broedparen niet elk jaar gelijk. De laatste jaren echter, is er duidelijk een stijging van de aantallen broedparen reigerachtigen, en lepelaars, waar te nemen.

Verschillende soorten.
Kort na het ontstaan van de Oostvaardersplassen, (begin jaren 70.) werden al snel blauwe reigers en enkele lepelaars gezien. Ook vestigde zich enkele grote zilverreigers. Van de blauwe reiger en lepelaar bleven de aantallen beperkt tot enkele tientallen, terwijl de grote zilverreiger slechts met 2 á 3 paren het gebied bevolkte. Met het ouder worden, en het zich verder ontwikkelen van het moerasgebied, nam ook de geschiktheid voor deze vogelgroep toe. Nu herbergt het gebied maar liefst 203 broedparen lepelaars, circa 50 paar blauwereigers, 43 paar grote zilverreigers en 22 paar kleine zilverreigers. Ook de in het verborgene levende roerdomp is goed vertegenwoordigd in het moeras, maar aantallen hiervan zijn moeilijk te geven omdat de roerdomp er een zeer verborgen levenswijze op na houd. De laatste telling leverde maar liefst 50 broerparen op. 10% van het totale aantal in Nederland.

Bijzondere gasten.
Alsof deze verscheidenheid aan vogels nog niet genoeg is, komen er van heinde en verre ook vogels naar de Oostvaardersplassen toe, die in ons land maar zelden worden waargenomen. Bij het ontstaan van de Oostvaardersplassen vielen destijds vogels zoals de grote zilverreiger en lepelaar ook onder deze noemer, terwijl deze nu dagelijks in het veld zijn waar te nemen. Nieuwe, bijzondere, gasten zijn op dit ogenblik 3 zwarte ooievaars, en 2 purperreigers. Het is al voor het 3e jaar achteréén dat de zwarte ooievaars de Oostvaardersplassen aan doen. Hoepelijk volgt de zwarte ooievaar het voorbeeld volgt van de grote zilverreiger, en vestigt hij zich permanent in de Oostvaardersplassen.

Uitermate geschikt
Al weer enkele jaren geleden heeft Staatsbosbeheer in het drogere gedeelte van de Oostvaardersplassen de oorspronkelijke inrichtingsmaatregelen afgerond een aantal grote poelen en sloten aangelegd. De bedoeling hiervan was om het aandeel kleinschalig, helder open water te vergroten. De verwachting was, dat hierdoor de voedselomstandigheden voor met name lepelaars en andere reigerachtigen zou worden verbeterd. Met de huidige toename van de aantallen reigerachtigen is wel duidelijk geworden dat deze inrichtingsmaatregelen succesvol zijn geweest. Niet alleen reigerachtigen, maar ook grote aantallen eend-achtigen en ganzen profiteren van deze poelen. Door de aanleg van deze poelen zijn de Oostvaardersplassen nóg completer en geschikter geworden voor deze vogelgroepen die elders in Europa hun leefgebied ernstig bedreigt zien.

Zelf observeren.
Rond de Oostvaardersplassen zijn diverse gelegenheden waar men zélf lepelaars en grote zilverreigers kan waarnemen. Vooral de ondiepe plassen bij de Knardijk zijn momenteel zeer in trek bij lepelaars. Vanuit de observatiehutten de Kluuten de Grauwe Gans zijn altijd wel vogels te zien. Zelfs vanuit het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer aan de Knardijk heeft men een goede kans om lepelaars en grote zilverreigers te zien. Maar ook vanaf de uitkijkpunten langs het Jan van den Bosch pad bij Almere kan het bijna niet missen om een lepelaar of grote zilverreiger in beeld te krijgen. Het verdient aanbeveling, om in ieder geval een verrekijker of telescoop mee te nemen.