Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 FNV Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 De heer L. de Waal, voorzitter
Postbus 8456
1005 AL Amsterdam

Uw brief Ons kenmerk
4 augustus 2004 AV/CAM/04/56598

Onderwerp Datum
Wijziging AVV-beleid 12 augustus 2004

Geachte heer De Waal,

Bij brief van 4 augustus jl. heeft u de gezamenlijke opvattingen van de drie centrale werknemersorganisaties FNV, CNV en MHP aan mij kenbaar gemaakt omtrent enerzijds de voorgenomen wijziging van het beleid betreffende het algemeen verbindend verklaren (AVV) van CAO-bepalingen die contractloonstijgingen inhouden en anderzijds de implicaties van het wetsvoorstel beperking van bovenwettelijke aanvullingen op de verplichte gedeeltelijke loondoorbetaling in het tweede ziektejaar (Baltz) voor het AVV'n van CAO-bepalingen betreffende bovenwettelijke loonaanvullingen in het tweede ziektejaar.

Ik dank u voor uw reactie. Ik heb uw opvattingen meegewogen bij mijn definitieve Besluit. Ter toelichting daarop en meer in het bijzonder in antwoord op uw schrijven bericht ik u het volgende.

Aan de hand van mijn brieven van 1 en 8 juli jl. heb ik de leden van de Stichting van de Arbeid om hun opvattingen gevraagd omtrent de in de genoemde brieven opgenomen voorstellen. Alle partijen die in de Stichting van de Arbeid zijn vertegenwoordigd hebben inmiddels hun opvattingen aan mij kenbaar gemaakt. Het staat partijen vrij om afzonderlijk dan wel gezamenlijk, al dan niet in het verband van de Stichting van de Arbeid, hun standpunten te verwoorden. Het lijkt mij niet zinvol en noodzakelijk alsnog de Stichting van de Arbeid als geheel om een reactie te vragen. De gemaakte opmerkingen bieden voor mij geen aanleiding om de voorgenomen wijziging van het AVV-beleid niet door te laten gaan.

2

De drie centrale werknemersorganisaties wijzen de in mijn brief van 1 juli jl. opgenomen voorgenomen wijzigingen van het huidige AVV-beleid op basis van verschillende argumenten principieel af. De gehanteerde argumenten zijn m.i. terug te voeren tot in essentie de volgende twee items:

- Het voorgenomen selectief AVV-beleid brengt een ontoelaatbare interventie in het domein van de vrije onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden met zich mee.
- De stelling dat elke overschrijding van de nullijn strijdig is met het algemeen belang wordt niet onderbouwd en het begrip `algemeen belang' heeft een politieke invulling gekregen.

Naar de opvatting van het kabinet is er bij het nieuwe AVV-beleid geen sprake van interventie in de vrije collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden. Het uitoefenen van het recht op vrije onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden bepaalt echter niet de wijze waarop het AVV-beleid inhoud dient te worden gegeven. De wet AVV regelt dat de beslissing tot het AVV'n van CAO-bepalingen een discretionaire bevoegdheid van de minister van SZW is. Dit brengt met zich mee dat er geen onoverkomelijke bezwaren kunnen zijn om de te hanteren criteria af te stemmen op onder andere de sociale en economische omstandigheden. Dit kan daarentegen juist een wenselijke invulling van het beleid zijn.

Het kabinet is van mening dat contractloonstijgingen in de marktsector schadelijk zijn voor het herstel van de economische groei en werkgelegenheid en wijst op de negatieve gevolgen van een dergelijke contractloonontwikkeling voor de solidariteit tussen enerzijds marktsector en publieke sector en anderzijds werkenden en werkzoekenden. Het niet meer gelden van de loonafspraak voor het jaar 2005, zoals was opgenomen in het Najaarsakkoord 2003, brengt een vergroot risico met zich mee dat er contractloonstijgingen worden overeengekomen. Dit is voor het kabinet dan ook aanleiding geweest om het bestaande AVV-beleid te herzien, aangezien het kabinet niet via het AVV-instrument wenst mee te werken aan de totstandkoming van dergelijke contractloonstijgingen. Concreet omhelst het nieuwe beleid dat CAO-loonbepalingen die voor AVV worden voorgelegd in de periode van
1 november 2004 tot en met 31 december 2005 en waarbij sprake is van contractloonstijgingen niet in aanmerking komen voor AVV.

De tekst van het Besluit tot wijziging van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen die ter publicatie is voorgelegd aan de Staatscourant is ter kennisname toegevoegd.

Ten aanzien van de gevolgen van het wetsvoorstel Baltz voor het huidige AVV-beleid constateer ik dat de centrale werknemersorganisaties begrip hebben voor de keuze van het kabinet om CAO-bepalingen die resulteren in bovenwettelijke loonafspraken niet in aanmerking te laten komen voor AVV. De wettelijke sancties die dergelijke loonafspraken met zich zouden meebrengen lijken ook in uw ogen een dergelijke keuze te rechtvaardigen. U geeft echter verder aan dat het wetsvoorstel Baltz naar uw opvatting in strijd is met de fundamentele rechtsbeginselen en met internationale verdragsnormen. Het zal duidelijk zijn dat het kabinet de door u genoemde juridische aspecten betrekt in de voorbereiding van het wetsvoorstel.

3

U kondigt aan het slot van uw gezamenlijke brief aan dat voor het geval het kabinet zal blijken te volharden in zijn plannen om het bestaande AVV-beleid te wijzigen de centrale werknemersorganisaties zich bij de Internationale Arbeidsorganisatie en de Raad van Europa zullen beklagen over schending door de Nederlandse staat van
verdragsverplichtingen betreffende de vrijheid van collectief onderhandelen. Ik zie de reacties van genoemde organisaties met vertrouwen tegemoet.

Een afschrift van deze brief zal worden verstuurd naar de CNV en de MHP.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)