TASKFORCE JEUGDWERKLOOSHEID

Voorzichtige tekenen van teruglopende jeugdwerkloosheid

Voorlopige hoofdlijn betoog Hans de Boer opening BVE-jaar

Taskforce Jeugdwerkloosheid bij opening jaar van het beroepsonderwijs:
voorzichtige tekenen van teruglopende jeugdwerkloosheid

Maar jongeren kiezen massaal verkeerde opleidingen en missen daardoor mogelijkheden op arbeidsmarkt

Amersfoort, 3 september 2004 - Tijdens de landelijke opening van het nieuwe schooljaar voor de BVE-sector breekt Hans de Boer, voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, een lans voor praktische beroeps- en salarisvoorlichting om jongeren in die richting te leiden waar zij de beste vooruitzichten hebben. Na onderzoek deze zomer onder 1000 jongeren constateert de Taskforce dat veel jongeren geen idee hebben van de inhoud en beloning van een praktisch vak. 'Daarom kiezen ze voor een zitbaan, terwijl de arbeidsmarkt veel betere loopbanen te bieden heeft', aldus De Boer.

Voorzichtige signalen terugdringing jeugdwerkloosheid... Het gaat de goede kant op met het vinden van banen voor jongeren. Volgens de laatste cijfers van het CWI (juli) zijn dit jaar zo'n 15.000 jongeren bemiddeld. Ten opzichte van het niveau van 2003 zijn zo'n 4.700 meer jongeren aan een baan geholpen, waarmee de Taskforce zijn taakstelling van dit jaar (7.500 extra plaatsingen) binnen handbereik ziet komen. Ook het aantal ingeschreven jongeren bij het CWI daalt. De jeugdwerkloosheid bedraagt nu 53.000. In maart 2004, toen de Taskforce startte, waren 65.000 jongeren ingeschreven bij het CWI. Ook de CBS-cijfers laten een afzwakkende groei van het aantal jeugdwerklozen zien.

...maar te vroeg om de vlag uit te steken.
De Boer plaatst twee kanttekeningen bij het goede nieuws. Zo blijkt dat van het krimpende aantal ingeschrevenen bij het CWI een steeds groter percentage geen afgemaakte opleiding (startkwalificatie) bezit. Nu is dat meer dan de helft, een half jaar geleden was het zo'n 40 procent. Het verder terugdringen van de jeugdwerkloosheid wordt dus moeilijker en vergt een grotere opleidingsinspanning, zo houdt De Boer zijn gehoor van ROC-directeuren voor.
Daarnaast worstelt de Taskforce met het oplopende verschil tussen het CWI-getal van 53.000 jeugdwerklozen en de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die aangeven dat er nu 138.000 jongeren zonder baan zijn.
Eén belangrijke reden waarom minder mensen zich inschrijven bij het CWI, is dat jongeren zonder baan door CWI, gemeenten en de Taskforce veel sterker op hun huid worden gezeten. Zonder tegenprestatie krijgen de jongeren geen uitkering; het werken met behoud van een uitkering wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door het aanbieden van stagebanen. Dan loont het om óf terug naar school te gaan óf je eigen weg te vinden door bijvoorbeeld tijdelijk werk. De Boer: 'Stimulansen om zelfstandig een baan te zoeken of verder te studeren zijn prima, maar jongeren moeten niet tussen wal en schip vallen. Er is meer inzicht nodig in de groep jongeren die zich niet inschrijft bij het CWI; waar zijn ze naartoe gegaan en waar zijn ze mee bezig?' Jongeren kiezen verkeerd: geen notie van beroeps- en inkomensmogelijkheden
Voor de zomer werd de Taskforce duidelijk dat juist in de traditionele vakken (zoals timmerman, schilder, lasser, installateur, hovenier) veel leerwerktrajecten worden aangeboden waar een jeugdwerkloze niet gemakkelijk instapt. Daar heeft de Taskforce deze zomer nader onderzoek naar gedaan .Het beroepsbeeld van een jongere blijkt vaak vertekend en jongeren hebben geen goed beeld van het salaris dat bij bepaalde beroepen hoort. Het onderzoek laat zien dat jongeren bijvoorbeeld niet weten wat een timmerman of lasser verdient, ten opzichte van meer sexy geachte voorkeursberoepen zoals een PR-medewerker of een bankemployee. Dat verschil kan al snel oplopen tot 1000 Euro per maand. De Boer: 'Een groot verschil voor iemand die net 20 jaar is en dan staat men nog niet eens stil bij het feit dat je met een baan als timmerman, installateur, hovenier et cetera er zwart ook nog gemakkelijk een paar honderd euro per maand bij kan pakken. Samenleving en economie zouden baat hebben bij een veel directere manier van voorlichten aan jongeren en hun ouders over beroeps- en inkomensmogelijkheden. Gezien de vergrijzing en ontgroening en in het licht van de steeds grotere tekorten aan MBO-opgeleiden in de traditionele vakken, ligt er een gouden toekomst voor de jongeren in het reguliere werknemerscircuit, in het grijze circuit en in het ondernemerschap', aldus De Boer.

Werkgevers moeten dichter op beroepsonderwijs kruipen en meer stageplekken bieden
Ter voorbereiding op een toekomst met een tekort aan MBO-opgeleiden zou het logisch zijn dat werkgevers massaal stageplekken aanbieden aan studenten. Echter, er is momenteel een tekort aan stageplekken, waardoor de studie van de jongeren stagneert. Gezamenlijk gaan de Taskforce Jeugdwerkloosheid en de BVE-raad dit tekort terugdringen. 'Dat gaan we op twee manieren doen', aldus de Boer:
1. BPV-actie, waarvan de start op 1 september 2004 zal zijn. Deze actie wordt geïnitieerd samen met het COLO, de BVE Raad en het CWI. Wij gaan daarbij de knelpunten in de regio bij ROC's monitoren en zullen onze accountmanagers inzetten om actie te voeren in de regio en zo de noodzakelijke leerbanen te verwerven.

2. Stage Info Punt: op 3 september 2004 zal tijdens de opening van het BVE-jaar een Stage Info Punt gelanceerd worden door de Taskforce in samenwerking met het JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs). Bij dit landelijke informatie punt kunnen jongeren, maar ook hun ouders, terecht met alle vragen over stages en kunnen ze advies inwinnen over het vinden van een stage. Het nummer van dit Stage Info Punt is 020-423 46 46, het internetadres is www.stageinfopunt.nl.

Op dit moment bieden 170.000 leerbedrijven in totaal 250.000 leerplekken aan MBO-ers. Het gaat om een kwart miljard stage-uren en - bij 10 procent begeleiding - om 25 miljoen begeleidingsuren (te waarderen op een bedrag tussen de één tot anderhalf miljard Euro per jaar). Dat is niet niks, maar het is toch nog te weinig.

Beroepsonderwijs als betonnen vloer wordt bedreigd door betonrot Per jaar kiezen 450.000 jongeren voor een Mbo-opleiding. Bijna de helft van de beroepsbevolking heeft een afgemaakte opleiding in het beroepsonderwijs. Daarmee is het beroepsonderwijs de betonnen vloer onder de samenleving. 'Die betonnen vloer wordt echter bedreigd door verschillende soorten betonrot', aldus Hans de Boer. Het beroepsonderwijs heeft recht op een veel beter imago in de samenleving en veel meer trots en zelfbewustheid van binnen uit. Er moet gewerkt worden aan een veel betere aansluiting tussen wat gevraagd wordt in de samenleving en de opleidingskeuze van jongeren en hun ouders.
Werkgevers (bedrijven en semi-publieke instellingen) moeten zich het beroepsonderwijs weer gaan toe-eigenen, onder andere door veel meer stage-en leer-werktrajecten aan te bieden.

De rijksoverheid en de instellingen hebben de taak om tot een veel betere werkverhouding te komen. Meer mensen en middelen moeten worden besteed aan het geven van onderwijs en minder aan de verantwoordingsbureaucratie. Scholen zijn vandaag de dag meer gericht op regeltjes en rechtmatigheid, dan op doelmatigheid en flexibiliteit. Een starre bekostigingssystematiek en de enorme verantwoordingslast (commissie Schutte) gaan ten koste van flexibele en aantrekkelijke onderwijsprogramma's. Met de oproep aan de staatssecretaris van OCW, 'Rutte ga niet voor Schutte', besloot de Taskforce Jeugdwerkloosheid zijn bijdrage aan de opening van het BVE-jaar.

Over de Taskforce Jeugdwerkloosheid
De Taskforce Jeugdwerkloosheid (TJ) is ingesteld door de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Sociale zaken en Werkgelegenheid. De doelstelling van de TJ is om in vier jaar tijd 40.000 jeugdbanen te realiseren. Om dit te bereiken stimuleert en faciliteert de Taskforce werkgevers, intermediairs, opleiders en gemeenten om optimaal samen te werken.