Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2004-123

Den Haag, 27 augustus 2004

Kabinet zet in op soepele rechtsgang aandelenlease

Het kabinet constateert dat de werkzaamheden van de Commissie Geschillen Aandelenlease (CGA) niet vergeefs zijn geweest. Met het rapport van de CGA is een bruikbaar overzicht van het veld van de aandelenleaseproblematiek beschikbaar gekomen. Het kan, samen met de weergave van de resultaten uit de rechtspraak tot nu toe, betrokken partijen, rechtshulpverleners en rechters meer inzicht geven in de aandelenleaseproblematiek en hen daardoor tijd, moeite en kosten besparen. Er is geen aanleiding voor een nieuwe bemiddelingspoging van overheidswege. Dat schrijft minister Zalm, mede namens de minister van Justitie, in de kabinetsreactie op het rapport van de CGA.

Ten aanzien van de wet- en regelgeving concludeert het kabinet dat de consumentenbescherming in verband met de verkoop van aandelenleaseproducten voldoende geborgd is. De thans bestaande regelgeving biedt de consument voldoende handvatten om zijn rechten geldend te maken in een juridische procedure tegen zijn aanbieder. Wel bestaat er behoefte aan verduidelijking van de wederzijdse verantwoordelijkheden van financiële dienstverlener en consument. Dit geldt met name voor de verantwoordelijkheden die bij financiële dienstverlening rusten op tussenpersonen. Hieraan wordt in het wetsontwerp voor de Wet financiële dienstverlening (Wfd) in ruime mate aandacht besteed. Met de Wfd zal deze bedrijfstak worden onderworpen aan (verscherpt) publiek toezicht en wordt het toezichtbereik van de AFM uitgebreid. Dit alles ontslaat de consument echter niet van de eigen verantwoordelijkheid als men besluit bepaalde financiële producten te kopen.

Verder merkt het kabinet op dat beseft moet worden dat het toezicht, evenals de toepasselijke regelgeving, de afgelopen jaren een ontwikkelingsfase heeft doorgemaakt en dat de AFM, als bestuursorgaan, zich te allen tijde diende te houden aan het in de Algemene Wet Bestuursrecht neergelegde voorschrift dat haar optreden proportioneel dient te zijn. Het kabinet meent dat het optreden van de toezichthouder, in dat licht bezien, passend is geweest.

Het kabinet ziet het als zijn verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een toegankelijke, adequate en efficiënte rechtsgang. Hoewel niet wordt verwacht dat er zich in dit kader problemen zullen voordoen, is de Raden voor Rechtsbijstand gevraagd zich voor te bereiden op een mogelijk groot beroep op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Indien een toevloed van aandelenleasezaken daartoe aanleiding geeft, zullen zij op korte termijn beheersmaatregelen kunnen nemen. De Raad voor de rechtspraak verwacht op haar beurt evenmin moeilijkheden te zullen ontmoeten bij het afhandelen van mogelijk grote volumes aan aandelenleasezaken. Zij geeft aan gewend te zijn dit soort pieken op te vangen.

De kabinetsreactie is te vinden op het volgende Internet-adres:

http://www.minfin.nl/FM04-1135.doc