WAO-managers bij UWV sturen onvoldoende op kwaliteit
Managers bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
vullen hun verantwoordelijkheid voor de WAO te beperkt in. Ze houden
zich vooral bezig met kwantitatieve eisen voor de WAO, zoals
tijdigheid en werkvoorraden, en sturen nauwelijks op kwalitatieve
aspecten zoals de beoordeling door verzekeringsartsen. De managers
letten daarbij alleen op de prestaties, ze kijken bijna niet naar
oorzaken en verklaringen voor problemen in de uitvoering van de WAO.
Dit blijkt uit het rapport 'De manager de baas?' dat de Inspectie Werk
en Inkomen (IWI) vandaag heeft gepubliceerd.
De inspectie heeft onderzocht wat de oorzaak is van dit probleem. IWI
wil verklaringen voor het probleem geven, zodat UWV het rapport kan
gebruiken om de sturing te verbeteren. IWI wijt het gebrek aan
aandacht van managers voor de kwaliteit van de WAO aan drie zaken:
1) managers worden door hun eigen baas niet gestuurd op kwaliteit van
de uitvoering;
2) de organisatiestructuur van UWV laat toe dat management en staf
los van elkaar functioneren;
3) verzekeringsartsen schermen informatie over de kwaliteit af en
managers gaan daarover te weinig de confrontatie aan. Overigens gaan
ze ook weinig confrontaties met verzekeringsartsen aan over hun
productiviteit.
Begin jaren negentig heeft UWV het concept 'integraal management'
geĂŻntroduceerd voor de sturing van verzekeringsartsen. WAO-managers
zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en de kwantiteit van de
uitvoering van de WAO. De inspectie vindt dat de managers voldoende
aandacht moeten besteden aan zowel kwantiteit als kwaliteit, maar dat
is niet het geval. Dit terwijl de kwaliteit van de uitvoering al
enkele jaren ter discussie staat.
persbericht IWI, 27 augustus 2004
Inspectie Werk en Inkomen