Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Buijs over de salarissen in de zorg. (2030417230)

1
Herinnert u zich de uitzending van NOVA van 24 juni jl., waarin de salarissen van directeuren in de zorg centraal stonden?

1
Ja.

2
Herinnert u zich de toezeggingen die u de Kamer tijdens het mondelinge vragenuur deed ten aanzien van de salarissen van directeuren in de zorg? 1)

2
Ja.

3
Bent u op de hoogte van het bericht dat tientallen directeuren van zorginstellingen een uitkering voor vervroegd uittreden ontvangen, toch blijven doorwerken en daardoor bijna een dubbel salaris ontvangen? 2)

3
Ik heb de berichten in de diverse media gelezen en gehoord dat er zorgdirecteuren zijn die hun OBU (=overbruggingsuitkering) van het PGGM combineren met een betaalde baan.

4
Bent u op de hoogte van de regeling (de OBU-regeling) die het directieleden en andere hoogbetaalde zorgfunctionarissen mogelijk maakt hun inkomen tot 180% te verhogen? 3)

4
Ik ben ervan op de hoogte dat het PGGM een regeling kent die het iedereen die een OBU krijgt, toestaat om zonder anticumulatie daarnaast ook inkomen uit arbeid te verwerven (dit is dus niet beperkt tot alleen directieleden en hoogbetaalden). Daarmee heeft de OBU eenzelfde karakter gekregen als een prepensioenregeling, die immers ook niet wordt gekort wegens bijverdiensten. Dat paste in het perspectief dat de van VUT naar prepensioen omgebouwde OBU op termijn toch al niet meer kon worden geanticumuleerd (een uitkering voor prepensioen kan immers door het opbouwkarakter ervan niet geanticumuleerd worden voor bijverdiensten zoals dat voor een door omslag gefinancierde VUT-uitkering wél voor de hand lag).
Gelet op de krappe arbeidsmarktverhoudingen ten tijde van die ombouw van VUT naar prepensioen vonden sociale partners betrokken bij het PGGM het in 2000 wenselijk eerder te stoppen met het anticumuleren van bijverdiensten bij een OBU om zo een bijdrage te leveren aan het verminderen van de spanning op de arbeidsmarkt. Van de in totaal zo'n vijfduizend mensen die van deze door het PGGM geboden mogelijkheid gebruik maken, zijn er naar schatting van het PGGM inderdaad enkele tientallen hoogbetaalden.

5
Deelt u de mening dat indien deze berichten op waarheid berusten het des te meer noodzakelijk is de salarissen van directeuren in de zorg aan een nader onderzoek te onderwerpen?

5
De noodzaak van transparantie en van een (maatschappelijk) verantwoord beloningsniveau voor leden van de Raden van Bestuur in zorginstellingen neemt door deze berichten niet toe. Die noodzaak bestond immers al.
Overigens wordt de exploitatie van de betrokken instellingen waar OBU-ontvangende directeuren werkzaam zijn niet extra belast. Op de exploitatie blijft immers maar één directeurssalaris drukken en daar staan de van de betrokken directeur gevraagde prestaties tegenover.

6
Wilt u de OBU-regeling betrekken bij de analyse en het plan van aanpak die u voornemens bent in september naar de Kamer te sturen?

6
De analyse wordt gemaakt op basis van de gegevens in de jaarverslagen van de zorginstellingen. Deze jaarverslagen verantwoorden alleen de kosten die de instelling maakt voor de bestuurders en dus niet de inkomens die de leden van de Raden van Bestuur uit anderen hoofde genieten. Daardoor is het niet mogelijk om het hebben van meerdere inkomensbronnen door leden van Raden van Bestuur bij de analyse te betrekken.

1) Mondelinge vragenuur, dinsdag 29 juni jl., vraagnummer 2030416792 2) Dagblad van het Noorden, 2 juli jl.
3) Idem


---- --