Partij van de Arbeid


Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040


Den Haag, 11 augustus 2004


Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken


over de straffeloosheid van het ad-hoc Oost-Timor tribunaal.


1.


Hebt u kennisgenomen van het artikel Indonesiërs gaan vrijuit voor Oost-Timor over het alsnog vrijuit gaan van eerder wegens schendingen van de mensenrechten in Oost-Timor in 1999 veroordeelde hoge Indonesische officieren?


2.


Deelt u de mening dat met deze uitspraak, waardoor de nog enige twee verantwoordelijken voor het geweld rondom het referendum in augustus 1999 Oost-Timorese burgers zou betreffen, het Indonesische tribunaal voor Oost-Timor een farce is geweest?


3.


In hoeverre deelt u de zorgen dat het uitblijven van strafoplegging aan Indonesische militairen, ondanks het belang dat ook door Nederland als bilaterale donor van hervormingsprogramma s aan hervormingen wordt gehecht, het signaal afgeeft dat het schenden van mensenrechten niet wordt afgestraft, waardoor straffeloosheid in Indonesië, wellicht ook in conflictgebieden als Atjeh en Papoea, in stand zal worden gehouden?


4.


Aangezien het ad-hoc Oost-Timor tribunaal ook door de Nederlandse overheid gezien werd als een testcase voor de geloofwaardigheid van de Indonesische overheid , wat zijn de volgende stappen die u als minister van Buitenlandse Zaken of bij voorkeur als voorzitter van de EU, richting de Indonesische overheid in deze zaak zal ondernemen?


5.


Aangezien u in het AO op 11 februari 2004 hebt gezegd dat Nederland het zou toejuichen indien er vanuit de VN enige vorm van follow-up zou komen na aanleiding van de onbevredigende gang van zaken rond het tribunaal , kunt u toelichten welke mogelijkheden er volgens u wat betreft follow-up zijn, naar welke mogelijkheden de voorkeur van de Nederlandse overheid uitgaan en wat op dit moment de stand van zaken is aangaande deze mogelijkheden?


6.


In hoeverre is uw inziens bij een mogelijke follow-up ook ruimte om de niet voor het ad-hoc tribunaal gedagvaarde verdachte generaal Wiranto, die in 1999 chef-staf van het Indonesische leger was en volgens VN-onderzoekers de hoogst verantwoordelijke voor het geweld dat uitbrak toen de Oost-Timorezen in een door de VN gecontroleerd referendum kozen voor afscheiding van Indonesië, te vervolgen?


7.


Kunt u de Kamer in het licht van bovengenoemde, tevens informeren gezien alle politieke, diplomatieke en juridisch relevante drukmiddelen al zijn benut - inzake de verdere mogelijkheden in de formeel nog niet afgesloten zaak van de berechting van de daders van de moord op Sander Thoenes , één van de best gedocumenteerde casussen, die niet voor het ad-hoc Oost-Timor tribunaal is gebracht?


8


Hebt u kennisgenomen van het Rapport van de Indonesische mensenrechtenorganisatie Komnas HAM over de ernstige mensenrechtenschendingen in Papua ? Hoe beoordeelt u dit Rapport?


9


Welke maatregelen neemt u als voorzitter van de EU als het gaat om de situatie in Papua en het Europese wapenexportbeleid ?


Volkskrant 7 augustus 2004


Brief van de Min BuZa inzake de actuele situatie in Indonesië, 9 juli 2002 buza020309


AO Indonesië 11 februari 2004


15 maart 2004, Indonesië; Verslag algemeen overleg van 11 februari 2004 over Indonesië