Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
persbericht
Nummer:
59
Directie:
voorlichting
25-08-2004
Status:
informatie
Slecht gedrag leerlingen wordt ervaren als grootste probleem in
onderwijs
Nederlanders vinden het slechte gedrag van sommige leerlingen -
waaronder het gebrek aan waarden en normen - momenteel het grootste
probleem in het primair en voortgezet onderwijs en in mindere mate ook
in het middelbaar beroepsonderwijs. Ondanks deze zorg vinden zij wel
dat er op scholen voldoende aandacht wordt besteed aan zaken als orde,
netheid, discipline, persoonlijke ontwikkeling, sociale vaardigheden
en waarden en normen. Dat staat in de Onderwijsmeter 2004, die
minister Van der Hoeven van OCW op 25 augustus 2004 naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
Uit de Onderwijsmeter blijkt verder dat ouders zich minder zorgen
maken over het lerarentekort dan vorig jaar. In lijn hiermee maken
ouders zich minder zorgen over lesuitval dan vorig jaar. Overigens
komt lesuitval nog even vaak voor. Bijvoorbeeld in het voortgezet
onderwijs geeft driekwart van de ouders aan dat lessen van hun kind
meerdere keren per maand uitvallen.
PRIMAIR ONDERWIJS
De meeste Nederlanders vinden dat het geld voor onderwijsachterstanden
gelijk verdeeld moet worden over allochtone en autochtone leerlingen.
Daarnaast zijn de meeste Nederlanders voorstander van spreiding van
allochtone en autochtone kinderen over de basisscholen. Verder blijft
de grootte van de klassen in het primair onderwijs en het gebrek aan
individuele aandacht voor leerlingen dat hiermee gepaard gaat, een
zorgpunt van zowel Nederlanders als ouders. De zorg over het onderhoud
en de schoonmaak van de school neemt daarentegen sterk af.
VOORTGEZET ONDERWIJS
Steeds meer ouders maken zich zorgen over de kosten die zij moeten
betalen voor het onderwijs aan hun kinderen op het voortgezet
onderwijs. Daarentegen maken steeds minder ouders zich zorgen over de
kwaliteit van de schoolleiding.
Verder zijn ouders vaker dan voorheen tevreden over onder andere:
de nadruk die de school legt op prestaties
de informatie vanuit de school over de vorderingen van hun kind
de motivatie van leraren
het signaleren van leer- en gedragsproblemen bij leerlingen
het toezicht buiten de lesuren
de schoonmaak van de school
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS
Opvallend bij het middelbaar beroepsonderwijs is de toenemende zorg
bij zowel Nederlanders als ouders over de aansluiting van het
onderwijs op de praktijk. De meeste ouders vinden echter wel dat de
scholen voldoende aandacht besteden aan de beroepspraktijk,
vakbekwaamheid en de oriëntatie op vervolgopleidingen en beroepen. Net
als in het voortgezet onderwijs maken ouders zich steeds meer zorgen
over de kosten die zij moeten betalen voor het onderwijs aan hun
kinderen. Desondanks vindt tweederde van de ouders het een goede zaak
dat de prestatiebeurs wordt ingevoerd in het MBO. Verder maken ouders
zich steeds meer zorgen over de kwaliteit van het onderwijs en de
omvang van de school. Daarentegen stijgt het aantal ouders dat
tevreden is met de persoonlijke aandacht die hun eigen kind op school
krijgt. Het aantal ouders dat tevreden is met het toezicht buiten de
lesuren, neemt af.
HOGER ONDERWIJS
Bijna de helft van de Nederlanders is niet goed op de hoogte van het
hoger onderwijs (men heeft in veel gevallen geen uitgesproken mening).
Nederlanders maken zich het meeste zorgen over de aansluiting van het
onderwijs op de praktijk. Verder is de relatief hoge beoordeling van
met name het wetenschappelijk onderwijs opvallend.
Ministerie van OCW
Rijnstraat 50
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56
F: 070 412 34 50
E: info@minocw.nl