OR-leden zijn aan zet bij topinkomens

LEUSDEN, 20040709 -- Minister De Geus wil de wet zo wijzigen dat ondernemingsraden informatie krijgen over de inkomens van bestuur en commissarissen. Dat is het moment om bestuurders die veel willen verdienen naar huis te sturen



De ondernemingsraad krijgt informatierecht over de topinkomens. Volgens een brief van minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer van 29 april 2004, zal in de komende wijziging van de Wet op de Ondernemingsraden daarvoor een artikel worden opgenomen.
Dat recht is van toepassing voor de ongeveer drieduizend ondernemingen met meer dan honderd werknemers, die verplicht een jaarrekening moeten opstellen. En ook voor (semi)overheidsorganisaties met meer dan honderd werknemers. Het gaat om informatie over de beloningsverhoudingen tussen enerzijds bestuur en commissarissen en anderzijds groepen in de onderneming werkende personen.


Nu de ondernemingsraad informatierecht krijgt over het beloningsbeleid van de top van de onderneming, moet de raad ook zeggen wat hij van die verhoudingen vindt. Wel informatie krijgen en
geen mening geven is wat te flauw. En de achterban zal toch ook wel willen weten wat de gekozen vertegenwoordiging van het beloningsbeleid van de top vindt.


Wat doet de ondernemingsraad met de bekende argumenten zoals: 'het beloningsbeleid moet afgestemd worden op internationaal niveau'; 'bestuurders dreigen met vertrek van de top naar het buitenland'; 'de raad van commissarissen kan anders geen goede mensen vinden'.
Zou de ondernemingsraad kunnen zeggen dat die argumenten onzin zijn? Het lijkt mij wel.


Volgens de raad van commissarissen (rvc) en ook de algemene vergadering van aandeelhouders (ava) moeten deze argumenten zwaar wegen. In het afgelopen halfjaar hebben ze de doorslag gegeven bij de grote verhogingen van beloningen van de raad van bestuur (rvb) van enkele multinationals. Moet de ondernemingsraad nu ook deze argumenten zwaar laten wegen? Moet de raad luisteren naar de klachten van bestuur of directie en commissarissen over de dreiging van vertrek en de internationale druk?
Dat lijkt mij niet. Het is merkwaardig dat de discussie over de beloningen aan de top nu ontstaat. Jarenlang is er geen woord besteed aan die zogenaamde grote verschillen tussen de Nederlandse beloningen en die op internationaal niveau. Maar juist nu, in een klimaat van inkrimping, versobering en bezuinigingen ontstaat die discussie. Een klimaat dat beheerst wordt door een beperkte visie, gebaseerd op geld. En in die discussie hebben natuurlijk de financieel georiënteerde mensen, de boekhouders, het voor het zeggen want die nemen de besluiten.


Het zijn die boekhouders die denken dat de winst van de onderneming komt door kostenbesparingen en werktijdverlenging en dat groei alleen ontstaat door overnames. Die beperkte visie, die landelijk op allerlei gebieden blijkt, zien we nu ook in de onderneming. En natuurlijk zien die boekhouders ook hun belangen alleen als een financieel belang. Zo komen we in de verkeerde discussie over de verkeerde onderwerpen. Bij alles wat gedaan wordt zien die bestuurders eerst en vooral de financiële kant. Met inkrimpen en afslanken gaat het alleen om kostenbesparingen en hogere winst. Alsof dat het enige belang van de onderneming is. Zonder werknemers en organisatie en toeleveranciers en overheid is er geen onderneming in stand te houden. Waarom zijn er geen investeringen in opleidingen en ontwikkeling van personeel, geen bevordering van een grotere betrokkenheid?
Er is een landelijke initiatief totstand- gekomen om innovatiever te worden. Daarbij is kennis en kunde heel belangrijk. Dat is precies wat medewerkers bijdragen aan een onderneming. In een op kennis gerichte economie moet bij de overgrote meerderheid van de ondernemingen het menselijk kapitaal centraal staan. En daar wordt het omgekeerde mee gedaan dan nodig is voor innovatie. Zonder investeringen daarin loopt de concurrentiekracht terug. Niet investeren betekent dan ook kapitaalvernietiging.
Er wordt wel een innovatieplatform opgericht maar het komt niet echt van de grond, want er is geen draagvlak voor in raden van bestuur en bij commissarissen. Daar wordt vooral gedacht in financiële termen, dat blijkt ook uit de discussie over de eigen beloningen. De verkeerde mensen met de verkeerde oriëntatie besturen de ondernemingen.
Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat in de top van het Nederlandse bedrijfsleven een groot gebrek aan ondernemerskwaliteiten, zoals innovatiedeskundigheid, ontstaat. Met minder personeel en goedkopere arbeidskrachten met langere werktijden zijn we de weg terug aan het bewandelen. In de loop van de vorige eeuw is steeds door technologische vernieuwing de werktijd teruggebracht en de welvaart toegenomen. Waarom zou dat nu niet meer kunnen? Het is het personeel dat zorgt voor ontwikkeling en verbeteringen. Waarom geen verbeteringen voor het functioneren van de ondernemingsraad in plaats van een uitgeklede Wet op de Ondernemingsraden? Bij het vertrek van personeel is de kans verkeken dat dat personeel een extra bijdrage levert aan de winst. Ondernemingen moeten juist investeren in personeel.


Nu de eerste sigarenrook opgetrokken is van de aandeelhoudersvergaderingen en de foto's van de slapende aandeelhouder op de aandeelhoudersvergadering van Philips de voorpagina van de krant haalden, is het wel duidelijker geworden: we hoeven niet te verwachten dat de aandeelhouders bezwaar gaan maken tegen de riante salarissen en de stijgingen daarvan in de top van het bedrijfsleven. Het is een illusie. 'Geef de raad van bestuur maar wat meer, dan hebben wij dat straks ook', zo zal de redenering van de aandeelhouder zijn.


Ondernemingsraden, laat de leden van de raad van bestuur die meer willen verdienen gerust naar huis gaan en zoek mensen met andere deskundigheden, die niet alleen gaan voor het geld maar het belang zien van het investeren in mensen.


Cor P. Berkel is senior adviseur BPO Adviesgroep