Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp, tijdens de informele bijeenkomst van de EU- sportministers op 14 augustus in Athene.

Beste Eurocommissaris Reding, beste collega-sportministers en andere aanwezigen,

Hartelijk welkom hier in de tuin van de Nederlandse ambassade. Ik hoop dat u gisteren allemaal net zo genoten heeft van de openingsceremonie van de Olympische Spelen als ik. Ik vond het echt een prachtig spektakel en ik wil mijn Griekse collega alvast complimenteren met de zeer geslaagde start van deze Spelen.

Sport voert in veel opzichten de boventoon dit jaar. Niet alleen vanwege de Olympische Spelen en het Europees kampioenschap voetbal, waar het Griekse elftal een even onverwachte als fraaie topprestatie leverde. Maar ook omdat 2004 het Europees jaar van opvoeding door sport is én omdat we sinds kort een apart sportartikel in de Europese Grondwet hebben. Dat zegt wel iets over het belang dat we in Europa hechten aan sport. En met sport doel ik dan niet alleen op topsport, maar ook op sport als middel voor een gezond leven, als middel voor integratie van bevolkingsgroepen en als middel voor de ontwikkeling van normen en waarden.

Over al deze onderwerpen wil ik dit jaar, tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie, graag met u van gedachten wisselen. Ook wil ik van u horen hoe we het sportartikel in de Europese Grondwet handen en voeten kunnen gaan geven. Sowieso wil ik het komende half jaar benutten om een `rolling agenda' op het gebied van sport op te zetten. De bedoeling is om een aantal belangrijke sportdossiers op die agenda te zetten. Dossiers waarvan wij met z'n allen vinden dat ze gedurende langere tijd en Europees-breed onze aandacht nodig hebben. Ik wil graag met u bespreken welke onderwerpen dat zouden moeten zijn.

We zullen elkaar dus nog vaak spreken de komende maanden, in kleiner of in groter verband. In elk geval zien we elkaar allemaal weer op de bijeenkomst van sportministers, op 1 en 2 december in Den Haag. We gaan hoe dan ook een drukke, maar boeiende periode tegemoet.

Maar eerst gaan we de komende weken genieten van mooie sport en, naar ik hoop, grensverleggende prestaties. Ik wens u allemaal nog een prettige tijd hier in Athene waar we elkaar, naar ik aanneem, vaak zullen treffen. Ik hef nu graag met u het glas en zeg op z'n Grieks: yamas!


---- --