Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Persbericht, 17-8-2004

Nog openstaande eigen bijdragen voor thuiszorg tot 2002 niet meer opgelegd

Staatssecretaris Ross-Van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft besloten de openstaande eigen bijdragen voor AWBZ-zorg zonder verblijf (thuiszorg) over de jaren 1999, 2000 en 2001 niet meer op te leggen. Over de jaren 2002, 2003 en 2004 zullen wel achteraf bijdragen in rekening worden gebracht. Dat schrijft zij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Zij heeft daarmee haar eerder ingenomen standpunt genuanceerd.

In mei gaf de staatssecretaris de Tweede Kamer nog aan dat álle nog openstaande eigen bijdragen over de afgelopen vijf jaar alsnog zouden worden opgelegd. In principe mag de overheid volgens het Burgerlijk Wetboek met terugwerkende kracht tot en met 1999 alsnog een eigen bijdrage opleggen. Ross maakte in mei alleen een uitzondering voor de openstaande eigen bijdrage van mensen die niet binnen een jaar in de Gemeentelijke Basisadministratie konden worden gevonden. Op grond van nieuwe inzichten gaat zij een stap verder en trekt ze een streep tussen het jaar 2001 en het jaar 2002.

Ross komt tot haar beslissing op grond van recente gegevens van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en het Centraal Administratiekantoor (CAK). Belangrijke reden is dat mensen die over 1999, 2000 en 2001 een eigen bijdrage hadden moeten betalen er destijds geen formele kennisgeving van hebben gekregen. Ook is een groot aantal cliënten uit de jaren 1999 tot en met 2001 inmiddels overleden.

De staatssecretaris benadrukt in haar brief dat het niet meer opleggen van verschuldigde eigen bijdragen voor de AWBZ-zorg zonder verblijf een éénmalige actie is. Het heeft op reeds betaalde eigen bijdragen geen invloed.

Cliënten die vanaf 2002 zorg hebben ontvangen en nog geen eigen bijdrage hebben betaald, krijgen de komende maanden een voorlopige beschikking en een factuur toegestuurd.
Een vergelijkbare situatie kan volgens Ross in de toekomst niet meer voorkomen, omdat cliënten met ingang van 1 augustus 2004 altijd een voorlopige beschikking en factuur ontvangen, als het definitieve inkomen niet op korte termijn via de Belastingdienst beschikbaar komt.