Gemeente Zaanstad

De B&W-besluiten van week 36

vrijdag 3 september 2004

Monitor GSB-II/ISV-I, mei-juni 2004
De vierde editie van de GSB-II/ISV-I monitor, van mei/-juni 2004, geeft een beeld van de voortgang van het ZMOP II, het Zaans Meerjarenprogramma dat gefinancierd wordt met steun van het Rijk. De monitor laat zien dat er rond de zomer veel projecten in uitvoering zijn of worden genomen, zoals de Zaanbocht, de Fabriek, A8erna en Molletjesveer.
De grootste verschuiving die de monitor laat zien is dat vanuit ISV-middelen 2 miljoen aan Inverdan wordt toegewezen. Dit geld komt gedeeltelijk van het restauratieprogramma van gemeentelijke monumenten dat vertraging heeft opgelopen en met gelden uit de volgende ZMOP II-periode gefinancierd zal worden. Ook de renovatie van het In t Veldpark gaat later van start. Deze ISV-middelen worden gealloceerd bij het Darwinpark.

Structuurschets 2015 Dansen op het Veen
Het college van B&W heeft kennis genomen van de structuurschets 2015 Dansen op het Veen. De schets geeft inzicht in de ruimtelijke ontwikkeling van Zaanstad tot 2015 en is het resultaat van reeds ingezet ruimtelijk beleid. Zo vormen de hoofdlijnen uit de pas herzien strategische koers ook voor de structuurschets het uitgangspunt. Van het Zaans Meerjarig Ontwikkelprogramma (ZMOP) zijn de ruimtelijke implicaties in beeld gebracht. Tevens zijn de conclusies uit deelnotas op relevante beleidsterreinen verwerkt.

De structuurschets in het kort
Zaanstad wil een bedrijvige stad, met stedelijke allure en dorpse vitaliteit in een aantrekkelijke omgeving worden. Daartoe wordt een ontwikkeling in gang gezet waarbij de sterke punten verder worden uitgebouwd. Zaanstad faciliteert haar industrie en havengerelateerde bedrijvigheid en ontwikkelt binnenstedelijk kansrijke profielen voor diverse vormen van bedrijvigheid. Uitgegaan wordt van het behoud van de diversiteit van de verschillende woonmilieus en van de van oudsher sterke menging van wonen en werken. Verstedelijking vindt rond de knooppunten bij de stations plaats. In eerste instantie staan hierbij Inverdan en Poort Clamdijcke centraal. Tegelijkertijd wordt gewaakt dat de diversiteit in verschillende gebiedsprofielen behouden blijft zowel in het dorp als in de stad. De dorpslinten worden in stand gehouden. De groen/blauwe structuur van parken en sportparken binnenstedelijk wordt versterkt. Verder wordt de samenhang tussen de Zaan, binnenstedelijke en buitenstedelijke groengebieden verder ontwikkeld. Een en ander wordt uitgewerkt in gebiedstyperingen en profielen.

Vervolgproces
Ruimtelijk beleid kan maar ten dele door de gemeente worden gestuurd. Het is nu de vraag of de potentiële partners van Zaanstad deze ontwikkelingsrichting aansprekend vinden en waar combinaties mogelijk zijn. Voor Zaanstad staan de volgende vragen centraal:
* Hoe kan Zaanstad zich binnen de regio sterker positioneren?
* Hoe kunnen ruimtelijke ingrepen de lokale economie versterken?
* Hoe kan de woningbouwopgave gerealiseerd worden onder het motto stad stadser, dorpen dorps?

* Hoe kan de bereikbaarheid van Zaanstad worden verbeterd?
* Hoe kan de menging van wonen en werken als troef ingezet en versterkt worden?

* Hoe kan de kwaliteit van het groen en water behouden blijven en versterkt worden?

Voorgesteld wordt om rondetafelgesprekken te voeren met professionele belangenorganisaties, collega-overheden, het bedrijfsleven en burgers. De raad wordt uitgenodigd een actieve rol te vervullen bij deze gesprekken. Tevens zal de structuurschets ter inzage liggen bij de gemeente.

Roerende woon- en bedrijfsruimtenbelasting
Het college van B&W gaat een nieuwe notitie Roerende woon- en bedrijfsruimtenbelasting aan de Gemeenteraad aanbieden. Tijdens een eerdere behandeling in de clustercommissie kwamen veel vragen naar voren. De aangepaste notitie verschaft meer helderheid. Roerende woon- en bedrijfsruimtenbelasting / roerende ruimtebelasting (RRB) is voor Zaanstad nieuw, maar bestaat in veel gemeenten al lang. Het is een belasting die vergelijkbaar is met de onroerende zaak belasting (OZB), de bekende lokale belasting die aan alle eigenaren en bewoners van huizen en bedrijfspanden wordt geheven. De OZB is de belangrijkste ´autonome´ inkomstenbron voor een gemeente en de opbrengst levert een belangrijke bijdrage aan de begroting. Allerhande zaken worden ervan betaald: onderhoud en schoonhouden openbare ruimte, voorzieningen, veiligheid etc. Tot op heden betaalden bewoners van woonschepen en andere ´roerende zaken´ geen algemene gemeentelijke belasting. Zij maken echter net zo goed gebruik van alle gemeentelijke voorzieningen. Ook het wonen in woonschepen wordt door het college als volwaardig beschouwd. De RRB betreft in Zaanstad 281 woonschepen en 10 roerende bedrijfsobjecten. De manier van heffen (op basis van de waarde van het pand / het schip) en het tarief (per 2268 waarde) zijn gelijk.
In de cluster en ook in gesprekken met belanghebbenden kwam de vraag aan de orde, of er straks niet dubbel betaald gaat worden. Het liggeld, dat veel woonschipbewoners betalen, is van heel andere aard. Liggeld is een individueel recht, een tegenprestatie: het recht op het gebruik van een bepaald stuk gemeentewater en kade voor het neerleggen van een woonschip. De OZB (en RRB) is een algemene belasting; tegenover de heffing staat geen direct aanwijsbare tegenprestatie. B&W wijzen in dit verband ook naar een uitspraak van de Belastingrechter uit 2001.
Het is de bedoeling dat de RRB per 1 januari 2005 wordt ingevoerd. Voor die tijd worden alle roerende woon- en bedrijfsruimten getaxeerd. De Gemeenteraad wordt gevraagd met de vervolgprocedure in te stemmen.