Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Westelijk Halfrond

Afdeling Noord-Amerika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 24 augustus 2004

Behandeld


- FVG. Bevort


Kenmerk


- DWH/NM-110/04

Telefoon


- 3485291


Blad


- 1/3

Fax


- 3485472


Bijlage(n)


- - fvg.bevort@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lidKoenders over behandeling van gevangenen in Guantanamo Bay en Abu Ghraib

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Koendersover - behandeling van gevangenen in Guantanamo Bay en Abu Ghraib. Deze vragen werden ingezonden op - 12 augustus 2004met kenmerk - 2030419260.


- De minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over de behandeling van gevangenen in Guantanamo Bay en Abu Ghraib.

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de recente- Australische en Engelse klachten over de behandeling van gevangenen in Guatanamo Bay?

Antwoord

De klachten waar u naar verwijst zijn vervat in een rapport dat is opgesteld door drie Britten die in maart werden vrijgelaten uit de gevangenis op de Amerikaanse marinebasis Guantánamo Bay. Dit rapport is op 4 juli door hun advocaten aangeboden aan de Amerikaanse Senaat. Momenteel lopen er in de Verenigde Staten meerdere onderzoeken naar de behandeling van gevangenen (zie ook het antwoord op vraag 4). Ik acht het niet wenselijk op de uitkomsten van de verschillende onderzoeken vooruit te lopen in mijn oordeelsvorming over de genoemde klachten.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de rechtsgang ten aanzien van gevangenen in Guantanamo Bay na de uitspraak- van het Amerikaanse Hooggerechtshof?

Antwoord

De regering vindt het een positieve ontwikkeling dat het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft besloten zogeheten "Combatant Status Review Tribunals" in te stellen die een uitspraak zullen doen over de status van de gevangenen als krijgsgevangene in de zin van de derde Conventie van Genève. De regering zal de gang van zaken in deze met aandacht te volgen.

Vraag 3

Welke initiatieven neemt u in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie om opnieuw voor deze zaak aandacht te vragen teneinde de gevangenen te laten behandelen en te laten berechten op basis van geldend internationaal recht?

Antwoord

Het onderwerp is op 14 juli jl. besproken tijdens regulier EU/VS-overleg en zal naar verwachting ook op komende vergaderingen op de agenda blijven. Ook kwam het op tijdens het overleg van de Nederlandse mensenrechten ambassadeur met zijn Amerikaanse collega.

Vraag 4

Wilt u zo spoedig mogelijk een oordeel geven over het binnenkort te verschijnen rapport van de VS-Commissie die een juridisch onderzoek instelt naar de mishandelingen in Abu Ghraib?

Antwoord

Op 12 mei 2004 installeerde de Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld een commissie, bestaande uit de oud-ministers Schlesinger (voorzitter) en Harold Brown, oud-VS vertegenwoordiger Tillie K. Fowler en generaal b.d. Charles A. Horner, met de opdracht de detentie-operaties van het Amerikaanse ministerie van Defensie te onderzoeken. Daarbij heeft minister Rumsfeld aangegeven dat hij het rapport van de commissie zal voorleggen aan de 'Committees on Armed Services' van het Congres. De commissie brengt op 24 augustus 2004 haar rapport uit. Naar verwachting zal de Senaatscommissie in het najaar hoorzittingen over het rapport houden.

Na ontvangst zal het rapport bestudeerd worden en een oordeel worden geformuleerd. Hierbij zullen de reacties van de 'Committees on Armed Services' worden betrokken.


- NRC-Handelsblad, 5 augustus jl.


- Zie www.supremecourtus.gov, aldaar de uitspraak van het Hof van 28 juni jl. in Rasul et al. v. Bush (03-334) en Al Odah et al. v. United States et al. (03-343).

===