De opening van het collegejaar en alle intreeredes en promoties worden
gehouden in de Aula van de TU Delft, Mekelweg 5, Delft
Bemonsteren
07 september 2004 | 13.00 uur
hr. B. Geelhoed | doctorandus in de natuurkunde
promotoren | Prof.dr.ir. H.J. Glass (U-Exeter, UK) en prof.dr.ir. J.J.M. de
Goeij (em.hgl(2002) fac TNW/IRI)
Sampling of particulate materials. New theoretical approach
In zijn proefschrift geeft Geelhoed een uiteenzetting van de ontwikkeling
van een nieuwe theorie voor de schatting van de onzekerheid en voor de
bepaling van de minimale monstermassa bij het bemonsteren van willekeurige
mengsels van niet-identieke deeltjes. De verkregen vergelijkingen voor de
variantie en de minimale monstermassa kunnen worden gebruikt om
bemonsteringsstandaarden te verbeteren die worden ontwikkeld door
(internationale) standaardisatie organisaties en door de laboratoria zelf.
Er zijn veel chemische, fysische, of biologische eigenschappen van
materialen die van cruciaal belang zijn voor de economie, de landbouw, het
milieu, of de gezondheid. Enkele voorbeelden zijn de concentratie arseen in
mogelijk besmette grond, het percentage genetisch gemodificeerde sojabonen
in een silo, of de deeltjesgroottes van de aggregaten in een trucklading die
wordt gebruikt als ballast bij spoorwegen. Omdat partijen vaak uit veel meer
materiaal bestaan dan in één keer zou kunnen worden geanalyseerd, moet een
te analyseren fractie, ofwel een laboratoriummonster worden onttrokken aan
de partij. Belangrijk hierbij is dat, afhankelijk van de eigenschappen van
het materiaal en de gebruikte analysetechniek, er een optimale grootte voor
het laboratoriummonster is. Helaas kan niet worden gegarandeerd dat de
eigenschappen van een monster van deze 'optimale' grootte representatief
zijn voor de van belang zijnde eigenschappen van de partij. Het is daarom
gebruikelijk dat, voordat het laboratoriummonster genomen wordt, een veel
groter 'bulkmonster' genomen wordt. Na homogenisatie van dit bulkmonster
door bijvoorbeeld malen, mengen, blenden, en/of mixen, wordt een
laboratoriummonster genomen uit het bulkmonster.
Het nemen van een bulkmonster en het daaropvolgende nemen van het
laboratoriummonster uit het (gehomogeniseerde) bulkmonster kunnen worden
bestudeerd als aparte deeltjesbemonsteringsprocessen. Een monsternamefout
ten gevolge van de bemonstering van niet-identieke deeltjes, treedt op bij
elk van deze twee afzonderlijke bemonsteringsstappen. In het algemeen kan
deze bemonsteringsfout worden gedefinieerd als het verschil tussen de
schatting die wordt verkregen gebruikmakend van de eigenschappen van de
deeltjes in het monster en de corresponderende waarde van de populatie (dit
is de partij of het bulkmonster) waaruit het monster genomen is.
Voor verder lezen:
* Advances in powder metallurgy and particulate materials - 1997:
proceedings of the 1997 International Conference on Powder Metallurgy and
Particulate Materials, June 29 - July 2, Chicago, Illinois. Vol. 3, ed. by
Robert A. McKotch and Richard Webb, 1997
* Advances in particulate materials by Animesh Bose, 1995
* MECHANICS OF PARTICULATE MATERIALS by J. Feda, 1982
* SAMPLING OF PARTICULATE MATERIALS; 2nd ed. by P.M. Gy, 1982
Technische Universiteit Delft