Uitspraak Rechtbank Amsterdam LJN-nummer: AQ6822 Zaaknr: 13/129030-03


Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 13-08-2004
Datum publicatie: 13-08-2004
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/129030-03

Datum uitspraak: 13 augustus 2004

op tegenspraak

VERKORT VONNIS

van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer, in de strafzaak tegen:

,

geboren te op 1947, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, gedetineerd in P.I. Noord Holland Noord, Unit "Zuyderbos" te Heerhugowaard.

De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 en 30 juli 2004.


1. Telastelegging

Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven telastelegging geldt als hier ingevoegd.

De rechtbank leest het in de drieëntwintigste regel van het onder 1 subsidiair telastegelegde vermelde "te Amsterdam en/of te Sliedrecht en/of elders in Nederland" als "te Amsterdam en/of te Sliedrecht en/of elders in Nederland en/of Duitsland", aangezien hier sprake is van een kennelijke omissie. Door de verbetering van deze omissie wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.


2. Voorvragen

...


3. Waardering van het bewijs

3.1. De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van het volgende:


- verdachte en zijn hebben in de periode van 6 oktober 2002 tot en met 17 januari 2003 de beschikking gehad over verschillende gsm's, te weten: een grijze Nokia, een rode Nokia en een Sagem;

- aannemelijk geworden is dat de verdachten in die periode ook gebruik hebben gemaakt van de gsm die deel uitmaakte van de bom die is aangetroffen in de Ikea te Sliedrecht (hierna: Sliedrechtse gsm) en van de gsm die bevestigd was aan de bom die is aangetroffen in de Ikea te Amsterdam (hierna: Amsterdamse gsm);

- heeft in genoemde periode gebruik gemaakt van meer SIM-kaarten, te weten twee kaarten die hij in Duitsland had gekocht, respectievelijk met de telefoonnummers 0049-1621902962 (het zogenaamde ) en 0049-1623136749 (het zogenaamde ), en een kaart die hij tijdens zijn verblijf in Portugal had gekocht met het telefoonnummer 0035-1917072530 (het zogenaamde );
- aannemelijk is geworden dat in de periode van 17 oktober tot en met 29 oktober 2002 ook gebruik gemaakt heeft van een SIM-kaart met het telefoonnummer 06-30061857 (het zogenaamde VIP-nummer);

- bovengenoemde SIM-kaarten zijn afwisselend gebruikt in de verschillende gsm's, zoals blijkt uit het overzicht dat ter zitting van 29 juli 2004 is gepresenteerd en tevens als bijlage 3 aan dit vonnis is gehecht;

- in de periode van 16 tot en met 29 oktober 2002 is vanuit Amsterdam en andere plaatsen in Nederland veelvuldig is gebeld met de grijze Nokia, de rode Nokia, de Sagem en de Sliedrechtse gsm en deze gsm's hebben ook onderling contact gehad;

- aannemelijk is geworden dat het de verdachten waren die de gsm's toen gebruikten, hetgeen is afgeleid uit de gebruikte SIM-kaarten en de in die periode getraceerde belbewegingen naar familie en overige contacten van de verdachten;

- verdachten zijnop 2 december 2002 naar Ikea Sliedrecht en Ikea Amsterdam gereden en is beide filialen binnengegaan.
- in het onderkomen van de verdachten in Kamp Lintfort zijn op de keukentafel sporen van explosieven aangetroffen die overeenkomen met de springstof die is aangetroffen in de bommen die in Sliedrecht en in Amsterdam gevonden zijn;

- op 4 december 2002 om 5:41 uur straalt een gsm die gebruik maakt van het in de dreigbrief aan Ikea genoemde telefoonnummer 0049-1623136737 (het zogenaamde ) aan in Kamp Lintfort waar de verdachten toen verbleven.

- in het expertiserapport van het Kriminaltechnisches Institut te Wiesbaden d.d. 20 januari 2003 staat als conclusie dat de anonieme spreker die via het afluisteren van het op 4 december 2002 te horen was zeer waarschijnlijk is;

Verdachten hebben aangevoerd dat zij door een paar Russen, die zij kennen als en , betrokken zijn geraakt bij deze zaak. Deze Russen hebben alles bedacht en uitgevoerd. is in die zin behulpzaam geweest dat hij de Russen tot twee keer toe voor een paar dagen zijn gsm heeft uitgeleend en op 2 december 2002 de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en Amsterdam is binnengegaan om te controleren of er beveiligingscamera's hingen. Hij verklaart wel begrepen te hebben dat het om een illegale actie ging, maar hij dacht daarbij niet aan afpersing met een bom, eerder aan winkeldiefstal. Verdachte heeft de Russen en naar beide Ikea-vestigingen gereden. Hij verklaart niets geweten te hebben van de criminele plannen van de Russen.

Hoewel de rechtbank niet uitsluit dat er meer personen bij deze zaak betrokken zijn, vindt de door verdachten geschetste rol van de Russen op geen enkele wijze steun in het getraceerde telefoonverkeer of enig ander bewijsmiddel, terwijl uit het opsporingsonderzoek blijkt dat de politie het nodige heeft gedaan om de verklaringen van de verdachten op dit punt uit te zoeken. Dat brengt mee dat de rechtbank aan de verklaringen omtrent de Russen voorbij zal gaan. De verweren die in dit verband zijn opgeworden behoeven dan ook geen verdere bespreking.

3.2. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3 primair is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

3.3. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat

ten aanzien van het onder 1 subsidiair telastegelegde: een persoon in de periode van 1 december 2002 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht, ter uitvoering van het door die persoon voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld het winkelbedrijf Ikea te dwingen tot de afgifte van een som gelds van 250.000 Euro, toebehorende aan winkelbedrijf Ikea, in twee vestigingen van dat winkelbedrijf een bom, telkens bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, te weten te Amsterdam 2,4,6 trinitrotolueen (TNT) respectievelijk te Sliedrecht een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG),
2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT's) waarschijnlijk zijnde "Methanit" van de firma Nitron, telkens voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, heeft geplaatst en een dreigbrief aan Ikea BV te Amsterdam heeft gestuurd waarin hij personeel en/of de directie van Ikea opmerkzaam maakte op de aanwezigheid van die bommen in de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en te Amsterdam en waarin tevens werd vermeld dat er nog een derde bom geplaatst was welker locatie hij eerst zou onthullen na ontvangst van de genoemde geldsom,
tot welk misdrijf hij, verdachte, opzettelijk medeplichtig is geweest door in de periode van 1 november 2002 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht en elders in Nederland en Duitsland die persoon behulpzaam te zijn bij het plegen van dat misdrijf door die persoon, teneinde die bommen te kunnen plaatsen, vanuit Duitsland per auto naar de Ikea-vestiging te Sliedrecht en naar de Ikea-vestiging te Amsterdam te vervoeren.

ten aanzien van het onder 2 subsidiair telastegelegde: een persoon op 3 december 2002 te Sliedrecht opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers heeft die persoon toen aldaar opzettelijk een bom, bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, te weten een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG),
2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT's) waarschijnlijk zijnde "Methanit" van de firma Nitron, voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, geplaatst in de vestiging van het winkelbedrijf Ikea te Sliedrecht, welke bom uiteindelijk tot gedeeltelijke ontploffing kwam op een politiebureau te Sliedrecht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor genoemd politiebureau en deszelfs inboedel en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor opsporingsambtenaren en leden van het Explosieven Opruimings Commando der Koninklijke Landmacht te duchten was,
tot welk misdrijf hij, verdachte, opzettelijk medeplichtig is geweest door in de periode van 1 november 2002 tot en met 3 december 2002 te Sliedrecht en elders in Nederland en Duitsland die persoon behulpzaam te zijn bij het plegen van dat misdrijf door die persoon, teneinde die bom te kunnen plaatsen, vanuit Duitsland naar de Ikea-vestiging te Sliedrecht te vervoeren.

ten aanzien van het onder 3 subsidiair telastegelegde: een persoon in de periode van 1 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht een rechtspersoon genaamd Ikea schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, immers heeft die persoon Ikea bedreigd met een bomaanslag, immers heeft die persoon aan Ikea een brief gestuurd waarin, zakelijk weergegeven, Ikea bedreigd werd met het door hem doen ontploffen van een bom in een onbekende Ikea-vestiging indien niet onder door hem te stellen voorwaarden een geldbedrag van 250.000 Euro zou worden betaald door Ikea en tevens, om die bedreiging kracht bij te zetten, in de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en te Amsterdam een bom geplaatst, telkens bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, op de plaatsing welker bommen de directie van Ikea eveneens in die brief opmerkzaam werd gemaakt,
tot welk misdrijf hij, verdachte, opzettelijk medeplichtig is geweest door in de periode van 1 november 2002 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht en elders in Nederland en Duitsland die persoon behulpzaam te zijn bij het plegen van dat misdrijf door die persoon, teneinde die bommen te kunnen plaatsen, vanuit Duitsland naar de Ikea-vestiging te Sliedrecht en naar de Ikea-vestiging te Amsterdam te vervoeren.

ten aanzien van het onder 4 telastegelegde:
verdachte in de periode van 2 en 3 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht wapens van Categorie II onder 7, te weten telkens hoeveelheden van een explosief materiaal, te weten te Amsterdam 2,4,6 trinitrotolueen (TNT) respectievelijk te Sliedrecht een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG), 2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT's) waarschijnlijk zijnde "Methanit" van de firma Nitron, telkens voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad.

Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

4. Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

5. De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6. De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7. Motivering van de straffen en maatregelen

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een poging tot afpersing van Ikea, waarbij gedreigd is met bomontploffingen in een aantal filialen. Hij heeft het vervoer vanuit Kamp-Lintfort naar beide Ikea-filialen verzorgd. De bommen moeten ongeveer een etmaal in de filialen gelegen hebben voordat de afpersbrief met aanwijzingen over de vindplaats bij Ikea binnenkwam. Gezien de instabiele constructie van de bommen was het zeer wel mogelijk geweest dat deze eerder waren afgegaan en dan was de schade niet te overzien geweest, met name nu het een voor het publiek toegankelijk warenhuis betreft waar veel gezinnen met kinderen komen en waar veel personeel rondloopt.
Een van de bommen is uiteindelijk op een politiebureau tot ontploffing gekomen, waarbij twee E.O.C./K.L.-medewerkers (zwaar) lichamelijk letsel hebben opgelopen.

Gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving worden door dit soort feiten aangewakkerd. Ook mag niet worden uitgevlakt de angst en onzekerheid die de medewerkers van alle Ikea-vestigingen moeten hebben gevoeld toen de derde (en volgens de dreigbrief meest gevaarlijke) bom niet werd gevonden. Daarnaast heeft Ikea aanzienlijke schade geleden nu alle vestigingen in Nederland in de drukke decemberperiode twee dagen moesten sluiten. Verdachte heeft slechts gehandeld uit winstbejag en uit niets blijkt dat hij zich heeft bekommerd om het onaanvaardbare risico dat mede door zijn toedoen is ontstaan. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.

8. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 45, 48, 55, 57, 157, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 26 en 53 van de Wet wapens en munitie.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

9. Beslissing

Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair,
3 subsidiair en 4 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van het onder 1 primair en 3 primair bewezenverklaarde: De eendaadse samenloop van medeplichtigheid aan poging tot afpersing en medeplichtigheid aan bedreiging, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied.

Ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde: Medeplichtigheid aan opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was.

Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart , daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Gelast de teruggave aan van:


1. 1.00 STK Jas, kl:zwart
JJ Jeans jack


2. 1.00 STK Broek, kl:blauw
Diesel spijker


3. 1.00 STK Broek, kl:blauw
Adidas trainings


4. 1.00 STK Broek, kl:blauw
Imperial spijker


5. 1.00 STK Broek, kl:zwart
Jinglers spijker


6. 1.00 STK Pet, kl:lichtkleur
Nike baseball met Nike logo


7. 1.00 STK Broek
Nike trainings


8. 1.00 STK Jas, kl:zwart
Sportswear jack


9. 1.00 STK Pet, kl:zwart
Baseball met als logo een ster en de cijfers `52' Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter,
mrs. C.W.M. Giesen en J.G. Sillevis Smitt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Vernooij, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 augustus 2004.