Ingezonden persbericht


Nettowinst Rabobank Groep stijgt met 12%
Heemskerk: "Goed resultaat over eerste halfjaar 2004" http://www.rabobankgroep.nl/asp/default.asp?node_id=9280 6 september 2004

· Retailbankbedrijf +24%

· Kredietverlening private sector +4%

· Spaarmiddelen +5%

· Beheerd vermogen +6%

· Premieomzet verzekeren -1%

· Baten +13%
"De Rabobank Groep heeft het eerste halfjaar van 2004 geprofiteerd van het beginnende economische herstel. Met name het retailbankbedrijf, het kernbedrijf van de Groep, presteerde goed." Dit zei drs. H (Bert) Heemskerk voorzitter van de Raad van Bestuur vanmorgen bij de presentatie van de halfjaarcijfers. De Rabobank Groep boekte het eerste halfjaar van 2004 "een goed resultaat" met een nettowinststijging van 12%. Naast een sterke groei van de baten was er ook sprake van een duidelijke stijging van de kosten, met name vanwege een reorganisatievoorziening. De reorganisatievoorziening is gevormd in het kader van Operatie Service, de herinrichting van Rabobank Nederland. Deze herinrichting is noodzakelijk om de dienstverlening van Rabobank Nederland aan de lokale banken te verbeteren. Na de herinrichting moet Rabobank Nederland een meer efficiënte klant- en servicegerichte organisatie zijn voor de lokale banken. Deze operatie moet een besparing van EUR 200 miljoen opleveren en resulteren in een vermindering van het aantal fte's met 1.200. Verwachting jaarresultaat
Heemskerk is positief over het te verwachten jaarresultaat: "De Nederlandse economie krabbelt langzaam weer op; de eerste tekenen van herstel worden zichtbaar. Het prille herstel is wel afhankelijk van mondiale omstandigheden, zoals de ontwikkeling van de olieprijs en terrorismedreiging. Ondanks deze onzekere ontwikkelingen zijn we optimistisch voor de rest van het jaar. Onvoorziene omstandigheden voorbehouden, verwachten wij dat de nettowinststijging over geheel 2004 in lijn zal liggen met de nettowinstgroei van 12% in het eerste halfjaar." Ontwikkeling financiële dienstverlening
OmvangMutatie
Bancaire dienstverlening
Kredieten aan private sector EUR 246 miljard+ 4 %1) Toevertrouwde middelenEUR 180 miljard+ 5 %1)
Leasing
KredietportefeuilleEUR 12,6 miljard+ 10 %1)
Beleggen
Beheerd vermogen EUR 195 miljard + 6 %1)
Aantal effecten- en optieorders3,3 miljoen+ 11 %2) Verzekeren
Premieomzet verzekerenEUR 2.231 miljoen - 1 %2)

- LevenEUR 1.311 miljoen - 9 %2)

- SchadeEUR 832 miljoen + 16 %2)

- HerverzekerenEUR 88 miljoen - 10 %2)
Omzet dienstverleningEUR 133 miljoen - 2 %2)

1) Percentage berekend ten opzichte van eind 2003.
2) Percentage berekend ten opzichte van het eerste halfjaar 2003. Ontwikkeling financiële resultaten
OmvangMutatie
BatenEUR 4.914 miljoen+ 13 %2)
Bedrijfslasten EUR 3.260 miljoen+ 12 %2)
Efficiency-ratio 66,3 %
NettowinstEUR 825 miljoen+ 12 %2)
Balanstotaal EUR 440 miljard+ 9 %1)
BIS-ratio10,7
Tier 1-ratio 10,6

1) Percentage berekend ten opzichte van eind 2003.
2) Percentage berekend ten opzichte van het eerste halfjaar 2003. RESULTATEN EERSTE HELFT 2004
De totale baten van de Rabobank Groep zijn in de eerste helft van het jaar met 13% gestegen tot EUR 4.914 (4.351) miljoen. De batenstijging is beïnvloed door de gevolgen van stelselwijzigingen inzake Interpolis en Trust Preferred Securities (zie ook pagina 6 en 7). Daarnaast werd het batenniveau met EUR 107 miljoen gedrukt als gevolg van waardering van de swaps op het Ledenkapitaal tegen marktwaarde (zie pagina 10). De bedrijfslasten namen met 12% toe tot EUR 3.260 (2.920) miljoen. De personeelskosten stegen met 6% tot EUR 1.928 (1.822) miljoen. De andere beheerskosten noteerden een sterke stijging van 25% tot EUR 1.155 (921) miljoen. Hogere voorzieningen, met name voor reorganisaties (EUR 120 miljoen), zijn de belangrijkste oorzaak van de stijging. De dotatie aan de waardeveranderingen van vorderingen bedroeg in de eerste helft van 2004 EUR 275 miljoen hetgeen gelijk is aan dezelfde periode vorig jaar. De waardeveranderingen van financiële vaste activa bedroeg EUR -12 (-50) miljoen. Het bedrijfsresultaat voor belastingen nam met 15% toe tot EUR 1.391 (1.206) miljoen. Op de vermogensbeheeractiviteiten na noteerden alle groepsonderdelen een hoger resultaat. Efficiencyratio
De efficiencyratio verbeterde van 67,1% in de eerste helft van 2003 naar 66,3%. De efficiencyratio geeft de verhouding weer tussen de bedrijfslasten en de baten. Nettowinst + 12%
De nettowinst bedroeg in de eerste helft van het jaar EUR 825 (734) miljoen. Dit is een stijging met 12%. Financiële doelstellingen
De Rabobank Groep streeft naar het realiseren van klantwaarde met als randvoorwaarden financiële stabiliteit en medewerkerswaarde. Om deze financiële stabiliteit te waarborgen heeft de Rabobank Groep een drietal financiële doelstellingen geformuleerd voor de lange en korte termijn. Dit zijn voor de lange termijn een nettowinstgroei van 12%, een rendement op het eigen vermogen van 10% en een tier 1-ratio van 10. Vanwege de matige economische omstandigheden en vooruitzichten waren de doelstellingen in 2003 naar beneden bijgesteld voor de korte termijn. Gezien de goede cijfers in het eerste halfjaar van 2004 en de positieve verwachtingen voor heel 2004 denkt de Rabobank Groep aan de financiële doelstellingen voor de lange termijn te kunnen voldoen. In de eerste zes maanden realiseerde de Rabobank Groep een nettowinstgroei van 12%, een tier 1-ratio van 10,6 en een rendement op het eigen vermogen van 10,8% waarbij opgemerkt wordt dat dit laatste percentage positief beïnvloed is door een stelselwijziging met betrekking tot de Trust Preferred Securities. Zonder deze wijziging zou het rendement op het eigen vermogen op 10,0% zijn uitgekomen. BANKIEREN
Kredietverlening
In het eerste halfjaar groeide de kredietverlening aan de private sector met 4% tot EUR 246 (235) miljard. Het leeuwendeel van de stijging is toe te schrijven aan particulieren. Zij leenden in de eerste zes maanden 7% meer. De groei van de kredietverlening aan de sector handel, industrie en dienstverlening kwam uit op 3%. De groei in de food- en agrisector is nihil. Hypotheekmarkt
In de voor de Rabobank Groep belangrijke hypothekenmarkt is de positie als marktleider het afgelopen halfjaar verstevigd. Het marktaandeel in de eerste zes maanden bedroeg 26,2% tegenover 25,7% eind 2003. Hiervan is 21,4% afkomstig van de lokale banken en 4,8% van Obvion. Toevertrouwde middelen
Het totaal aan toevertrouwde middelen nam in het eerste halfjaar met 5% toe tot EUR 180 (173) miljard. Hiervan heeft EUR 75 (72) miljard betrekking op spaargelden. De spaargelden groeiden met 5% waarbij vooral de internetspaargelden sterk toenamen. RETAIL
Met een stijging van het bedrijfsresultaat voor belastingen van 24% heeft het retailbankbedrijf goed gepresteerd. De toename met EUR 156 miljoen tot EUR 797 miljoen is vooral het gevolg van een stijging van de baten met 10% tot EUR 2.617 (2.384) miljoen. De bedrijfslasten namen met 4% toe tot EUR 1.694 (1.635) miljoen. De toegenomen baten betreffen met name een hogere rentewinst en hogere provisieresultaten. De groei van de rentewinst bleef iets achter bij de groei van de kredietverlening door een verkrapping van de rentemarge. De stijging van de bedrijfslasten kwam hoofdzakelijk voor rekening van de andere beheerskosten. De personeelskosten bleven nagenoeg gelijk mede door een daling van het aantal fte's met bijna 2% tot 29.285. De waardeveranderingen van vorderingen nam toe met EUR 18 miljoen tot EUR 126 miljoen. WHOLESALE
Het bedrijfsresultaat voor belastingen van het wholesalebankbedrijf kwam in het eerste halfjaar uit op EUR 464 (387) miljoen. Dat is een stijging met 20%. De stijging is onder meer te danken aan lagere risicokosten, de post waardeveranderingen van vorderingen daalde met 34% tot EUR 82 (125) miljoen. Daarnaast bedroeg het resultaat op waardeveranderingen van financiële vaste activa EUR 12 miljoen, terwijl er in de eerste helft van 2003 sprake was van een verlies van EUR 43 miljoen. De baten stegen licht met 6% tot EUR 1.058 (994) miljoen. De bedrijfslasten daarentegen namen met 19% toe tot EUR 524 (439) miljoen met name door een stijging van de incidentele kosten en de acquisities van afgelopen jaar die nu volledig in de cijfers zijn opgenomen. De country-bankingactiviteiten groeiden voorspoedig. Zo kwam de kredietverlening aan de private sector uit op een groeipercentage van 18% en waren ook de resultaten hoger ondanks een krappere rentemarge. Het brutoresultaat van Corporate Clients bleef achter bij vorig jaar en ook de corporate financeactiviteiten konden het goede resultaat van vorig jaar niet evenaren. Begin dit jaar heeft de Rabobank Groep een definitieve schikking getroffen met de Royal Bank of Canada inzake een claim die voortkwam uit een swaptransactie voor het failliete energieconcern Enron. VERMOGENSBEHEER EN BELEGGEN
De vermogensbeheeractiviteiten realiseerden in de eerste zes maanden een bedrijfsresultaat voor belastingen van EUR 80 miljoen tegenover EUR 85 miljoen in de eerste helft van 2003. In vergelijking met vorig jaar bleven met name de eenmalige baten achter zoals het resultaat uit financiële transacties. Daarnaast is ook een incidentele last van EUR 10 miljoen genomen die betrekking heeft op behaalde spreadresultaten van Robeco Groep in 2003. Met de AFM is afgesproken dat spreadresultaten ten gunste van de beleggingsfondsen komen. Orders
Het totale aantal voor klanten verwerkte orders, waaronder orders voor huisfondsen, steeg in de eerste zes maanden met 11% tot 3,3 miljoen. Met name in het eerste kwartaal was sprake van een fors herstel. Het aantal huisfondsenorders van Robeco Groep groeide mede dankzij Persoonlijk Vermogensbeheer, een automatische dienst van Robeco Direct. Van het totaalaantal orders is 44% afkomstig van de lokale banken, 14% van Robeco Groep en 39% van Alex. Beheerd en bewaard vermogen
Eind juni bedroeg het beheerde en bewaarde vermogen van de Rabobank Groep EUR 195 (184) miljard. Dit is een stijging van 6% ten opzichte van eind 2003. Het beheerde en bewaarde vermogen bestaat voor EUR 54 (52) miljard uit de eigen beleggingsportefeuille, EUR 20 (19) miljard uit vermogen dat Interpolis voor pensioenfondsen van derden beheert en voor EUR 120 (113) miljard uit vermogen van klanten dat beheerd en bewaard wordt door de lokale banken en de dochterondernemingen, zoals de Robeco Groep. Koersresultaten op het vermogen van klanten zorgden voor een toename van EUR 3 miljard. De instroom van nieuw vermogen bedroeg eveneens EUR 3 miljard. VERZEKEREN
Het bedrijfsresultaat voor belastingen, bestaande uit resultaat uit operationele activiteiten en resultaten op beleggingen, bedroeg in het eerste halfjaar EUR 126 miljoen tegenover EUR 75 miljoen in dezelfde periode van 2003. Het resultaat uit operationele activiteiten steeg met EUR 26 miljoen tot EUR 101 miljoen vooral door gunstige verzekeringstechnische resultaten schade. Ook het resultaat uit beleggingen liet een sterke stijging zien. Het resultaat steeg van EUR 1 miljoen naar EUR 25 miljoen. Premieomzet
In de eerste zes maanden daalde de premieomzet licht met 1% tot EUR 2.231 (2.256) miljoen. De daling is toe te schrijven aan een omzetverlaging bij levensverzekeringen van 9% (van EUR 1.438 miljoen tot EUR 1.311 miljoen). De omzet van schadeverzekeringen liet daarentegen een stijging zien. Het aantal polissen steeg licht en de omzet bedroeg het eerste halfjaar EUR 832 (720) miljoen. Dit is een stijging met 16%. De omzet van herverzekeringen bedroeg EUR 88 (98) miljoen. Omzet uit dienstverlening
Na enkele jaren van dubbele groeicijfers is de omzet uit dienstverlening op het gebied van pensioenen en bedrijfszorg (verzuimbeheer, arbo-dienstverlening en reïntegratie) vrijwel gelijk gebleven. De omzet in de eerste zes maanden kwam uit op EUR 133 (136) miljoen. De omzet bij bedrijfszorg daalde onder andere als gevolg van lagere ziekteverzuimcijfers en doordat bedrijven door wetswijzigingen in mindere mate een beroep doen op arbodiensten. LEASING
Met een stijging van het bedrijfsresultaat voor belastingen van 14% tot EUR 100 (88) miljoen hebben de leasingactiviteiten een goed halfjaar achter de rug. De stijging is voornamelijk toe te schrijven aan een hogere rentewinst, lagere risicokosten en aan de acquisitie van Telia Finans AB. De lagere risicokosten zijn gerealiseerd bij een groeiende kredietportefeuille. De kredietverlening van De Lage Landen groeide met EUR 0,3 miljard tot EUR 12,6 miljard. De autonome groei kwam uit op EUR 1,0 miljard als rekening wordt gehouden met de verkoop van De Lage Landen Vastgoedfinancieringen aan FGH Bank en de overname van Telia Finans AB van het Zweedse Telia Sonera begin dit jaar. Telia Finans AB is in Scandinavië marktleider op het gebied van leasing van IT- en kantoorbenodigdheden. Met deze overname versterkt De Lage Landen haar positie in Scandinavië. Telia Finans zal verder opereren onder de naam van De Lage Landen Finans. Eind juni was 53% van de dienstverlening afkomstig uit Europa en 47% uit de rest van de wereld, met name Noord- en Zuid-Amerika. VASTGOED
Het bedrijfsonderdeel Vastgoed, bestaande uit Rabo Vastgoed en FGH Bank, kende ondanks de malaise op de vastgoedmarkt een goed eerste halfjaar. In de eerste helft van 2004 behaalde Vastgoed een bedrijfsresultaat voor belastingen van EUR 37 miljoen. FGH Bank nam begin 2004 De Lage Landen Vastgoedfinancieringen over, waarmee de positie op het gebied van commerciële vastgoedfinancieringen verder is versterkt. De vastgoedmarkt in Nederland heeft nog steeds te maken met een grote leegstand van kantoren en bedrijfspanden en van herstel lijkt nog geen sprake te zijn. De kredietportefeuille van FGH Bank nam in de verslagperiode toe met EUR 1,5 miljard tot EUR 5,6 miljard, waarvan EUR 1,1 miljard betrekking had op voorheen De Lage Landen Vastgoedfinancieringen. Rabo Vastgoed zag haar orderportefeuille met EUR 0,4 miljard toenemen tot EUR 4,4 miljard. De orderportefeuille bestaat uit nog te ontwikkelen woningen en bedrijfsruimten. Met name de positie in woningen is het afgelopen jaar uitgebreid. Overig
Het bedrijfsresultaat voor belastingen van de onder overig opgenomen onderdelen daalde met EUR 139 miljoen tot -/- EUR 212 miljoen. De sterke daling is vooral toe te schrijven aan de dotaties aan voorzieningen. DICHTBIJBANK
Het aantal lokale banken daalde in de eerste helft van het jaar met 7 tot 321. Teneinde het belang van de klant ook in de toekomst voorop te kunnen stellen is medio dit jaar besloten de lokale banken op te schalen met als doel de slagkracht te vergroten. Door het creëren van grotere lokale banken kunnen klanten makkelijker toegang krijgen tot complexe financiële dienstverlening. Het totale aantal vestigingen en contactpunten zal door deze opschaling niet veranderen. Ultimo juni hadden de lokale banken circa 3.000 contactpunten waaronder 1.322 vestigingen. STELSELWIJZIGINGEN
Opbrengst uit beleggingen
Tot 2004 verantwoordde Interpolis de resultaten uit beleggingen in aandelen en onroerend goed op basis van de structureelrendementmethode (indirect rendement). Een belangrijk kenmerk van deze methode is dat het verantwoorde resultaat op beleggingen gebaseerd is op langjarige gemiddelde rendementen. Met ingang van 2004 maakt Interpolis niet langer gebruik van deze methode en worden in plaats daarvan de gerealiseerde resultaten op beleggingen direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Wereldwijd is dit de meest gebruikte methode. De nieuwe methode is in lijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS). De stelselwijziging heeft geen invloed op het vermogen. De gevolgen manifesteren zich alleen in de resultatenrekening in de zin van herrubriceringen; de invloed op de nettowinst van 2003 is nihil. De cijfers over het eerste en tweede halfjaar 2003 zijn ter vergelijking aangepast. De opbrengsten uit effecten en deelnemingen zijn het eerste halfjaar van 2003 met EUR 119 miljoen verlaagd en het tweede halfjaar met EUR 47 miljoen. De waardeveranderingen van financiële vaste activa zijn in de betreffende perioden met dezelfde bedragen gewijzigd. Trust Preferred Securities
Tot en met 2003 zijn de Trust Preferred Securities verantwoord onder het eigen vermogen. In lijn met de ontwikkelingen in de (uitleg van de) IFRS is besloten om de Trust Preferred Securities ad EUR 2.037 miljoen met ingang van 1 januari 2004 te verantwoorden onder het aansprakelijk groepsvermogen in de post achtergestelde schulden. De verschuldigde vergoeding op de Trust Preferred Securities wordt vanaf 2004 dientengevolge verantwoord via de winst- en verliesrekening (voorheen winstbestemming). De cijfers over het eerste en tweede halfjaar 2003 zijn ter vergelijking aangepast. De rentelasten zijn met de volgende bedragen verhoogd: eerste halfjaar 2003 EUR 23 miljoen, tweede halfjaar 2003 EUR 31 miljoen en eerste halfjaar 2004 EUR 61 miljoen. Voor de betreffende perioden is de belastinglast verlaagd met respectievelijk EUR 9, EUR 12 en EUR 22 miljoen. De stelselwijziging heeft geen invloed op de tier 1-ratio en de BIS-ratio. Paul van den Berg, Perswoordvoering Rabobank Nederland 030 - 216 28 32 / 06 - 22 456 073, p.w.h.berg@rn.rabobank.nl TOELICHTING OP DE BALANS
In het eerste halfjaar van 2004 nam het geconsolideerde balanstotaal van de Rabobank Groep met 9% toe tot EUR 440 miljard. De tier 1-ratio bedroeg eind juni 10,6 en de BIS ratio 10,7. De kredietverlening aan de private sector groeide met 4% tot EUR 245,6 miljard. Daarnaast steeg het balanstotaal ook door de toename van de post rentedragende waardepapieren. De uitbreiding van de activiteiten werd grotendeels gefinancierd door een groei van de toevertrouwde middelen en een stijging van de post schuldbewijzen. KREDIETVERLENING
De totale kredietverlening van de Rabobank Groep steeg in de eerste helft van 2004 met 4% tot EUR 261,6 (250,8) miljard. Dit totaal bestaat uit:
- kredietverlening aan overheden;

- professionele effectentransacties;

- kredietverlening aan de private sector.
De kredietverlening aan overheden nam met EUR 1,0 miljard toe tot EUR 3,2 miljard. De omvang van de professionele effectentransacties bedroeg EUR 12,8 (13,2) miljard. Kredietverlening aan de private sector
De kredietverlening aan de private sector nam in het eerste halfjaar met 4% toe tot EUR 245,6 (235,4) miljard. De private sector bestaat uit particulieren, de food- en agrisector en de sector handel, industrie en dienstverlening. Van de totale kredietverlening is 51% verstrekt aan particulieren, 15% aan de food- en agrisector en 34% aan handel, industrie en dienstverlening. De kredietverlening bij de lokale banken nam met 4% toe. Bij de wholesaleactiviteiten nam de kredietverlening met 2% af als gevolg van het verrekenen van debet en creditsaldi van dezelfde cliënten. Gecorrigeerd hiervoor was sprake van een geringe groei. Bij de overige sectoren, waaronder leasing en vastgoed, bedroeg de groei 20%, onder meer door de overname van Telia Finans AB en de groei van de vastgoedactiviteiten. Handel, industrie en dienstverlening
Ondernemers in de sector handel, industrie en dienstverlening leenden eind juni 3% meer dan eind 2003. Het totaalaantal kredieten bedroeg EUR 83,6 ( 81,3) miljard. De sterkste groei kwam voor rekening van bedrijven in de sectoren onroerend goed en bouwnijverheid. Food- en agrisector
Aan bedrijven in food- en agrisector was per eind juni EUR 36,4 (36,6) miljard aan kredieten verstrekt. Het overgrote deel hiervan heeft betrekking op de primaire agrarische sector. Particulieren
De kredietverlening aan particuliere klanten bedroeg eind juni EUR 125,6 (117,5) miljard. Dit komt overeen met een groei van 7%. De toename van 7% is nagenoeg gelijk aan de groei in dezelfde periode in 2003. Het overgrote deel van de kredietverlening aan particulieren, EUR 123,3 (116,1) miljard, heeft betrekking op hypothecaire leningen. Rentedragende waardepapieren
In de verslagperiode steeg de post rentedragende waardepapieren met 20% tot EUR 85,0 (71,1) miljard. De stijging is grotendeels toe te schrijven aan de toename van de handelsportefeuille. TOEVERTROUWDE MIDDELEN
In de verslagperiode stegen de toevertrouwde middelen, bestaande uit spaargelden, professionele effectentransacties en overige toevertrouwde middelen met 5% tot EUR 180,5 ( 172,6) miljard. De professionele effectentransacties bedroegen eind juni EUR 3,3 (3,3) miljard. De overige toevertrouwde middelen namen met EUR 4,4 miljard toe tot EUR 102,1 miljard. Deze stijging is met name toe te schrijven aan de relatief grote stijging van deposito's. Spaargeld
De spaargelden namen in het eerste halfjaar met EUR 3,5 miljard toe tot EUR 75,1 miljard. Dat komt overeen met een stijging van 5%. De economische onzekerheid en het lage consumentenvertrouwen zorgden ervoor dat veel particulieren de middelen op een spaarrekening zetten. Het aandeel van internetsparen in het totale spaargeld is het afgelopen halfjaar gestegen van 33% naar 40%. Dit ging voornamelijk ten koste van de traditionele spaarrekening en Telesparen. Het aandeel daarvan daalde met respectievelijk 3%punt en 4%punt tot 24% en 17%. SCHULDBEWIJZEN
Het bedrag aan schuldbewijzen steeg in het eerste halfjaar met EUR 15,9 miljard tot EUR 96,6 miljard. Dit is een stijging met 20%. Naast Medium Term Notes zijn ook meer Certificates of Deposits uitgegeven ter financiering van de groeiende kredietverlening en voor handhaving van de goede liquiditeitspositie. EIGEN VERMOGEN
In de verslagperiode is op basis van de meest recente International Financial Reporting Standards (IFRS) geconcludeerd dat de Trust Preferred Securities ad EUR 2,0 miljard niet langer kwalificeren als eigen vermogen. Om die reden is besloten om de Trust Preferred Securities reeds met ingang van 1 januari 2004 te rubriceren onder de achtergestelde schulden (zie onder stelselwijzigingen). De Nederlandsche Bank blijft voor toezichtsdoeleinden de Trust Preferred Securities ook na de overgang in 2005 naar IFRS erkennen als kernvermogen. De stelselwijziging heeft dan ook geen invloed op de tier 1-ratio en de BIS-ratio. Het Ledenkapitaal ad EUR 3,9 miljard kwalificeert ook onder IFRS als volwaardig eigen vermogen. De Rabobank Groep heeft langlopende swaps afgesloten ter beperking (hedging) van het renterisico dat samenhangt met het Ledenkapitaal. IFRS staan hedge-accounting voor eigen vermogensinstrumenten niet toe. Onder IFRS moeten de daarop afgesloten swaps in de jaarrekening worden gewaardeerd tegen marktwaarde en moeten mutaties in de marktwaarde worden verwerkt via de winst-en-verliesrekening. Vanwege de besluitvorming zijn de onderhavige swaps in het eerste halfjaar in de handelsportefeuille opgenomen en dientengevolge op marktwaarde gewaardeerd. Dit resulteerde in een last van EUR 107 miljoen. Deze andere boekhoudkundige verwerking heeft uiteraard geen invloed op de integrale risicopositie van Rabobank Groep. VERMOGENSGROEI
Tier 1-ratio: 10,6
In de financiële wereld zijn de tier 1-ratio en de BIS-ratio de meest gehanteerde ratio's voor solvabiliteit. De tier 1-ratio geeft de verhouding tussen het kernkapitaal en het totaal van de gewogen posten. De tier 1-ratio kwam eind juni uit op 10,6 (10,8). Dat is hoger dan de langetermijndoelstelling van 10. Externe toezichthouders hanteren een minimumeis van 4. De hoge solvabiliteitsratio is een van de belangrijkste redenen voor de hoge ratings die de Rabobank Groep krijgt van de ratingbureaus Moody's en Standard & Poor's. Het totaal van de gewogen posten groeide met EUR 10,2 miljard tot EUR 193,0 miljard. Deze stijging is vooral het gevolg van de toegenomen kredietverlening. Het kernkapitaal nam met EUR 0,8 miljard toe tot EUR 20,5 miljard. BIS-ratio: 10,7
De BIS-ratio wordt bepaald door het toetsingsvermogen te delen door het totaal van de gewogen posten. Het toetsingsvermogen bestaat uit de som van het kernkapitaal en het aanvullend kapitaal. De BIS-ratio bedroeg eind juni 10,7 (10,9). Dat is ruim hoger dan de minimumeis van 8. Toelichting op de winst-en-verliesrekening
In het eerste halfjaar steeg het nettoresultaat met 12% tot EUR 825 miljoen. De stijging is toe te schrijven aan hogere baten. BATEN
De totale baten stegen in de eerste zes maanden met EUR 563 miljoen tot EUR 4.914 miljoen. Dit is een stijging met 13%. Het groeipercentage werd positief beïnvloed door de stelselwijziging bij Interpolis. Gecorrigeerd hiervoor bedroeg de batenstijging 10%. Rentewinst + 7%
In het eerste halfjaar nam de rentewinst met 7% toe tot EUR 3.133 (2.929) miljoen. De stijging werd gerealiseerd door de groei van de kredietverlening en van de spaargelden. De rentemarge stond in het eerste halfjaar onder druk met name door sterke concurrentie op de spaar-en-hypothekenmarkt. Provisieresultaat + 17%
Het provisieresultaat steeg met EUR 151 miljoen tot EUR 1.020 miljoen. Dit is een stijging van 17%. De toename werd voornamelijk gerealiseerd door hogere effectenprovisies en assurantieprovisies. Andere baten
Het resultaat uit financiële transacties steeg met EUR 64 miljoen tot EUR 133 miljoen. Hogere resultaten uit derivatentransacties droegen in belangrijke mate bij aan deze stijging. De opbrengsten uit effecten en deelnemingen bedroegen EUR 229 (109) miljoen. De stijging is nagenoeg geheel toe te schrijven aan de stelselwijziging van Interpolis. De overige baten stegen tot EUR 399 (375) miljoen. Hieronder vallen onder meer de verzekeringstechnische resultaten van Interpolis. LASTEN
De bedrijfslasten stegen in de verslagperiode met 12% tot EUR 3.260 (2.920) miljoen. Deze stijging is voor 2% toe te schrijven aan acquisities, voor 6% aan incidentele lasten uit hoofde van voorzieningen en 4% autonome kostenstijging. Personeelskosten + 6%
De personeelskosten stegen in de eerste zes maanden met 6% tot EUR 1.928 (1.822) miljoen. De stijging komt onder meer voort uit loonsverhogingen en hogere bonusreserveringen bij het wholesalebankbedrijf. Ultimo juni 2004 bedroeg de personeelsbezetting van de Rabobank Groep 50.594 fte's tegenover 50.849 eind 2003. Andere beheerskosten + 25%
De andere beheerskosten stegen met 25% tot EUR 1.155 (921) miljoen. De stijging is in belangrijke mate toe te schrijven aan voorzieningen. Het grootste deel van de dotaties aan de voorzieningen heeft betrekking op de herstructureringen binnen Rabobank Nederland. Dit betreft een bedrag van EUR 120 miljoen. Waardeveranderingen van vorderingen
De dotatie aan de debiteurenvoorziening wordt verantwoord onder de waardeveranderingen van vorderingen. Op basis van een langjarig gewogen gemiddelde van de werkelijke verliezen in procenten van de uitstaande kredieten, waarbij de laatste jaren het zwaarst wegen, wordt deze post dynamisch bepaald. In de eerste zes maanden is EUR 275 miljoen gedoteerd. Dit is gelijk aan dezelfde periode vorig jaar. De dotatie gerelateerd aan de gemiddelde risico gewogen activa van het bankbedrijf (op jaarbasis) verbeterde vergeleken met 2003 met 3 basispunten tot 30 basispunten. De waardeveranderingen van financiële vaste activa bedroegen EUR -12 (-50) miljoen. Bedrijfsresultaat voor belastingen + 15%
Het bedrijfsresultaat voor belastingen van de Rabobank Groep kwam in de eerste helft van 2004 uit op EUR 1.391 (1.206) miljoen. Dit is een stijging met 15% ten opzichte van dezelfde periode in 2003. Nettowinst + 12%
Na aftrek van belastingen van EUR 411 (347) miljoen en een belang van derden van EUR 155 (125) miljoen resteert een nettowinst van EUR 825 (734) miljoen. Dat is een stijging met 12%. Print persbericht
© Rabobank 2004 DisclaimerTop