Ingezonden persbericht


3 augustus 2004

Ontdekking van het eigen Landschap

Het Groninger Museum presenteert Ontdekking van het eigen Landschap in het Prentenkabinet van 4 september t/m 21 november 2004. In de tentoonstelling zijn olieverfschilderijen, aquarellen en tekeningen te zien. Het Groninger land staat centraal.

In de 18de eeuw werd het eigen, vlakke landschap meer en meer ontdekt. Het landschap werd op een 'romantische' wijze gezien en geschilderd. De nadruk lag op het als schilderachtig ervaren zogenaamde 'Drentse' landschap met zandweggetjes, vervallen huizen en grillige bomen. Dat zo gewaardeerde landschapstype begint eigenlijk ook al in de provincie Groningen, direct ten zuiden van de stad Groningen, en was ook kenmerkend voor Westerwolde, met het bijzondere klooster in Ter Apel.

In Groningen waren rond 1800 kunstenaars actief als Hendrik Lofvers (1739-1806) en Anton Koster (1769-1840). Een jongere navolger is Assuerus Quaestius (1815-1887). Hoewel enige romantische vertekening eigen is aan de werken, beoogden de kunstenaars wel een beeld van het eigen landschap te geven. De werken staan vol met aardige details: bruggetjes, runderen, wrijfpalen voor het vee gemaakt van walviskaken en marskramers met hun kiep.

In de tweede helft van de 18de eeuw nam de belangstelling voor het lokale landschap sterk toe.

Er werden grote aantallen tekeningen en prenten met stads- en dorpsgezichten gemaakt. Bezienswaardigheden werden razend populair. Ook de meer waterrijke en vlakke gedeelten van het Groninger en Friese land, met koeien, rondtrekkende marskramers en schepen, werden populair.

In de aquarellen van P. Moolenbergh (ca.1773-1807) is goed te zien hoe een interieur en een landschap is geschilderd en samengebracht in één werk. Een grote meester van het 'Drentse' landschap was de in Groningen geboren Egbert van Drielst (1745â¤'1818). Van Gerardus Wieringa (1758-1817) zijn meerdere kamerbrede wandschilderingen bewaard, en ook een schoorsteenstuk. Dat laatste zal in het prentenkabinet te zien zijn.

De tentoonstelling geeft het beeld weer dat we hebben van het 'oer'landschap in Noord-Nederland van ruim twee eeuwen terug. Enkele werken zijn recent door het museum verworven en worden nu voor het eerst geëxposeerd: een aquarel van Moolenbergh en twee werken van Koster.

Illustratie: Gerardus Wieringa (1758-1817), Weidelandschap, zonder jaartal,

Olieverf op doek, 102 x 84 cm, Groninger Museum