Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Golfstaten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 18 augustus 2004

Behandeld


- A.P. Wegerif


Kenmerk


- DAM-475/04

Telefoon


- 070 348 5838


Blad


- 1/5

Fax


- 070 348 6639


Bijlage(n)


- - ap.wegerif@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lidVan Bommel over persvrijheid in Iran


-

Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Bommel over - persvrijheid in Iran. Deze vragen werden ingezonden op - 15 juli 2004 met kenmerk - 2030418080.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over persvrijheid in Iran.

Vraag 1

Wat is uw oordeel over de open brief die 'Reporters without Borders' op 28 juni naar de Europese Unie stuurde naar aanleiding van het bezoek van de delegatie van de EU in Teheran om over mensenrechten in Iran te spreken? 1)

Antwoord -
In de bovengenoemde brief van "Reporters without Borders" wordt met feiten en voorbeelden omkleed gewezen op de slechte toestand van de persvrijheid in Iran. Ik hecht waarde aan het oordeel van "Reporters without Borders" en deel hun opvatting.

Vraag 2 -
Wat was het resultaat van de bilaterale consultaties over de persvrijheid in Iran op 19 februari 2004? 2)

Antwoord

Op 19 februari jl. vonden op mijn departement bilaterale politieke consultaties plaats met Iran, waarbij ook uitgebreid is gesproken over de mensenrechten. Bij die gelegenheid is van Nederlandse zijde onder meer zorg uitgesproken over de mate van persvrijheid in Iran en in dit kader de sluiting van kranten en de arrestatie van journalisten als Hedayat. Van Iraanse zijde werd aangevoerd dat veel nieuwe kranten worden gepubliceerd, maar dat persvrijheid een relatief nieuw fenomeen is, waarmee nog geleerd moet worden op verantwoordelijke wijze om te gaan.

Vraag 3

Heeft u de indruk dat het bezoek van de EU-delegatie een verbetering van de persvrijheid in Iran teweeg heeft gebracht of teweeg zal brengen? Zo ja, op welke manier? Indien neen, welke stappen zult u nemen teneinde deze situatie te doen verbeteren?

Antwoord -
De resultaten van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Iran zijn naar mijn mening teleurstellend. De EU zal komend najaar, onder het Nederlandse voorzitterschap, deze dialoog evalueren en daarbij bezien of en op welke wijze deze moet worden voortgezet. Tegelijkertijd blijft Nederland zich inzetten voor de persvrijheid in Iran en het lot van journalisten, zoals onder meer mag blijken uit de bijwoning, voor zover mogelijk, door de Nederlandse ambassadeur in Teheran van het recente proces inzake de moord op de Canadese fotojournaliste mevrouw Kazemi, alsmede uit een EU-voorzitterschapsverklaring over die kwestie.

Vraag 4 -
Wat is uw oordeel over het verschijningsverbod dat is opgelegd aan het maandblad Aftab vanwege een klacht van het openbaar ministerie in Teheran tegen hoofdredacteur Issa Saharkhiz dat hij onder andere religieuze leiders heeft beledigd; vrees onder de bevolking heeft aangejaagd door middel van publicatie van bedrieglijke stukken en het islamitische parlement en de oprichter van de islamitische republiek Iran heeft beledigd? Bent u bereid contact op te nemen met de Iraanse autoriteiten om uw afkeuring over deze en vergelijkbare zaken kenbaar te maken? Zo ja, hoe? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

De sluiting van kranten en tijdschriften in Iran, om de meest uiteenlopende redenen, is reeds jarenlang gaande. Dit beschouw ik als een zorgelijke ontwikkeling waarover niet gezwegen mag worden. Ook in het geval van de sluiting van het maandblad Aftab is onze zorg aan de Iraanse ambassadeur alhier overgebracht tijdens een recent onderhoud op mijn departement.


1) Reporters without Borders, 28 juni 2004; "European Union challenged about the Middle East's biggest prison for journalists".


2) Aanhangsel-Handelingen nr. 926, vergaderjaar 2003-2004, uw antwoord van 24 februari 2004 ("Zowel bilateraal als in het verband van de EU en de VN pleegt Nederland de Iraanse regering van zijn zorgen over de gevangenhouding van journalisten in kennis te stellen. Het onderhavige geval is tijdens bilaterale consultaties met Iran op 19 februari jl. in Den Haag aan de orde gesteld als een kwestie die ons zorgen baart")


3) 'Aftab' monthly temporarily banned from publishing, 11 juli 2004; - www.iranmania.com/news en AFP, 11 juli 2004 "Iranian reformist monthly shut for insulting supreme leader".

===