Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
75 Vraag van mevrouw A. van Rooij
(ingekomen 13 augustus 2004)


D66 vernam via de media dat de burgemeester zich op het standpunt stelt dat ongewenste spreekkoren in het stadion tijdens wedstrijden de verantwoordelijkheid van de scheidsrechter zijn.
Een korte blik in de voetbalspelregels en de gemeentewet brengt D66 tot de volgende vragen:

1. Wat is de letterlijke door de burgemeester uitgesproken tekst betreffende dit onderwerp?

2. Is het college het met D66 eens dat de eerste en enige taak van de scheidsrechter is het in goede, sportieve banen leiden van het spel binnen de lijnen?

3. Is het college het met D66 eens dat het bestrijden van ongewenste spreekkoren in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de organiserende club is?

4. Sportwedstrijden zijn evenementen waarvoor een vergunning nodig is. Zijn in de verstrekte vergunningen voor sportwedstrijden, zowel voor betaalde topsport als voor amateursport regels opgenomen over hoe om te gaan met ongewenste spreekkoren? Zo ja welke zijn die regels, zo niet waarom zijn deze niet gesteld?

5. Als de situatie op de tribune van sportwedstrijden wat betreft ongewenste spreekkoren dermate uit de hand loopt dat beledigende, discriminerende slogans worden geroepen en dus strafbare feiten plaatsvinden, is het college dan bereid om bij de officier van justitie aan te dringen op vervolging van de daders en hem daar bij de noodzakelijke bijstand te verlenen?

6. Is het college het met D66 eens dat als door ongewenste spreekkoren een dermate situatie ontstaat dat de scheidsrechter het spel moet onderbreken of zelfs staken, een degelijke evaluatie moet plaatsvinden over het ontstaan van de situatie, de rol van de club, en van de politie en is het college dan bereid om deze evaluatie ook aan de raad ter beoordeling toe te zenden?

7. Voorkomen is beter dan genezen. D66 gaat er vanuit dat het college het met deze stelling zonder meer eens is. Een incident met spreekkoren werpt via de media ook een schaduw over de goede naam van Utrecht als sportstad. Welke maatregelen zijn al genomen door- en welke zijn nog denkbaar vanuit de gemeente ter voorkoming van ongewenste spreekkoren bij sportwedstrijden

Antwoorden van burgemeester en wethouders
(verzonden 31 augustus 2004)

1. In het Utrechts Nieuwsblad van 10 augustus jl. is een artikel verschenen met als kop "De scheidsrechter is als eerste verantwoordelijk". De burgemeester is in dit artikel juist geciteerd.

2. tot en met 7.
In 2003 is het landelijke Beleidskader Bestrijding Voetbalvandalisme en Voetbalgeweld geactualiseerd. Op basis van het beleidskader is op 1 december 2003 een nieuw voetbalconvenant afgesloten tussen FC Utrecht, de burgemeester, de politie en het openbaar ministerie.
Het convenant is de raadscommissie Bestuur en Veiligheid ter informatie toegestuurd.
In het beleidskader is een heldere tolerantiegrens spreekkoren en spandoeken opgenomen. Daarin is tevens vastgelegd wie waarvoor primair verantwoordelijk is. In het stadion is de scheidsrechter, eventueel in overleg met de club, als eerste verantwoordelijk. Buiten het stadion de overheid.
Hoewel de scheidsrechter en de club binnen het stadion primair verantwoordelijk zijn voor het optreden tegen ongewenste spreekkoren is ten aanzien van discriminerende en/of racistische spreekkoren afgesproken, dat zo mogelijk de politie overgaat tot aanhouden en het Openbaar Ministerie vervolgt. Daarbij moet worden bedacht, dat aanhouding en vervolging alleen mogelijk is als bewezen kan worden dat een individu dergelijke uitlatingen heeft gedaan.
De in het beleidskader opgenomen tolerantiegrens is door de KNVB overgenomen in het licentiesysteem. Als clubs de licentievoorwaarden niet nakomen dan kan de KNVB een sanctie opleggen.
De driehoek (overleg tussen burgemeester, openbaar ministerie en politie) heeft minimaal tweemaal per jaar overleg met FC Utrecht over het rond de wedstrijden van FC Utrecht te voeren veiligheidsbeleid. Tevens vindt voorafgaand aan wedstrijden met een hoog risico een strategisch beraad plaats waarin tevens het optreden tegen massale en langdurende spreekkoren wordt besproken.
Ook de supportersvereniging van FC Utrecht vervult een goede rol in de bestrijding van ongewenste spreekkoren door sociale controle op de tribune.
Op grond van de APV zijn alleen betaald voetbalwedstrijden vergunningplichtig. In de in dit kader verleende vergunningen wordt altijd voorgeschreven dat het landelijk afgesproken beleid ook in Utrecht door de daarvoor verantwoordelijken wordt uitgevoerd.
Om ingrijpende incidenten van voetbalvandalisme in Nederland te onderzoeken heeft de minister van BZK een auditteam voetbalvandalisme ingesteld, onder voorzitterschap van mevrouw Vliegenthart. In het lokale convenant met FC Utrecht is vastgelegd dat op initiatief van FC Utrecht wedstrijden worden geëvalueerd als zich daarbij incidenten hebben voorgedaan.
Uiteraard wordt de Gemeenteraad door de burgemeester geïnformeerd in geval van ernstige verstoringen van de openbare orde.


---- --