Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

31 augustus 2004

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Geen verkeersdrempel op Akkrumerraklaan
Bewoners van de Akkrumerraklaan in Leidsche Rijn hebben (in het kader van het Recht van Initiatief) gevraagd om een verkeersdrempel op de T-splitsing met de Monnikerraklaan. Dit verzoek wordt niet gehonoreerd omdat het college het onderwerp in een breder verband van een wijkverkeersplan wil beoordelen. Er is een wijkverkeersplan voor Leidsche Rijn in voorbereiding. Dit najaar worden door gemeente en bewoners geconstateerde knelpunten (waaronder de situatie op de Akkrumerraklaan) beoordeeld en geprioriteerd. Dit gebeurt in overleg met bewoners. Een ander argument van de afwijzing op dit moment is dat de verkeerscirculatie rondom de bedoelde T-splitsing onlangs gewijzigd toen de brug bij de Grietmansraklaan voor verkeer geopend werd. Verkeer kan daardoor makkelijker de Langerakbaan bereiken en hoeft niet meer via de Akkrumerraklaan te rijden. De effecten daarvan moeten eerst duidelijk worden.


2. Gemeentelijke regie vermindering thuisgeweld De gemeente neemt de stedelijke regie op zich voor het verminderen van thuisgeweld. Het Advies en Meldpunt Veilig Huis heeft het college hiertoe opgeroepen. In het Advies en Meldpunt werken twaalf Utrechtse organisaties samen.

De wethouder voor Sociale Zaken is voortaan eerstverantwoordelijk voor het gemeentelijk beleid voor het verminderen van thuisgeweld. De regie is ondergebracht bij de afdeling Welzijnszaken van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling.

De gemeentelijke regie moet leiden tot een integrale Utrechtse aanpak op dit terrein. In december 2004 is een Plan van Aanpak 'Verminderen Thuisgeweld' gereed.

De gemeentelijke regierol is op zijn plaats omdat het bieden van veiligheid en bescherming tegen geweld een kerntaken van overheden is. Bij het verminderen van thuisgeweld zijn vele instanties binnen en buiten de gemeente betrokken. De gemeente kan - volgens de stedelijke organisaties - de schakel vormen tussen hulpverlening, politie en justitie.

In 2001 heeft de gemeente een stedelijk convenant tussen de betrokken organisaties mede ondertekend. Daarmee onderschrijven ze het verder ontwikkelen en uitvoeren van het programma 'Een VeiligHuis, zorg en preventie bij geweld binnen relaties'.

Verminderen van thuisgeweld is ook prioriteit in het Jeugdbeleid voor de periode 2004-2007.


3. Beatrix- en Christinaschool gemeentelijk monument De panden van de voormalige Prinses Beatrixschool en de Prinses Christinaschool zijn door het college aangewezen als beschermd gemeentelijk monument. Het complex is een cultuurhistorisch markant punt in Zuilen, gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Vorige week nam het college al een besluit over de herontwikkeling van het complex, dat een sociaal-culturele bestemming krijgt. De aanwijzing tot gemeentelijk monument brengt met zich mee dat er eventueel ook andere financieringsbronnen voor de restauratie beschikbaar komen.


4. Voorbereiding op Wet kinderopvang
Op 1 januari 2005 zal de Wet kinderopvang in werking treden. Het college heeft besloten dat de nieuwe taken en verantwoordelijkheden van de gemeente worden uitgevoerd zoals vastgelegd in de gemeentelijke beleidsnota Wet kinderopvang.

Verschillende onderdelen van de organisatie krijgen hiermee te maken. Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat uitvoering geven aan het gemeentelijke doelgroepenbeleid, met name voor mensen die vanuit een uitkering een herintegratietraject ingaan. De voorbereidingen zijn deze zomer al gestart. De controle op de kwaliteit, handhaving en openstellen register wordt een verantwoordelijkheid van de GG & GD. Welzijnszaken behoudt de regie over het nieuwe kinderopvangbeleid.

Het college heeft besloten dat naast de wettelijk verplichte taken voor de duur van de beleidsnota aanvullend gemeentelijk beleid wordt uitgevoerd. Dit om de sector voldoende mogelijkheden te bieden om zich verder te ontwikkelen en te stimuleren dat kinderopvang blijft samenwerken met andere sectoren in Utrecht. De komende jaren worden projectgelden ingezet voor buitenschoolse opvang-plus voorzieningen, activiteitengebonden kinderopvang, tienerprojecten, innovatieve kinderopvangvormen en samenwerkingsprojecten binnen de FORUM-scholen. Daarnaast wordt een vestigingsbeleid gevoerd om belemmeringen weg te halen voor ondernemers die zich in Utrecht willen vestigen.

Deze wet regelt een vraaggestuurde vorm van financiering kinderopvang voor ouders/verzorgers van kinderen van 0-12 jaar. Ouders worden zelf inkopers van kinderopvang en regelen vervolgens een tegemoetkoming in hun kosten via hun werkgever en de belastingdienst. Door deze wet vervallen de gemeentelijke subsidieplaatsen en veranderen de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de kinderopvang.

Kinderopvang wordt een marktsector, aanbod en financiering kinderopvangplaatsen wordt een verantwoordelijkheid van de sector zelf. Ook worden de ondernemers volgens de nieuwe wet verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun dienstverlening.

De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een doelgroepenbeleid, de controle op de uitvoering van het wettelijk vastgelegde kwaliteitsbeleid en de handhaving van wettelijk gestelde kwaliteitseisen. Daarnaast moet de gemeente een register aanleggen van kinderdagverblijven en gastouderbureaus binnen de gemeentegrenzen. Dit register moet openbaar toegankelijk worden.

Verder wordt van gemeenten verwacht dat zij ondernemers kinderopvang voldoende mogelijkheden bieden om het aanbod kinderopvangplaatsen af te stemmen op de vraag van ouders.


5. Voorbereiden op Wet Maatschappelijke Ondersteuning Op het terrein van zorg en welzijn is een nieuwe wet in de maak. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning zal grote consequenties hebben voor de gemeentelijke organisatie. Het Kabinet is voornemens grote delen van de wet al per 1 januari 2006 in te voeren. Hoewel de contouren van de wet nog door de Tweede Kamer moeten worden vastgesteld, bereidt Utrecht zich hierop voor.

Het college wil intern tijdig maatregelen treffen om de organisatie op orde te hebben. De WMO zal een verzwaring zijn van de taken en financien van de gemeente. Daarom wil het college een plan van aanpak laten opstellen en daarover eind dit jaar een besluit nemen. Zo komen er wijkinformatieloketten op het gebied van wonen, zorg en welzijn waar mensen terechtkunnen met vragen voor ondersteuning bij de WMO. Hierin gaan verschillende gemeentelijke diensten samenwerken.