Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
UB/AM/04/52460

Onderwerp Datum
Evaluatie intensivering beoordeling 27 augustus 2004
arbeidsgeschiktheid

Bijgaand treft u een door UWV uitgevoerde evaluatie aan van het project "intensivering beoordeling arbeidsgeschiktheid". In het kader van dit project heeft UWV eind 2003 en begin 2004 vrouwen jonger dan 35 jaar, die op basis van een `zachte c.q. psychische diagnose' een WAO-aanvraag indienden, intensiever dan gebruikelijk beoordeeld.
Twee vormen van intensievere verzekeringsgeneeskundige beoordeling zijn toegepast:
- dubbele verzekeringsgeneeskundige beoordeling (inclusief dubbel spreekuurcontact) door 2 verzekeringsartsen op één kantoor (Alkmaar);

- voorlegging van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling aan de stafverzekeringsarts op alle overige UWV-kantoren.
Voor beide groepen was verder sprake van voorlegging van de arbeidskundige beoordeling aan de stafarbeidsdeskundige.

Doelstelling van de pilot was om te bepalen wat de effecten zijn van een intensievere beoordeling van de doelgroep op de instroom in de WAO.

Hoofdpunten evaluatie
De hoofdpunten van de evaluatie zijn als volgt:

- het percentage toekenningen is bij de dubbele beoordelingen (regio Alkmaar) sterk gedaald; met 26,4 procentpunt ten opzichte van het kwartaal ervoor. Landelijk is door de intensievere beoordeling een daling te zien in het percentage toekenningen van 6,8 procentpunt;
- zowel landelijk als in Alkmaar is het percentage volledig arbeidsongeschikt bij de intensievere beoordelingen gedaald: in Alkmaar met 19,4 procentpunt, landelijk met 6,8 procentpunt;
- uit een nadere analyse blijkt dat dit effect niet zozeer het gevolg is van inhoudelijke verschillen tussen de afzonderlijke verzekeringsgeneeskundige beoordelingen door 2 verzekeringsartsen, maar vooral het gevolg is van meer aandacht en tijd die aan de beoordelingen is besteed;

2


- de intensievere werkwijzen blijken een positieve invloed te hebben op de kwaliteit en inzichtelijkheid van de beoordelingen door de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen;
- al doende werd de intensievere beoordeling door meer en meer verzekeringsartsen gezien als een methode om de claimbeoordeling kwalitatief te verbeteren;

- op de meeste van een aantal onderzochte aspecten (zoals inzicht in de gezondheidssituatie, deskundigheid van de verzekeringsarts en hoe is de beoordeling ervaren) geven dubbel beoordeelde jonge vrouwen een positievere beoordeling dan de referentiegroep. Hierbij moet aangetekend worden dat de verschillen in scores relatief klein zijn. Daarnaast wordt de beoordeling door vrouwen die twee keer zijn beoordeeld niet vaker als geestelijk of fysiek vermoeiend ervaren dan door vrouwen die één keer zijn beoordeeld.

Conclusies
De evaluatie wijst op een positief effect van de intensievere beoordeling. Dit positieve effect blijkt uit:

- een sterke afname van het percentage toekenningen;

- een sterke afname van het percentage volledig arbeidsongeschikten;
- een verbetering van de kwaliteit en inzichtelijkheid van de beoordelingen. Uit een nadere analyse blijkt dat het positieve effect niet zozeer het gevolg is van een verschil tussen de afzonderlijke beoordelingen van verschillende verzekeringsartsen, alswel van het besteden van meer aandacht en tijd aan de beoordelingen.
Ook bleek dat de vrouwen die dubbel beoordeeld zijn dit niet negatief ervaren hebben.

Het UWV werkt aan concrete voorstellen voor verdere implementatie van de intensievere beoordeling. Hierbij wordt gedacht aan uitbreiding van de aanpak naar jonge mannen met "zachte c.q. psychische diagnoses" en toepassing van de aanpak bij de komende herbeoordelingsoperatie. Ik zal deze voorstellen beoordelen en u vervolgens over deze nadere uitwerking voor het einde van het jaar informeren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)