Inzetten CAO sector Rijk 2004/2005
ABVAKABO FNV
CNV Publieke Zaak
CMHF
BZK (volgt)
---
ABVAKABO FNV - 7 september 2004
ABVAKABO FNV gaat keihard onderhandelen voor rijksambtenaren
ABVAKABO FNV, de grootste vakbond in de rijksoverheid, bereidt zich
voor op keiharde CAO onderhandelingen. Dat zegt de bond dinsdag bij de
bekendmaking van de onderhandelingsinzet bij de start van de
onderhandelingen voor de Rijkssector. "Het zal niet makkelijk worden.
We maken ons op voor een maandenlange strijd, maar we zullen alles uit
de kast halen om de arbeidsvoorwaarden van de 120.000 rijksambtenaren
te verbeteren." Aldus een strijdvaardige Elise Merlijn, die namens de
bond de onderhandelingen voert.
Uit de CAO-inzet blijkt dat ABVAKABO FNV wil dat de in naam
incidentele eindejaarsuitkering van 0,4% in 2004 wordt omgezet in een
structurele uitkering. Onderhandelaar Merlijn: "De incidentele
eindejaarsuitkering wordt al jaren uitgekeerd en is daarmee de facto
een structurele uitkering geworden. Dat moet nou ook maar eens
vastgelegd worden." Voor 2005 stelt de bond een looneis van 1,25
procent.
Een ander speerpunt voor ABVAKABO FNV is een goed arbeidsmarktbeleid.
"We willen van de rijksoverheid een aantrekkelijke werkgever maken.
Jongeren moeten graag bij het Rijk willen werken." ABVAKABO FNV wil
dat de rijksoverheid een takenanalyse uitvoert om zo in kaart te
brengen welke mensen de rijksoverheid de komende jaren nodigheeft. Het
moet inzichtelijk worden in welke functies en regio's er banen
verdwijnen en waar er de komende jaren vacatures zullen ontstaan. Met
die informatie moet duidelijk worden welke toekomstmogelijkheden er
zijn voor rijksambtenaren die mogelijk boventallig worden.
Rijksambtenaren in de bedreigde posities moet zowel in tijd als geld
de ruimte worden geboden zich om-, her-, of bij te scholen.
De bond geeft tevens aan weer een maximale werkweek van 36 uur te
willen. De mogelijkheid die in de CAO Rijk van 2001-2002 werd
afgesproken om de arbeidsduur vrijwillig uit te breiden tot 40 uur,
moet worden geschrapt. "In tijden van bezuinigingen en inkrimpingen
moet het overblijvende werk eerlijk worden verdeeld", zegt Merlijn.
In de inzet pleit ABVAKABO FNV verder voor een Arbeid- en
Gezondheidsbeleid waarin de rechten en plichten van werkgever en
werknemer tijdens het ziekteverzuim en de reïntegratie evenwichtig
worden verdeeld. Nu liggen de verplichtingen nog te eenzijdig bij de
werknemer. Dat is volgens de bond niet meer van deze tijd.
Andere voorstellen van ABVAKABO FNV betreffen een ruimhartige en
sociale kinderopvangregeling, een hogere overwerkvergoeding en het
inperken van de bonusregeling voor topambtenaren.
---
CNV Publieke Zaak - 7 september 2004.
CNV Publieke Zaak verwacht langdurige en moeizame CAO-onderhandelingen
bij het Rijk
CNV Publieke Zaak verwacht moeizame en langdurige CAO-onderhandelingen
voor de circa 120.000 rijksambtenaren. Op 7 september heeft minister
Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn
voorstellen aan de vakbonden CNV Publieke Zaak, ABVAKABO FNV,
Ambtenarencentrum en CMHF uitgereikt. Op hetzelfde moment heeft CNV
Publieke Zaak haar voorstellen voor een nieuwe CAO Rijk aan de
bewindsman aangeboden.
CNV Publieke Zaak heeft bij het opstellen van haar inzet nadrukkelijk
de huidige economische situatie in ogenschouw genomen. Daarnaast is
CNV Publieke Zaak van mening dat de arbeidsmarktsituatie van de
rijksambtenaren verbeterd moet worden. CNV Publieke Zaak vindt dan ook
dat er sprake moet zijn van een reële loonontwikkeling om gelijke tred
te houden met andere sectoren. Zeker nu er bij de rijksoverheid met
voortvarendheid toegewerkt wordt naar een flexibel, betrouwbaar en
efficiënt georganiseerd apparaat. In de wijze van beloning van
rijksambtenaren moet dit structureel terug te vinden zijn.
Structurele loonruimte
De loonontwikkeling voor 2005 is afhankelijk van de
inflatieontwikkeling en arbeidsproductiviteit in de sector Rijk. In
overleg met het CNV beraadt CNV Publieke Zaak zich op de te stellen
looneis waarbij een door het CNV gehanteerde bandbreedte de basis
vormt. Voor 2004 vraagt CNV Publieke Zaak daarnaast een resultaat
gerelateerde incidentele beloning in lijn met de daarover voor 2004
gemaakte afspraken in het najaarsakkoord.
Verdere voorstellen van CNV Publieke Zaak betreffen:
o de invoering van een systeem van resultaat afhankelijk belonen;
o de invoering van een aparte CAO Arbeid en Zorg die onderdeel uit
maakt van de CAO Rijk;
o een gericht ouderen beleid;
o aanpassing van de regeling rond het gebruik van de eigen auto voor
dienstreizen;
o mogelijk maken dat vertrouwenpersonen van vakbonden als steun en
toeverlaat leden bij diverse individuele kwesties mogen en kunnen
ondersteunen;
o aanpassing van het systeem van het verlenen van vakantieverlof.
Informatie:
Alfred Lohman, bestuurder sector Rijk, tel. 070 - 4 160 661; mobiel 06
- 51 36 16 76;
Dammis de Geus, bestuurder publiciteit, tel. 070 - 4 160 616; mobiel
06 - 51 24 40 64.
---
3 september 2004 - CMHF
CMHF-inzet CAO sector Rijk 2004/2005
De voorstellen van de CMHF:
1. Looptijd
Voor de komende CAO-onderhandelingen stelt de CMHF de looptijd
afhankelijk van hetgeen aan salarisverbetering en overige
rechtspositionele zaken kan worden gerealiseerd. De looptijd kan
slechts een gedeelte van het jaar 2005 beslaan in verband met
ingrijpende rechtspositionele wijzigingen per 2006 (o.a.
ziektekostenstelsel).
2. Salarisverbetering
De CMHF blijft vooraleerst voorstander van de zgn.
`kantelingsgedachte' oftewel het optrekken van het loongebouw vanaf
hoofdgroep IV BBRA, zodat de relatieve achterstand van deze categorie
ambtenaren ten opzichte van de markt wordt rechtgetrokken. Gezien de
relatief beperkte ruimte voor deze CAO en het uitgangspunt van de CMHF
dat iedere ambtenaar er niet in koopkracht op mag achteruitgaan, is de
kanteling via een gedifferentieerde loonsverhoging voorlopig niet
opportuun.
Geredeneerd vanuit dit uitgangspunt eist de CMHF een uitkering voor
2004 ter grootte van de inflatie. Voor 2005 eist de CMHF een verhoging
van het uurloon van 1,25%.
De CMHF wil dat de uitkomsten van de commissie Dijkstal voor wat
betreft de topambtenaren hun vertaling vinden voor de (hoofd)groepen
daaronder. De beloningsproblematiek is blijkens de commissie voor deze
groepen eveneens aanwezig.
Het streven is er op gericht de salarisverbeteringen voor de actieven
door te laten werken in de indexatie van de post-actieven.
3. Kaderregeling
Binnen de voorwaarde van een strakkere centrale regie van
CAO-afspraken acht de CMHF een meer modulaire opbouw van de CAO
voorstelbaar, mits deze uit het oogpunt van bedrijfsvoering te
rechtvaardigen is. Concreet stelt zij zich voor dat voor met name
genoemde uitvoeringsinstellingen (Belastingdienst, DJI, RWS) dan wel
taken (toezicht/inspectie, ABD) afwijkende modules kunnen gelden,
zoals op het terrein van arbeidstijden en inconveniënten.
4. Pensioen
De CMHF acht het gewenst de mogelijke ruimte voor de benoeming van
extra beloningselementen die pensioendragend zijn zo spoedig mogelijk
te benutten.
5. Waarderen en belonen
Juist onder de huidige omstandigheden is het noodzakelijk de
rijksambtenaar voldoende perspectief te bieden. Dit kan door te werken
met loopbaanpaden die niet noodzakelijkerwijs binnen een departement
gedefinieerd hoeven te zijn. De loopbaanpaden kunnen op hun beurt
ingebed worden in `functiefamilies' met groeiperspectief.
6. Inconveniënten
Het is niet langer gerechtvaardigd de overwerkgrens te handhaven op
schaal 11. Deze grens dient te verdwijnen; slechts de voorwaarden die
het ARAR stelt over het toestaan van overwerk zijn bepalend.
7. Ontslagbescherming kaderleden
De CMHF acht het noodzakelijk aan kaderleden van de bij haar
aangesloten (beroeps)verenigingen een extra bescherming te bieden in
het kader van het extra risico dat zij met hun werkzaamheden lopen. De
ontslagbescherming moet analoog aan de WOR een toets aanbrengen dat
een voorgenomen ontslag losstaat van een optreden als
vertegenwoordiger van de vakbond c.q. (beroeps)vereniging. De
bewijslast dat dit het geval is berust bij de werkgever.
8. Personeelsmanagement
De CMHF ziet grote groepen rijksambtenaren in alle geledingen
vastlopen binnen de rijksoverheid als gevolg van onjuist
personeelsbeleid. Dit gegeven wordt manifest bij reorganisaties
wanneer het te laat is. De CMHF zet daarom in op uitvoering van
leeftijdsfasebewust personeelsmanagement af te dwingen door deze
kabinetsperiode geen reorganisaties toe te staan. Dit komt bovendien
de arbeidsrust en daarmee de motivatie van de rijksambtenaren ten
goede.
Daarnaast moet sprake zijn van een evenwichtig arbeidsmarktbeleid ook
na deze kabinetsperiode, vast te leggen in een convenant op
rijksniveau.
9. Onkostenvergoedingen
De CMHF vindt dat de vergoedingen voor onkosten die in het kader van
het werk worden gemaakt volledig dekkend dienen te zijn en niet ten
koste behoren te gaan van de arbeidsvoorwaardenruimte. Meest in het
oog springend is hierbij de kilometervergoeding bij dienstreizen.
Hierbij moet sprake zijn òf van een adequate voorziening zoals een
dienstauto òf van een dekkende vergoeding waarbij minimaal een bedrag
van netto EUR0,28 acceptabel is.
In het kader van vergoeding van beroepskosten acht de CMHF een
tegemoetkoming in de kosten van het lidmaatschap van een
beroepsvereniging van EUR100 wenselijk.
10. Overig
Geconstateerd is dat de uitvoering van de mogelijkheid tot structurele
verlenging van de -gemiddelde- wekelijkse arbeidsduur niet conform de
afspraak geschiedt. Voorgesteld wordt het toetsingskader na de
voorziene evaluatie te herijken.
---
Centrum voor Arbeidsverhoudingen