Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Beantwoording vragen Hessels

Vragen gesteld door het lid Hessels (CDA) die toegestuurd werden op 18 juni onder nummer 2030416110.

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1.
Heeft u kennis genomen van het rapport van de Raad voor de Transportveiligheid over het gaslek in Groningen in maart 2003?

Ja.


2.
Hoe oordeelt u over de conclusies dat de netwerkbeheerders van het Nederlandse gasnetwerk hun eigen afspraken onvoldoende naleven en daarmee de veiligheid van het netwerk in het geding is? Deelt u deze conclusies? Zo neen, waarom niet?

De Nederlandse gassector heeft door zelfregulering een hoog niveau van veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van zowel het gasnet als het gastransport bereikt. Daar ligt een uitgebreid stelsel van normen aan ten grondslag. Naleving van de normen is van cruciaal belang voor het resultaat. Op basis van een aantal onderzoeken is bij de Raad twijfel ontstaan over de strikte naleving van de desbetreffende normen. Daarom beveelt de Raad de Nederlandse gasnetbeheerders aan om aan te tonen dat zij zorgdragen voor een aantoonbare naleving van de door hun zelf opgestelde normen en richtlijnen. Vanwege het belang van een goede naleving van de normen ondersteun ik deze aanbeveling. Ik ga ervan uit dat de gasnetbeheerders ten aanzien van deze aanbeveling een positief standpunt innemen en dat conform artikel 70 van de Wet Raad voor de Transportveiligheid aan de minister van Verkeer en Waterstaat kenbaar maken.


3.
Welke maatregelen acht u noodzakelijk om deze situatie te verbeteren?

Op 14 juli 2004 is de wet Wijziging Elektricteitswet1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping netbeheer in werking getreden. Die wet introduceert een doeltreffend en samenhangend stelsel van maatregelen dat specifiek gericht is op de betrouwbaarheid en de veiligheid van de gasinfrastructuur, in aanvulling op de reeds bestaande wettelijke bepalingen ter zake. Nieuwe maatregelen acht ik op dit moment niet noodzakelijk. Evenwel werk ik thans aan een ministeriële regeling waarmee ik nadere regels stel ter uitwerking van de maatregelen die gericht zijn op de betrouwbaarheid en veiligheid van het gastransport. In dat verband ben ik voornemens om toepassing van een aantal normen die door de sector ontwikkeld zijn te borgen door middel van publiekrechtelijke regelgeving.


4.
Welke gevolgen voor de privatisering van het Nederlandse gasnetwerk ziet u in de uitkomsten van dit rapport?

Privatisering van de netten is op dit moment niet aan de orde. De volgorde der dingen is eerst liberaliseren en daarna privatiseren. Op
1 juli 2004 is de energiemarkt geliberaliseerd. Daarmee is de eerste stap op een verantwoorde wijze gezet. De volgende stap kan pas gezet worden als een aantal zaken nader is uitgewerkt. De belangrijkste daarvan is de volledige splitsing van de energiebedrijven in een productie- en leveringsbedrijf en een netbedrijf. De zeggenschap over de eigendom van de netten dient gedurende dit proces bij de bestaande aandeelhouders te blijven. Het proces van splitsing moet uiterlijk op
1 januari 2007 afgerond zijn. Ook is op dat moment reeds enkele jaren ervaring opgedaan met de kwaliteitsregulering van netwerken. Zodra de splitsing heeft plaatsgevonden kunnen de productie- en leveringsbedrijven worden geprivatiseerd. Pas na 1 januari 2007 is besluitvorming over de privatisering van de netten aan de orde is.

13 aug 04 15:40