Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Spreekpunten van staatssecretaris Van Geel bij de opening van de Week van Nederland Schoon op 6 september 2004.

'De kaboutertjes ruimen het wel op', zullen de mensen denken die hun lege blikje met een soepel gebaar in de struiken deponeren. Ik kan jullie echter vertellen: die kaboutertjes, u kent ze wel, die doen dus hélémaal niets. Wij zullen er toch echt zelf voor moeten zorgen dat er minder zwerfafval op straat belandt. Iedereen, dus vooral jij/u en ik. Pas dan kunnen wij met recht zeggen: 'Kijk, Nederland wordt steeds schoner'. Afval moet dus in de afvalbak, en niet op straat, zo eenvoudig is het. Tegelijkertijd hebben ook de overheid en het bedrijfsleven afspraken gemaakt om iets aan al dat zwerfafval te doen.

Zo willen wij bijvoorbeeld dat er volgend jaar 80 procent minder blikjes en kleine, plastic flesjes op de straat terecht komen dan in 2001 het geval was. Dit moet voor 2006 gelukt zijn. In het uiterste geval moet er namelijk statiegeld komen op blikjes en kleine flesjes. Maar, wij gaan er graag vanuit dat die 80 procent gewoon netjes wordt gehaald.
Het bedrijfsleven moet er bovendien voor zorgen dat er al dit jaar 2/3 minder blikjes en flesjes tussen het zwerfafval zitten. In totaal moet er 45 procent minder zwerfafval op straat komen; een klus waar wij allemaal samen voor staan.

Ik ben positief gestemd. Zwerfafval is namelijk een hot issue, lokaal én landelijk. Verloedering en vervuiling van de leefomgeving nemen een toppositie in op ranglijsten van neerlands grootste ergernissen. Nederlanders storen zich hier zelfs nog meer aan dan aan files en sigarettenrook. Dat zegt wel iets; het zwerfafval verdient een grondige aanpak.

Ik heb dan ook veel waardering voor het werk dat Nederland Schoon doet, ook nu weer, met de organisatie van de Week van Nederland Schoon. Nederland Schoon heeft, met hulp van het bedrijfsleven, al veel campagnes en acties opgezet om het zwerfafval in Nederland te verminderen. Neem bijvoorbeeld de afvalzakjes voor op het strand en in de auto, de wedstrijd voor het schoonste strand, de speciale afvalbakken op parkeerterreinen (onder het motto 'met hetzelfde gemak gooi je 't in de afvalbak) of de informatiepakketten voor op scholen.

Nederland Schoon, gemeenten en het Afval Overlegorgaan (NVRD) spannen zich enorm in om de hoeveelheid zwerfafval verminderd te krijgen. Daarnaast steekt het bedrijfsleven, samen met de Rijksoverheid overigens, bijvoorbeeld ook geld in de zogeheten SAM-regeling (subsidieregeling), waarmee gemeenten vervolgens weer voortvarend aan de slag kunnen in de strijd tegen het zwerfafval. Er wordt dus al goed samengewerkt, maar bij de evaluatie van het deelconvenant is vastgesteld dat het nóg beter kan en beter moet. De Rijksoverheid, het bedrijfsleven en de gemeenten moeten onderling duidelijker afspreken wie wat doet en moeten vooral ook samen plannen maken. Een goed voorbeeld is het jaarlijkse, gezamenlijke congres over zwerfafval.

Eén ding zal duidelijk zijn; als wij een schone omgeving willen om in te leven, te werken, te wonen en te recreëren, dan moeten wij dat samen realiseren. Iedereen heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid, maar allemaal met hetzelfde doel. Voorop staat dat afval dus niet dagelijks bij elkaar geveegd zou moeten worden, maar gewoon meteen in de afvalbak moeten belanden. 'Ze hangen er voor'. Zo wordt Nederland pas echt schoner en hoeven wij misschien niet zo hard na te denken over regels om de hoeveelheid zwerfafval te verminderen.