Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Politieke Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 31 augustus 2004

Behandeld

J.C.S. Wijnands


Kenmerk


- DPZ-374/04

Telefoon


- 070-3486163


Blad


- 1/1

Fax


- 070-3484638


Bijlage(n)


- 1


-

Betreft


- Gymnich-overleg d.d. 3-4 september 2004

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Dijksma tijdens de regeling van werkzaamheden van heden (uw kenmerk 204-080) om - met het oog op het algemeen overleg op 1 september - aanvullende gegevens te ontvangen over het Gymnich-overleg op 3 en 4 september a.s., ontvangt u hierbij in bijlage - mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking - een overzicht en beschrijving van de te bespreken onderwerpen. Hierbij is tevens het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken meegenomen om aanvullende informatie over Soedan te ontvangen met het oog op de bespreking van dit onderwerp bij Gymnich (uw kenmerk 04-buza-51).

Het traditionele Gymnich-overleg betreft een zogenaamde informele Raad, die niet de gebruikelijke ambtelijke voorbereiding kent en waarbij geen sprake is van formele besluitvorming. De inzet van de regering voor dit overleg moet vooral worden gezien in het licht van de voorzitterschapsrol die Nederland momenteel vervult binnen de EU.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

ASEM-uitbreiding

Tijdens de RAZEB van 12-13 juli jl. werd geen overeenstemming bereikt over toetreding van Birma tot ASEM. De EU herbevestigde in de Raadsconclusies wel de bereidheid bij te dragen aan een oplossing voor het probleem van de uitbreiding van ASEM. Tijdens deze RAZEB werd voormalig minister van Buitenlands Zaken Hans van den Broek aangesteld als speciale gezant van het Voorzitterschap om consultaties te voeren met de ASEM-partners en te zoeken naar een compromis-oplossing. Tijdens Gymnich zal opnieuw over ASEM worden gesproken, in aanwezigheid van Van den Broek. De uitbreiding van ASEM is een complex dossier. De EU dient een afweging te maken tussen enerzijds de strategische relatie van de Unie met Azië, waarin ASEM een belangrijk forum is, en anderzijds de wenselijkheid van een duidelijke opstelling jegens het Birmese regime. Indien de EU niet instemt met de toetreding van Birma, zou daarmee in feite het ASEM-proces worden opgeblazen. Zonder uitbreiding aan Aziatische zijde zullen de Aziatische partners namelijk niet instemmen met uitbreiding aan EU-kant, en zonderparticipatie van de tien nieuwe EU-lidstaten kan de EU uiteraard niet deelnemen. Nederland heeft als voorzitter de lastige taak hier de juiste balans te vinden en tijdens het Gymnich-overleg toe te werken naar consensus over deelname aan de ASEM-top van 8 en 9 oktober 2004 in Hanoi.

Midden-Oosten

Het Midden-Oosten vredesproces bevindt zich nog steeds in een diepe impasse. Een belangrijke ontwikkeling die mogelijk tot concrete vooruitgang bij de implementatie van de Roadmap kan zorgen is de Israëlische planning voor terugtrekking uit de Gazastrook en een deel van de Westelijke Jordaanoever. De Israëlische premier Sharon stuit op tegenstand van o.a. de rechtervleugel van zijn partij. Terwijl naar aanleiding van uitspraken van het Israëlische Hooggerechtshof de bouw van de barrière tijdelijk is stilgezet en wijzigingen in het traject worden voorgesteld, heeft de Israëlische regering recent toestemming gegeven voor een grootschalige uitbreiding van bestaande nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. De EU en VN hebben hierover hun ernstige verontrusting uitgesproken. Aan Palestijnse zijde is de binnenlandspolitieke crisis, waarbij premier Qurei met aftreden had gedreigd, voorlopig weer bezworen, al blijft de onvrede over het functioneren van president Arafat en de regering groot. Onder grote binnen- en buitenlandse druk heeft Arafat besloten tot een herstructurering van de politie- en veiligheidsdiensten en de vervanging van de hoofden van de diensten, maar het is vooralsnog onduidelijk in welke mate dit besluit ook daadwerkelijk is uitgevoerd en de gewenste verbeteringen zal opleveren. Politieke, juridische en economische hervormingen lopen opnieuw vertraging op.

Tijdens de Gymnich-bijeenkomst zal vooral bezien worden hoe de EU tegen deze achtergrond de uitvoering van de Roadmap kan bevorderen en welke concrete bijdragen de Unie zou kunnen leveren aan de implementatie van de Israelische plannen voor terugtrekking uit Gaza indien aan de voorwaarden van de Unie terzake zal zijn voldaan, zoals geformuleerd door de Europese Raad van maart jl. De discussie zou moeten leiden tot een duidelijk mandaat voor het Voorzitterschap en HV Solana ten behoeve van de Kwartet-bijeenkomst op ministerieel niveau in september in New York.

Irak

Bij de Europese Raad van 17 en 18 juni jl. werd het EU-beleid m.b.t. Irak voor de middellange termijn overeengekomen. Op basis hiervan had de RAZEB van 12 juli jl. een ontmoeting met de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken Zebari. Hierbij werd o.a. gesproken over de mogelijkheden voor EU-steun bij de wederopbouw van Irak in brede zin. De RAZEB voorzag voorts het uitzenden van een verkenningsmissie naar Irak die de opties voor steun op een aantal deelterreinen nader in kaart zou moeten brengen. Deze missie is afgelopen zondag met mij meegereisd naar Irak en voert daar deze week gesprekken met de Iraakse autoriteiten, vertegenwoordigers van internationale organisaties, het maatschappelijk middenveld, alsmede de multinationale troepenmacht. De missie concentreert zich m.n. op de terreinen rechtsstaat en openbaar bestuur, veiligheid (opbouw politie-apparaat) en het politieke proces (o.a. voorbereiding verkiezingen). Op basis van o.m. het rapport van deze verkenningsmissie zal tijdens het Gymnich-overleg nader gekeken worden naar de mogelijkheden voor een vergrote EU-rol in Irak, waarna een aantal concrete projectvoorstellen nader uitgewerkt zullen worden. Hierbij zal ook nadrukkelijk gekeken worden naar mogelijke financiele ondersteuning door de EU(-landen) van de VN-beschermingsmacht in Irak en versterking van de dialoog en samenwerking met dit land en zijn buurlanden. De uitvoerbaarheid van e.e.a. zal uiteraard ook sterk afhangen van de veiligheidssituatie in Irak. Deze blijft zorgelijk, al is de oplossing die tot stand kwam voor de crisis in Najaf in dit verband van wezenlijk belang.

Iran

De EU is zeer bezorgd over de nucleaire activiteiten van Iran. Verschillende interim-rapporten van IAEA-directeur El Baradei gaven aanleiding tot grote zorg, maar nog niet tot een doorverwijzing naar de VN-Veiligheidsraad op basis van het expliciet vaststellen van het schenden van Iran's verplichtingen onder de IAEA-waarborgenovereenkomst ('non-compliance'). Van 13 tot 16 september a.s. behandelt de IAEA Board of Governors het volgende, eind augustus verschijnende, interim-rapport van El Baradei. Ondanks eerdere toezeggingen aan het VK, Frankrijk en Duitsland over toepassing van het Additioneel Protocol en de opschorting van verrijkingsactiviteiten, heeft Iran zijn verrijkings- en opwerkingsactiviteiten deels hervat. Het Gymnich-overleg zal zich nader buigen over de zorgelijke ontwikkelingen in het nucleaire dossier en de mogelijkheden voor een verdere aanpak - o.a. aan de hand van een toelichting van de drie genoemde EU-landen op hun recente inspanningen - en de relatie EU-Iran in brede zin. De EU heeft m.b.t. Iran een beleid waarbij enerzijds getracht wordt in gesprek te blijven en anderzijds uitzicht wordt gegeven op verbetering van de betrekkingen (o.a. via een Handels- en Samenwerkingsakkoord) indien Iran voortgang maakt op de vier door de EU aangegeven terreinen van zorg. Geconstateerd moet echter worden dat naast het nucleaire dossier ook op de andere terreinen van zorg (mensenrechtensituatie, strijd tegen terrorisme en opstelling in het Midden-Oosten vredesproces) geen sprake is van vooruitgang.

Westelijke Balkan

De EU heeft Servië en Montenegro herhaaldelijk aangespoord vaart te maken met de hervormingen die nodig zijn voor verdere vooruitgang richting de Unie, zoals afronding van de interne markt tussen beide deelrepublieken en volledige samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY). Geconstateerd moet worden dat hiermee vooralsnog onvoldoende resultaten zijn geboekt. Tegen de achtergrond van de verkiezing in juni jl van de hervormingsgezinde Servische president Boris Tadic zal nader gesproken worden over de wijze waarop de EU de hervormingsgezinde krachten in Servië en Montenegro kan steunen in hun streven tot aansluiting bij de Unie. Tevens zal hierbij aandacht worden besteed aan het functioneren van de Statenunie tussen Servie en Montenegro en de wijze waarop verdere concrete voortgang kan worden gemaakt in het kader van het Stabilisatie- en Associatieproces.

M.b.t. Kosovo zal worden gesproken over de ontwikkelingen sinds de gewelddadigheden van maart jongstleden, mede met het oog op de verkiezingen in oktober. Hierbij zal o.a. gekeken worden naar de vooruitgang die sindsdien is gemaakt met het bieden van opvang en bescherming aan etnische groepen, arrestatie en berechting van de aanstichters van het geweld en herstel van de aangerichte schade. Ministers zullen eveneens spreken over de wijze waarop de EU een meer coherente rol kan spelen ten aanzien van Kosovo. HV Solana en Commissaris Patten zullen hiertoe nadere ideëen presenteren. Ook zal worden besproken hoe de EU kan bijdragen aan een effectievere uitvoering van het "standards before status"-beleid, waarbij met name aandacht zal worden gegeven aan versterking van lokale instituties, bescherming van minderheden en de dialoog tussen Belgrado en Pristina.

Soedan

De ontwikkelingen in Soedan, de afgelopen dagen en weken, geven een gemengd beeld te zien. Wat de humanitaire situatie betreft is sprake van verbetering van de toegang tot gebieden waar de nood hoog is. Er is nog wel sprake van hindernissen bij toegang in sommige gebieden die door rebellen worden gecontroleerd. Ook het opzetten van veldkantoren van sommige hulporganisaties (w.o. ook VN) wordt bemoeilijkt door gebrek aan middelen of door onveiligheid. Mensenrechten-waarnemers van UNHCHR kunnen inmiddels zonder tegenwerking functioneren.

De situatie waarin de bevolking van Darfur zich bevindt is nog altijd zeer zorgwekkend. Moord en verkrachting van vrouwen en meisjes vindt volgens berichten nog steeds plaats. De eerste pogingen van de Soedanese autoriteiten tot strafvervolging van daders wordt nog als weinig geloofwaardig beoordeeld. De veiligheid in kampen voor ontheemden is verbeterd. Wat de veiligheidssituatie daarbuiten betreft, is sprake van gebrek aan voortgang. De regering in Khartoem heeft aanzienlijke aantallen extra politiemensen ingezet, maar die gaan vooralsnog ongestructureerd te werk en hebben het gevoel van veiligheid nauwelijks verhoogd.

Ontwapening van de Janjaweed vindt nog niet plaats. Maar ook van de afgesproken kantonering van rebellen komt nog niets terecht. De onderhandelingen in Abuja tussen de Soedanese regering en de twee rebellengroeperingen zijn nu op gang gekomen, maar hebben nog weinig concreet resultaat opgeleverd. Tussentijdse opschorting van het overleg heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een aanval op een dorp, waarbij 60 doden vielen. Deze aanval is inmiddels door de AU-waarnemingsmissie bevestigd. De bemiddelaars van de Afrikaanse Unie hebben een concept-protocol opgesteld voor de verbetering van de humanitaire situatie op basis van voorstellen van beide partijen. Dit protocol is momenteel in behandeling.

De bespreking van de situatie in Soedan zal vooral plaatsvinden op basis van de rapportage van de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN, Jan Pronk, die op 2 september a.s. de Veiligheidsraad zal informeren over zijn bevindingen. De Veiligheidsraad zal daarop consultaties beginnen, die mogelijk een week later tot conclusies voert. Daarop kan thans moeilijk worden vooruitgelopen, maar de RAZEB op 13 september a.s. zal de situatie in Soedan, en eventueel nader te nemen maatregelen, opnieuw bezien. Voorts zullen vragen aan de orde komen die betrekking hebben de ondersteuning van de AU en mogelijke initiatieven van de VN. In dit verband wordt rekening gehouden met een voorstel voor uitbreiding van de AU-waarnemersmissie en de beschermingsmacht, alsmede met een politie-missie. De EU zal moeten bezien of en hoe aan een en ander ondersteuning kan worden geboden. Om de regering in Khartoem onder druk te houden de afspraken te implementeren, zullen mogelijke nadere maatregelen worden besproken. Alle partijen, dus ook de rebellen, zullen worden opgeroepen de vredesbesprekingen in Abuja serieus en met kracht voort te zetten.

===