Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

LTO Nederland Postbus 90801 2509 LV Den Haag De heer G.J. Doornbos, voorzitter Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 29773 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2502 LT Den Haag

Uw brief Ons kenmerk
20 juli 2004 AV/CAM/04/56598

Onderwerp Datum
wijziging AVV-beleid 12 augustus 2004

Geachte heer Doornbos,

Bij brief van 20 juli jl. heeft u de opvattingen van uw organisatie aan mij kenbaar gemaakt omtrent enerzijds de voorgenomen wijziging van het beleid betreffende het algemeen verbindend verklaren (AVV) van CAO-bepalingen die contractloonstijgingen inhouden en anderzijds de implicaties van het wetsvoorstel beperking van bovenwettelijke aanvullingen op de verplichte gedeeltelijke loondoorbetaling in het tweede ziektejaar (Baltz) voor het AVV'n van CAO-bepalingen betreffende bovenwettelijke loonaanvullingen in het tweede ziektejaar.

Ik dank u voor uw reactie. Ik heb uw opvattingen meegewogen bij mijn definitieve Besluit. Ter toelichting daarop en meer in het bijzonder in antwoord op uw schrijven bericht ik u het volgende.

U stelt dat arbeidsvoorwaardenvorming ten principale een decentrale verantwoordelijkheid is en ingrijpen door de overheid slechts onder stringente voorwaarden kan plaatsvinden. U geeft aan tegen toetsing van AVVverzoeken op grond van macro-economische overwegingen te zijn en u vraagt zich af of het toetsingscriterium voldoende zwaar en helder is om daarmee het algemeen belang te onderbouwen. Daarbij komt dat naar uw opvatting een dergelijke maatregel te vroeg komt aangezien op dit moment onduidelijk is hoe de contractlonen zich in 2005 zullen gaan ontwikkelen.

Naar de opvatting van het kabinet is er bij het nieuwe AVV-beleid geen sprake van interventie in de vrije collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden. Het uitoefenen van het recht op vrije onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden bepaalt echter niet de wijze waarop het AVV-beleid inhoud dient te worden gegeven. De wet AVV regelt dat de beslissing tot het AVV'n van CAO-bepalingen een discretionaire bevoegdheid van de minister van SZW is. Dit brengt met zich mee dat er geen onoverkomelijke bezwaren kunnen zijn om de te hanteren criteria af te stemmen op onder andere de sociale en


2

economische omstandigheden. Dit kan daarentegen juist een wenselijke invulling van het beleid zijn.

Het kabinet is van mening dat contractloonstijgingen in de marktsector schadelijk zijn voor het herstel van de economische groei en werkgelegenheid en wijst op de negatieve gevolgen van een dergelijke contractloonontwikkeling voor de solidariteit tussen enerzijds marktsector en publieke sector en anderzijds werkenden en werkzoekenden. Het niet meer gelden van de loonafspraak voor het jaar 2005, zoals was opgenomen in het Najaarsakkoord 2003, brengt een vergroot risico met zich mee dat er contractloonstijgingen worden overeengekomen. Dit is voor het kabinet dan ook aanleiding geweest om het bestaande AVV-beleid te herzien, aangezien het kabinet niet via het AVV-instrument wenst mee te werken aan de totstandkoming van dergelijke contractloonstijgingen. Concreet behelst het nieuwe beleid dat CAO-loonbepalingen die voor AVV worden voorgelegd in de periode van
1 november 2004 tot en met 31 december 2005 en waarbij sprake is van contractloonstijgingen niet in aanmerking komen voor AVV.

De tekst van het Besluit tot wijziging van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen die ter publicatie is voorgelegd aan de Staatscourant is ter kennisname toegevoegd.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)