Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kant over het weigeren van patiënten door
tandartsen. ( (2030418850)
1.
Wat is uw reactie op het bericht dat tandartsen mensen met een laag inkomen weigeren?
1.
In het betreffende krantenartikel wordt gesproken over mensen met een laag inkomen en
over wanbetalers. In het laatste geval kan ik mij voorstellen dat een zorgverlener verdere
behandeling staakt als niet eerdere rekeningen zijn voldaan. Dat is een verschijnsel dat
voorkomt bij tal van transacties binnen het dagelijks maatschappelijk verkeer. Daarbij teken
ik voorts aan dat wanbetaling niet één op één met lage inkomens in verband mag worden
gezien. Wanbetaling komt net zo goed, bij hogere inkomensgroepen voor. Uit het artikel
blijkt niet duidelijk in hoeverre tandartsen patiënten á premiére vue weigeren op grond van
hun inkomenspositie. Dat zou veronderstellen dat tandartsen daar bij het eerste contact naar
vragen. Als dat zo is, vind ik dat strijdig met het beroepsethos van het vak.
2.
Wat wordt concreet opgenomen in de monitor van het College van zorgverzekeringen (CVZ)
naar de tandheelkundige zorg in Nederland?
2.
Cvz werkt op dit moment aan haar Signalement Mondzorg 2004. In dit onderzoek richt CVZ
zich op de ontwikkeling van de mondgezondheid van de jeugdige ziekenfondsverzekerden,
de toegankelijkheid van tandheelkundige zorg en de verzekerbaarheid daarvan. Het
Signalement Mondzorg bouwt voort op het evaluatie-rapport naar aanleiding van de
pakketwijziging van 1995. daarover heb ik uw Kamer bij brief van 13 februari 2004
geïnformeerd.
3.
Klopt het nog steeds dat de Tweede Kamer de monitor van het CVZ in december 2004 kan
verwachten?
3.
CVZ verwacht het Signalement Mondzorg 2004 in maart 2005 aan mij te kunnen
presenteren. Het college heeft deze tijd nodig heeft om de effecten van de nog recente
pakketwijziging van 1 januari 2004 helder in beeld te kunnen brengen.
4.
Wordt in deze monitor ook meegenomen of tandartsen patiënten weigeren en waarom? Zo
neen, bent u bereid hiertoe opdracht te geven?
4.
Ik heb op zich geen bezwaar tegen een dergelijk onderzoek. Dat zou gekoppeld kunnen
worden aan het onderzoek van CVZ. Ik verwacht daarvan echter weinig tastbare resultaten.
Hooguit zou in beeld kunnen worden gebracht of en, zo ja, in welke omvang tandartsen
patiënten weigeren. Echter, het achterhalen van de werkelijke reden zal lastig blijken. Aan
het weigeren tot behandeling kan een keur van redenen ten grondslag liggen. Variërend van
wachtlijsten en specifieke behandelvaardigheden tot persoonlijke antipathieën. In elk geval is
het niet aannemelijk dat tandartsen vanuit sociale wensbaarheid zullen aangeven dat zij
patiënten met een laag inkomen weigeren. Ik zie dus weinig heil in het effect van een
dergelijk onderzoek.
5.
Bent u bereid hier apart en op kortere termijn onderzoek naar laten te doen? Zo neen,
waarom niet?
5.
Neen, ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 4.
6.
De populatie die niet of niet regelmatig de tandarts bezoekt blijft uw aandacht vragen. Op
welke manier geeft u invulling aan deze aandacht?
6.
Ik heb CVZ gevraagd door te gaan met haar onderzoek naar de mate van aanvullende
verzekering en de omvang van de bezoekfrequentie binnen de ziekenfondspopulatie.
Tegelijkertijd wil ik realistisch zijn in mijn kansen om de tandheelkundige "restgroep" te
bereiken. Ik kan mensen niet dwingen om naar de tandarts te gaan, zeker niet waar sprake
is van desinteresse voor gebitsverzorging. Ook kan en wil ik niet treden in persoonlijke
afwegingen van de burger over diens bestedingspatroon. Tot slot merk ik op dat ca 90%
van de ziekenfondsverzekerden minimaal eenmaal per jaar naar de tandarts gaat.
7.
Is de populatie die niet of niet regelmatig de tandarts bezoekt veranderd sinds de
pakketmaatregel? Wordt dit aspect indien hierover nog geen gegevens bekend zijn,
meegenomen in de monitor van het CVZ?
7.
Op dit moment heb ik nog geen gegevens beschikbaar om te kunnen beoordelen of, en zo ja
in hoeverre, de tandartspopulatie verandering heeft ondergaan. Dit aspect wordt
meegenomen in het onderzoek dat leidt tot het Signalement Mondzorg 2004.
8.
Heeft u inzicht in de mate waarin mensen om financiële reden af hebben gezien van een
aanvullende verzekering met tandzorg? Bent u bereid hier zo nodig onderzoek naar te laten
doen? Zo neen, waarom niet?
8.
Uit het evaluatie-rapport van CVZ naar aanleiding van de pakketwijziging van 1995 blijkt dat
ongeveer 4 á 5% van de ziekenfondspopulatie "ooit" heeft moeten afzien van een
tandheelkundige behandeling vanwege financiële redenen. Voorts blijkt uit dit verslag dat
84% van de ziekenfondsverzekerden zich wel aanvullend heeft verzekerd. CVZ volgt de
trend in het percentage aanvullend verzekerden. Het resultaat daarvan wordt meegenomen
in het Signalement Mondzorg 2004.
9.
Bent u van mening dat het verkrijgen van objectieve gegevens over de tandheelkundige zorg
nog mogelijk is nu u door de verwijdering van deze zorg uit het pakket afhankelijk bent van
de Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde en het landelijk
informatiecentrum van de zorgverzekeraars, VEKTIS.
9.
In mijn brief van 13 februari 2004 heb ik aangegeven dat hier inderdaad een potentieel
probleem ligt. Niettemin wijs ik erop dat het CVZ voor haar Signalement ook gebruik maakt
van gegevens die uit eigen onderzoek of in opdracht van CVZ worden verkregen. Ik noem in
dit verband bijvoorbeeld het rapport Tandheelkundige verzorging jeugdige
Ziekenfondsverzekerden (december 2000), dat in samenwerking met TNO tot stand is
gebracht en het onderzoek naar tandheelkundig zorggebruik en mondgezondheid in relatie
tot sociaal-economische status door Ipso Facto.
Voor het overige meld ik dat ik plannen ontwikkel om op termijn de beschikking te krijgen
over een samenhangende kennisstructuur voor de eerstelijnszorg. Voor dat doel heb ik
afspraken in voorbereiding om met relevante kennisinstituten en beroepsorganisaties tot een
geïntegreerde aanpak te komen.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport