Provincie Noord-Holland

Statenvoordracht Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord vastgesteld Gedeputeerde Staten hebben de statenvoordracht voor het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord vastgesteld.

Daarin staan enkele wijzigingen ten opzichte van de reeds eerder vastgestelde Nota van beantwoording van GS. Aanleidingen voor deze wijzigingen zijn ingediende bedenkingen tegen het Ontwikkelingsbeeld.

Motorcrossterrein /durfsportcentrum
Wieringermeer
De locatie wordt nader bepaald door middel van een uitwerking van het Ontwikkelingsbeeld door gedeputeerde staten. Deze uitwerking zal binnen een termijn van 2 jaar na vaststelling van het Ontwikkelingsbeeld gereed zijn. En wordt gemaakt in samenwerking met de betrokkenen.

Wieringerrandmeer
Provinciale Staten wordt voorgesteld tot een streekplanherziening over te gaan als blijkt dat verstedelijking in de gebieden polder Waard-Nieuwland en rond Den Oever en Hippolytushoef die nu zijn aangemerkt als uitsluitingsgebied, noodzakelijk is.

Landbouw Effect Rapportage (LER)
Voor ingrepen in het agrarisch gebied, waarvoor geen LER vereist is, moet in het bestemmingsplan specifiek worden ingegaan op de effecten voor de landbouw.

Beleid voor Zoekgebieden
Stedelijke functies zoals infrastructuur of windturbineparken hoeven niet aan bestaand stedelijk gebied hoeven worden aangelegd.

Bouwlocatie Berkhout, Wester-Koggenland
De bouwlocatie Berkhout wordt op grond van het bestaande beleid opgenomen in het Ontwikkelingsbeeld NHN binnen het bestaand stedelijk gebied.

Regionale bedrijventerreinen West-Friesland
De fasering voor de locaties Westfrisia-Noord en Jaagweg (voorheen onder de naam Vredemaker Oost-Oost) in de regionale bedrijventerreinenvisie worden uitgewerkt en vastgelegd op juridische kaarten.

Regionaal nat bedrijventerrein Kooypunt Zuidoost De contouren van Kooypunt Zuidoost op de juridische kaarten van het ontwerp- Ontwikkelingsbeeld worden aangepast van in totaal ongeveer 280 ha bruto totaal naar 90 ha bruto totaal tot 2030.

Landbouwontwikkelingsgebieden
De bollenconcentratiegebieden en de projectlocaties voor bollenteelt en glastuinbouw worden beschouwd als landbouwontwikkelingsgebieden, zoals genoemd in de Nota Ruimte.

Glastuinbouw
Bij de voorgenomen glastuinbouwlocatie in de Zuidoosthoek van de Wieringermeer wordt de lijn aangehouden wordt dat eerst de vestigingsmogelijkheden van Het Grootslag benut worden. Alleen als aangetoond wordt dat vestiging in Het Grootslag voor een categorie glastuinbouwbedrijven onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt, wijken wij van deze lijn af. Gedoeld wordt op mega-bedrijven die binnen de bestaande verkavelingsstructuur van het Grootslag over onvoldoende armslag kunnen beschikken. Toepassing vindt plaats via een afweging in GS en zal per geval worden bekeken.

N9
Voor de rijkswegen wordt de tekst van het Ontwikkelingsbeeld als volgt aangepast: Uitvoering opwaardering N9 (parallelweg Bergen, wegomleggingen bij Schoorldam en de Stolpen), conform ons besluit van 21 mei 2001. Dit GS-besluit uit 2001 bevat een voorstel aan Provinciale Staten voor een FINH-bijdrage voor de realisatie voor het project N9. Het gaat hierbij om omleidingen bij de Stolpen en Schoorldam en een parallelweg bij Bergen PS hebben hiermee ingestemd op 21 mei 2001.

Windmolenpark Wieringermeerdijk
De in de Nota Ruimte geboden mogelijkheden voor een windmolenpark voor de Wieringermeerdijk wordt met voorrang ter hand genomen. Het gaat om een windmolenpark van 80-110 MW.

Bodembeschermingsgebieden
Op grond van de Nota Actualisatie Bodembeschermingsgebieden worden de aardkundige monumenten als uitsluitingsgebieden aangewezen. De overige gebieden met aardkundige waarden krijgen een minder streng beschermingsregime: nl. zoekgebieden met gradatie aardkundige waarden. Dit betekent dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dit met het nodige respect voor de bijzondere aardkundige waarden van het gebied moet plaatsvinden.

Wateradvies hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Ten aanzien van het wateradvies hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Wieringerrandmeer wordt een méérsporenbeleid gevolgd voor het WRM dat bij uitstek benut kan worden voor de realisering van een goede waterkwaliteit.
Over de discussie over het standstill beginsel Ijsselmeer : niet alleen voor wateroverlast maar ook voor watertekort; Een ruimtelijke inrichting moet het mogelijk maken om efficiënter met water om te gaan. Daarom zijn bollen alleen in geconcentreerde grootschalige projectvestigingen voorgeschreven. Hierdoor moet het mogelijk zijn om water selectiever aan te voeren;
Zuinig omgaan met water. Hier zien GS vooral een taak en belang voor de sector; aanleg van extra voorzieningen en daarbij zo mogelijk de opvang van wateroverlast en watertekort combineren. Aanleg en fasering van het Wirense kanaal is onderdeel van die voorzieningen. Dat kanaal moet zijn aangelegd en de financiering geregeld, vóórdat de feitelijke ontwikkeling van bollenteelt in uitvoering is genomen. In laatste instantie is wijziging of aanpassing van functies aan de orde.

Wateradvies Rijkswaterstaat Buitendijks bouwen
GS sluiten aan bij de rijksvoorwaarden voor buitendijks bouwen. Daardoor zijn waterbergend vermogen, waterkwaliteit en veiligheid gegarandeerd. GS blijven bij het standpunt dat kleinschalige recreatieve ontwikkelingen in en aan de rand van het IJssel- en Markermeer mogelijk moeten zijn. Het waterbergend vermogen mag daarbij niet substantieel worden aangetast en activiteiten moeten kunnen meebewegen met het water.

Voor verstedelijking en andere niet-stedelijke functies met aanzienlijke ruimtelijke effecten blijven GS het IJssel- en Markermeer als uitsluitingsgebied handhaven. Conform het rijksbeleid geldt hiervoor een nee tenzij geldt.

Voor de binnendijkse vrijwaringszone voor dijkversterking geldt er een ja mits, onder de voorwaarde dat toekomstige dijkversterkingen niet worden belemmerd. In alle gevallen wordt met bestaande bebouwing rekening gehouden.

Verdere procedure
De Statencommissie ROV adviseert aan PS over Nota van Beantwoording en de voordracht Ontwikkelingsbeeld NHN op 2 september a.s. Provinciale Staten zullen op maandag 11 oktober 2004 de Statenvoordracht van GS en het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland behandelen en vaststellen.

Inlichtingen: Jeanette Kluit, tel. 023 514 3172 Marcel van Kanten 18 augustus 2004