CBS

Ziekteverzuim gedaald tot 4,7 procent

Het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers was in 2003 gemiddeld 4,7 procent. In 2002 was het ziekteverzuim nog 5,3 procent. Gemiddeld meldden werknemers zich 1,3 keer per jaar ziek. Vrouwen, ouderen en laagbetaalden hebben een hoger ziekteverzuim dan gemiddeld. Ook gescheiden en allochtone werknemers zijn meer dan gemiddeld ziek.

Deze gegevens zijn afkomstig uit de eerste rapportage van de Nationale Verzuimstatistiek, een gezamenlijk project van het CBS en de Brancheorganisatie Arbodiensten (BOA). Met de nieuwe statistiek krijgt Nederland voor het eerst sinds de afschaffing van de Ziektewet tien jaar geleden weer de beschikking over gedetailleerde gegevens over het ziekteverzuim.

Vrouwen en ouderen verzuimen meer

Vrouwen zijn vaker ziek dan mannen. In 2003 was het ziekteverzuim-percentage bij vrouwen 5,3 procent, tegen 4,3 procent bij de mannen. Oudere werknemers melden zich weliswaar minder vaak ziek, maar zijn wel langer ziek dan hun jongere collega's. In 2003 waren werknemers van 15 tot 25 jaar 2,6 procent van de tijd ziek, terwijl werknemers van 55 tot 65 jaar 5,5 procent van de tijd ziek waren.

Ziekteverzuim neemt af met het loonniveau

Hoe hoger het loon, hoe lager het ziekteverzuim. Werknemers met een bruto jaarloon van 50 duizend euro of meer hebben een ziekteverzuim van 3,5 procent. Bij werknemers met een loon lager dan 30 duizend euro was het ziekteverzuim 5,0 procent.

Hoger verzuim bij gescheiden werknemers

Werknemers die gescheiden zijn, hebben een hoger ziekteverzuim dan werknemers die ongehuwd, gehuwd of verweduwd zijn. Gescheiden werknemers waren in 2003 gemiddeld 7,4 procent van de tijd ziek. Bij ongehuwde werknemers was dit 3,9 procent. Rekening houdend met het verschil in leeftijd verzuimen gescheiden werknemers 1,7 keer zo veel als ongehuwden.

Niet-westerse allochtonen vaker ziek

Het ziekteverzuim onder niet-westerse allochtonen is hoger dan onder autochtonen en westerse allochtonen. In 2003 was het verzuim onder niet-westerse allochtonen 6,0 procent. Bij autochtonen en westerse allochtonen was dat respectievelijk 4,5 en 5,0 procent. Onder de niet-westerse allochtonen hadden Turkse en Marokkaanse werknemers de meeste ziektedagen.

Technische toelichting

Het ziekteverzuimpercentage is het aantal door ziekte verzuimde dagen, in procenten van het totaal aantal beschikbare dagen van de werknemers in de verslagperiode. Niet meegeteld wordt het verzuim na een jaar ziekte. Het CBS berekent het ziekteverzuimpercentage op basis van kalenderdagen.

De uitkomsten van de Nationale Verzuimstatistiek (NVS) zijn berekend exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. De onderzoeken van 2002 en 2003 zijn gebaseerd op jaargegevens van ongeveer 5 miljoen werknemers, op een totale werknemerspopulatie van 6,5 miljoen.

De verzuimcijfers van de NVS worden samengesteld door ziekteverzuimgegevens van arbodiensten, werknemers- en verzuimgegevens van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), persoonsgegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en werknemersgegevens van het CBS met elkaar te combineren.

De Nationale Verzuimstatistiek komt in de plaats van het

kwartaalonderzoek 'Ziekteverzuim Particuliere Bedrijven' dat het

CBS over de jaren 1995 tot en met het eerste kwartaal 2004 heeft

gehouden. Dit onderzoek was gebaseerd op een schriftelijke enquête

onder bedrijven. Tevens vervangt de NVS het kwartaalonderzoek 'Ziekteverzuim Rijksoverheid' (onderzoeksperiode 1992 t/m 2004) en het jaaronderzoek 'Ziekteverzuim Overheid' (onderzoeksperiode 1992 t/m 2003).

De genoemde statistieken blijven overigens op StatLine beschikbaar.

Toelichting bij de uitkomsten van de NVS in vergelijking met die van de

oude ziekteverzuimstatistieken:


* in de NVS is ook het ziekteverzuim bij de overheid opgenomen.

Daardoor is de NVS niet geheel vergelijkbaar met de oude kwartaalstatistieken, waarbij rijksoverheid en particuliere

bedrijven apart worden weergegeven;


* in de oude statistiek werd in het verzuimcijfer voor de Rijksoverheid verzuim langer dan een jaar ook meegerekend. Nu is 1 jaar de maximale verzuimduur;


* in de NVS zijn op dit moment nog niet voldoende gegevens aanwezig

van het verzuim in de sector landbouw en visserij;


* de NVS maakt het mogelijk dat verschillende achtergrondkenmerken

aan het verzuim gekoppeld kunnen worden en dat meerdere verzuim-

grootheden weergegeven kunnen worden.

PB04-139

7 september 2004

9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht