Ministerie van Buitenlandse Zaken

over het mogelijk vasthouden van een Nederlandse vrouw door de israëlische overheid

Beantwoording kamervragen over het mogelijk vasthouden van een Nederlandse vrouw door de Israëlische overheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Personenverkeer, Migratie en Consulaire Zaken

Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

16 augustus 2004

Behandeld

A.M.J. Pfaff

Kenmerk

DCZ/CM-ap

Telefoon

070-348 47 70

Blad


1/1

Fax


070-348 52 56

Bijlage(n)

dcz-cm@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Van Bommel (SP) over het mogelijk vasthouden van een Nederlandse vrouw door de Israëlische overheid

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door Kamerlid Van Bommel (SP) over het mogelijk vasthouden van een Nederlandse vrouw door de Israëlische overheid. Deze vragen werden ingezonden op 20 juli 2004 met kenmerk 2030418290.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over het mogelijk vasthouden van een Nederlandse vrouw door de Israëlische overheid.

Vraag 1 Top

Is het u bekend dat sinds 9 juli jl. een 46-jarige theologe uit Groningen op de internationale luchthaven Ben Gurion in Tel Aviv wordt vastgehouden door de Israëlische overheid?

Antwoord Top

Ja.

Vraag 2

Van welke strafbare feiten wordt deze vrouw verdacht?

Antwoord

Aan betrokkene zijn geen strafbare feiten ten laste gelegd. De Israëlische overheid heeft inreis in Israël van de betrokkene geweigerd, omdat inreis een gevaar zou zijn voor de veiligheid van de staat Israël.

Vraag 3 Top

Is de behandeling van deze vrouw en de mogelijkheid om bezoekers te ontvangen naar uw mening overeenkomstig relevante verdragen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord Top

Ja. De behandeling is conform de relevante verdragen. Betrokkene heeft toegang gehad tot een advocaat en tot consulaire bijstand.

Vraag 4 Top

Wat was tot op heden de bemoeienis van de Nederlandse ambassade met dit concrete geval en welke activiteiten ontplooit de ambassade tot aan het moment dat de beroepszaak op 22 juli a.s. zal dienen?

Antwoord

De Nederlandse ambassade heeft zich bij de Israëlische autoriteiten op de hoogte gesteld van de reden dat betrokkene de toegang tot Israël was geweigerd. Stafleden van de ambassade hebben betrokkene bezocht in het detentiecentrum waar zij verbleef. Zij hebben zich verzekerd van haar toegang tot rechtsbijstand, goede persoonlijke omstandigheden, goede verblijfsomstandigheden en kennis van haar rechtspositie. Tevens hebben zij betrokkene op de hoogte gesteld van de diensten die de ambassade haar kan bieden. Op 22 juli 2004 zijn stafleden van de Nederlandse ambassade aanwezig geweest bij de rechtszitting.

Vraag 5

Wat is uw oordeel over het Israëlische beleid om personen die deel uit maken van de International Solidarity Movement, de toegang tot het land te weigeren?

Antwoord

Israël kan zich beroepen op haar soevereine recht om personen de toegang tot haar grondgebied te weigeren. In de bezette gebieden heeft Israël als bezetter het recht om personen de toegang te ontzeggen, zolang het zich daarbij houdt aan alle relevante bepalingen van het internationale recht.