Partij van de Arbeid


Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040


Den Haag, 12 augustus 2004


Nadere vragen van het lid Hamer (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


over het niet afnemen van de Cito-toets in Amsterdam bij achterstandsleerlingen


1.


Baart het u geen zorgen dat door het niet afnemen van de Cito-toets hele groepen leerlingen bij voorbaat door de school worden uitgesloten van doorstroming naar de theoretische leerweg of een hoger niveau? Zo niet, welke overwegingen liggen daaraan ten grondslag?


2.


Meent U dat basisscholen nimmer voor verrassingen kunnen komen te staan, als scholieren bij de Cito-toets een duidelijk ander niveau blijken aan te kunnen dan zij tot dan toe hadden ingeschat? Welke aanwijzingen heeft u dan daarvoor?


3.


Schiet de Cito-toets naar uw mening niet tekort als zij haar advies niet nader differentieert naar de verschillende leerwegen die voorkomen binnen de onderwijsvorm van het vmbo, die immers 60 % van de leerlingenpopulatie opleidt?


Toelichting: deze nadere vragen gaan in op de beantwoording door de minister van de eerdere vragen van het lid Hamer op stuk 2030417350 naar aanleiding van het artikel in Het Parool van 3 juli 2004.