Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Beantwoording vragen Crone

Datum: 13-8-2004


Datum: 13-08-2004


Beantwoording vragen Crone die gestuurd werden op 22 juni 2004, onder nummer
2030416270.

Deze vragen zijn gesteld in aanvulling op de vragen van het lid Hessels, ingezonden
op 18 juni onder nummer 2030416110, op de vragen van het lid Vendrik, ingezonden
op 21 juni onder nummer 2030416140, en op de vragen van het lid Gerkens (SP) die
mij werden toegestuurd op 21 juni onder nummer 2030416150.


1. Deelt u de mening dat regelgeving enerzijds en naleving anderzijds twee verschillende
zaken zijn en de wereld kennelijk niet maakbaar is met alleen wetten en regels?
Ja. Ik sluit me aan bij de opvatting dat de wereld maar in beperkte mate maakbaar
is met wetten en regels alleen. Met betrekking tot de energiesector is het de
verantwoordelijkheid van de overheid zorg te dragen voor de borging van publieke
belangen en een adequate marktordening. De lijn van het Kabinet is dat borging
van publieke belangen dient te gebeuren via regelgeving en toezicht. Juist met
het oog op een goede naleving van de regelgeving heb ik onlangs de toezichthouder
meer handhavende bevoegdheden gegeven, waaronder het boete-instrument en de last
onder dwangsom.

2. Deelt u de mening dat er een essentieel verschil tussen elektriciteit- en
gasnetwerken is, dat een gebrek aan onderhoud en beheer bij elektriciteitsnetwerken
kan leiden tot grote economische schade, maar bij gasnetwerken uiteindelijk ook
de fysieke veiligheid in het geding is?

Ja. Vanwege het explosieve karakter van gas is de veiligheid bij het transport
van gas eerder in het geding dan bij het transport van elektriciteit. Om die reden
worden de gasnetten gedimensioneerd vanuit de veiligheid van het transport. De
elektriciteitsnetten worden met name gedimensioneerd op een goede betrouwbaarheid
van het transport.

3. Is het waar dat onderhoud en beheer (waaronder het in kaart brengen van diverse
ondergrondse leidingsystemen) van gasnetwerken veel geld kost? Hoeveel? Zo ja,
kunt u uitsluiten dat hierop bespaard gaat worden indien de netwerken in commerciële
handen terecht zouden komen.

4. Waarop zouden commerciële (gas)netwerkbeheerders nog meer geld kunnen besparen?
De totale omzet binnen het gasnetbeheer bedraagt ongeveer 850 miljoen Euro. Aangezien efficiencyverbeteringen of toepassing van innovaties tot kostenreductie
kunnen leiden acht ik het niet wenselijk om op voorhand besparingen in het beheer
en onderhoud of andere kostenposten van de netbeheerder, zoals bijvoorbeeld de
investeringen, de storingsrespons of het personeel, uit te sluiten. Daarbij is
het evenwel van belang dat de besparingen doelmatig zijn en niet leiden tot een
ongewenste vorm van kwalitatieve uitholling van de infrastructuur, waardoor de
betrouwbaarheid of de veiligheid van het gastransport in het geding zou komen.
Met het oog hierop heb ik met de wet Wijziging Elektricteitswet1998 en Gaswet
in verband met implementatie en aanscherping netbeheer, die op 14 juli 2004 in
werking is getreden een doeltreffend en samenhangend stelsel van maatregelen geïntroduceerd
dat specifiek gericht is op de betrouwbaarheid en de veiligheid van de gasinfrastructuur,
in aanvulling op de reeds bestaande wettelijke bepalingen ter zake. Tevens is
het nodig dat de netbeheerder volledig onafhankelijk van productie- en leveringsbedrijven
beslissingen kan nemen omtrent de inzet van zijn middelen. In een geïntegreerd
energiebedrijf bestaan immers prikkels om via invloed op het netbeheer oneigenlijke
concurrentievoordelen te behalen, zonder dat deze door de toezichthouder te achterhalen
zijn. Zoals ik in mijn brief van 31 maart 2004 uiteengezet heb, is de splitsing
van het energiebedrijf in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf
de eerste stap voor de toekomstige ordening van de energiemarkt. Na 1 januari
2007 is de besluitvorming over de privatisering van de netwerkbedrijven aan de
orde. Ik wil hier niet op vooruitlopen. Wel kan ik aangeven dat de veiligheid
en betrouwbaarheid van het gas- en elektriciteitstransport betrokken zullen worden
in het debat hierover.

5. Hoe is de situatie met betrekking tot de veiligheid van gasnetwerken in andere
landen. Waaronder Rusland en Schotland?

De betrouwbaarheid en veiligheid van het Nederlandse gasnet is zeer hoog. Onderbrekingen
in het transport van gas komen nauwelijks voor. De gemiddelde tijd dat een aangeslotene
in Nederland geen gas geleverd krijgt was in 2001 1 minuut en 26 seconden. De
vergelijkbaarheid van deze gegevens met die van ons omringende landen is beperkt
doordat gegevens in veel gevallen ontbreken. Alleen in het Verenigd Koninkrijk
worden vergelijkbare gegevens bijgehouden. Vergelijking van gegevens wijst uit
dat de onderbrekingsfrequentie in Nederland een factor 6 lager is dan in het Verenigd
Koninkrijk. Het aantal incidenten waarbij gasuitstroom plaatsvindt ligt in Nederland
significant lager dan gemiddeld in West-Europa. In het gasnet van het Verenigd
Koninkrijk komen 2,5 maal zoveel explosies en branden voor als in Nederland. Tevens
laat het aantal incidenten een dalende trend zien in de laatste drie decennia.
Dat geldt zowel voor Nederland als voor andere West-Europese landen. Met betrekking
tot de gasexplosie die onlangs in het Belgische Gellingen heeft plaatsgevonden
het volgende. De exacte oorzaak wordt thans door de Belgische autoriteiten nader
onderzocht. Vermoedelijk is de oorzaak van de explosie veroorzaakt door een lek
in een gasleiding dat al eerder was ontstaan. De integriteit van buisleidingen
is een vast onderwerp van informatie-uitwisseling op internationaal niveau, waarbij
ervaring zowel als nieuwe kennis wordt samengebracht en besproken. Ook dit recente
ongeval zal in dat kader worden besproken.

6. Is het waar dat de gasnetwerkbeheerders in geval van calamiteiten niet in
staat zijn de juiste beheersmaatregelen te treffen? Welke conclusies trekt u hieruit?
Die stelling kan ik niet onderschrijven. Volgens opgaaf van EnergieNed, de brancheorganisatie,
beschikken alle netbeheerders over een calamiteitenplan. Deze plannen zijn bij
de millenniumovergang en daarna nog geactualiseerd. Tevens worden regelmatig oefeningen
gehouden door de netbeheerders. Ondanks een goede voorbereiding kan de reactie
op calamiteiten in de praktijk anders verlopen. In dat geval is van belang dat
men lering trekt uit die ervaringen en de voorbereiding op calamiteiten verbetert.
Artikel 51 van de Gaswet geeft mij de taak om een calamiteitenplan vast te stellen.
Ik merk op dat de gezamenlijke netbeheerders zelf op grond van artikel 12b, eerste
lid, onder f van de Gaswet voorstellen dienen te doen hoe zij het netbeheer en
het transport van gas onder buitengewone omstandigheden zullen waarborgen. Thans
bezie ik hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt. Het is van groot belang dat
op het gebied van calamiteiten en buitengewone omstandigheden een heldere verdeling
van verantwoordelijkheden en verplichtingen wordt neergelegd.
Bij de voorbereiding hiervan zal ik de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve
partijen betrekken.


Meer informatie

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.

Voor journalisten: Dhr. J. van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379 60
73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl