Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DN. 2004/2422
datum
16-08-2004

onderwerp
Schade door steenmarters
TRC 2004/3618

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de Kamerleden Waalkens en Kruijsen (beiden PvdA) over schade en overlast door steenmarters in Eelde.

datum
16-08-2004

kenmerk
DN. 2004/2422

bijlage

1
Kent u de uitzending van SBS 6, waarin verslag gedaan werd van de schade en overlast in Eelde, veroorzaakt door steenmarters?

Antwoord:
Ja.

2
Vindt u deze overlast toelaatbaar? Zo neen, wat zijn de mogelijkheden van bestrijding in geval van de steenmarter, die in de Flora- en faunawet is aangemerkt als beschermde diersoort?

Antwoord:
Al bij de totstandkoming van de Flora- en faunawet is onderkend dat overlast door steenmarters in voorkomende gevallen bestreden moet kunnen worden. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet ontheffing verlenen ter voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of zich daarin of daarbij bevindende roerende zaken. Gemeenten kunnen deze ontheffing aanvragen.

3
Waarom maakt de Flora- en faunawet onderscheid tussen landbouwschade en niet-landbouwschade in verband met vergoedingen?

Antwoord:
De Flora- en faunawet biedt de mogelijkheid een vergoeding te verlenen voor schade veroorzaakt door beschermde diersoorten. Het Faunafonds is hiermee belast.
Elke Nederlander loopt het risico schade te ondervinden door beschermde diersoorten. Omdat de bescherming van soorten een collectieve verantwoordelijkheid is, is dit geen aanleiding voor een tegemoetkoming in de kosten. Dit is anders als beschermde diersoorten schade veroorzaken aan zaken waarvan mensen afhankelijk zijn voor hun inkomensvorming. In de bedrijfsmatige landbouw, bosbouw en bedrijfsmatige visserij komt schade veroorzaakt door beschermde diersoorten aan teelten en gewassen in aanmerking voor een vergoeding.

4
Zijn er alternatieven ter bestrijding en voorkoming van overlast en schade door steenmarters?

Antwoord:
Ja. Naar aanleiding van klachten over overlast door steenmarters heb ik twee jaar geleden de toenmalige Stichting Kennis- en Adviescentrum in Wageningen opdracht gegeven een cursus te ontwikkelen en te verzorgen voor gemeenteambtenaren over het voorkomen en verhelpen van overlast door de steenmarter. Deze cursus loopt nog steeds en wordt goed bezocht. Daarnaast heeft mijn departement een voorlichtingscampagne verzorgd, waarbij de nadruk lag op het voorkomen van overlast door de steenmarter.

5
Zijn u meerdere gevallen bekend van ernstige overlast en niet-landbouwschade door steenmarters en muizen en hoe is daar gehandeld?

Antwoord:
Wat betreft steenmarters, zie antwoord op vraag 4. Er is mij één geval van ernstige overlast door muizen bekend. Mijn ministerie heeft voor de bestrijding daarvan ontheffing verleend. Overigens heeft het kabinet ingestemd met een vrijstelling voor de bestrijding van een aantal muizensoorten in of op gebouwen of daarbij behorende erven of roerende zaken.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
Schade door steenmarters (PDF-formaat, 35 kB)


---