Product- en Bedrijfschappen veroorzaken relatief weinig
administratieve lasten
31 augustus 2004 -
De product- en bedrijfschappen hebben een betrekkelijk gering aandeel
in de totale administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Samen zijn
zij verantwoordelijk voor 23 miljoen euro. Niettemin gaan de schappen
onderzoeken hoe zij hun administratieve lasten verder kunnen
terugbrengen. De uitkomsten hiervan worden eind 2004 verwacht.
De SER heeft op verzoek van minister De Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid de verordeningen van de product- en bedrijfschappen
laten doorlichten op de administratieve lasten die zij veroorzaken.
Uit het onderzoek blijkt dat dit ongeveer 23 miljoen euro is. Het
aandeel van de schappen in de totale administratieve lasten voor het
bedrijfsleven is daarmee gering te noemen. Uit de nulmetingen van de
verschillende ministeries blijkt bijvoorbeeld dat de regelgeving van
de rijksoverheid 16,4 miljard euro administratieve lasten veroorzaakt.
Daarnaast brengen de Europese Unie, gemeenten en andere overheden
administratieve lasten voort.
Het onderzoek was gericht op in totaal 258 verordeningen van de 17
product- en bedrijfschappen. Onder de schappen vallen circa 450.000
overwegend middelgrote en kleine bedrijven.
Vooral in dierlijke sector
De meeste administratieve lasten worden veroorzaakt in de dierlijke
sector. Driekwart van de lasten komt voort uit vijf verordeningen van
twee productschappen. Voor het merendeel zijn dit verordeningen die de
voedselkwaliteit en de diergezondheid bevorderen en die zo het
Europese en nationale landbouwbeleid actief ondersteunen. De
bedrijfschappen nemen samen slechts 6 procent van de totale
administratieve lasten voor hun rekening.
De SER schrijft in zijn rapport dat de uitkomsten van het onderzoek om
een genuanceerde interpretatie en evaluatie vragen van de
administratieve lasten voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
(PBO) als geheel.
Kabinetsstandpunt PBO
Het onderzoek naar de omvang van de administratieve lasten door
product- en bedrijfschappen is uitgevoerd in het kader van het
administratieve lastenproject van de rijksoverheid. Een onderdeel
daarvan is dat ook medeoverheden de door henzelf veroorzaakte
administratieve lasten in kaart brengen.
De uitkomsten van het onderzoek zijn daarnaast relevant voor het nog
op te stellen kabinetsstandpunt over de PBO en voor de behandeling van
de zogeheten motie-Aptroot. In die motie wordt het kabinet gevraagd
het huidige PBO-beleid mede vanuit het oogpunt van administratieve
lastenvermindering te heroverwegen. Het kabinet zal het standpunt over
de PBO naar verwachting eind 2004 naar de Tweede Kamer sturen.
Sociaal-Economische Raad