Ministerie van Algemene Zaken

Inleiding van minister-president dr. J.P. Balkenende, conferentie `The politics of

European values', Den Haag, 7 september 2004

Excellenties, dames en heren,

Ik waardeer het zeer dat u de uitnodiging heeft aangenomen voor deze conferentie `The politics of European values'. Uw aanwezigheid, maar vooral uw bijdrage aan het debat vandaag is van grote betekenis.

Waarom neemt het Nederlands voorzitterschap het initiatief tot een debat over de Europese waarden? Is het niet veel beter alle aandacht te richten op de concrete uitdagingen waar Europa voor staat, zoals het aanpakken van de werkloosheid of de bestrijding van het terrorisme?

Dames en heren, laat ik maar direct aan het begin duidelijk maken hoe ik hier tegenaan kijk. Een inhoudelijke bezinning op de waarden die ons als Europeanen verbinden, is naar mijn stellige mening cruciaal voor de levenskracht en daadkracht van de Europese Unie. Zij vloeit voort uit de historische dimensie van de Europese samenwerking. En zij is nodig als we kijken naar de toekomst.

Waarden zijn volgens de filosoof John Kekes `possibilities whose realization may make lives good'. Een waarde is dus niet iets wat we bezitten. Geen verworvenheid waarop we ons kunnen laten voorstaan. Een waarde is een opdracht, een motivatie, een aansporing tot actie.

Hoe sterker die drijfveer wordt gevoeld, hoe meer we samen bereiken in ons streven `to make lives good'. Niet alleen ons eigen leven, maar ook dat van anderen, in Europa en daarbuiten.

De Europese Unie is een gemeenschap van waarden. Onze gemeenschap is het product van een aantal grote religieuze en filosofische tradities. De ideeën van de klassieken, het Christendom, het Jodendom, het humanisme en de Verlichting hebben ons gemaakt tot wie we zijn. Ook de dialoog met de islamitische en arabische cultuur heeft bijgedragen aan onze identiteit. Wie rondreist door Andalusië ziet de sporen daarvan.


---

Het patroon van onze waarden is geweven in een eeuwenlang proces. Eeuwen waarin

hoogtepunten van kunst en beschaving en dieptepunten van onrecht en geweld elkaar afwisselden, of zelfs naast elkaar voorkwamen.

We zijn het Europa van Michelangelo en Montesquieu. Maar ook van guillotine en gaskamer. Dat mogen we nooit vergeten.

Met schade en schande hebben we geleerd hoe fundamenteel onze waarden zijn en hoezeer ze voor ons allemaal als opdracht gelden. · Respect voor de mensenrechten en de menselijke waardigheid. · Vrijheid.
· Gelijkheid.
· Solidariteit.
Het zijn deze morele, universele waarden die ons verbinden en die verankerd zijn in onze verdragen.

Het was de Tweede Wereldoorlog die ons doordrong van het belang van een stelsel van gedeelde waarden. In het verscheurde en verarmde Europa snakten mensen naar vrede, vrijheid, stabiliteit en een nieuwe kans op voorspoed.

De grondleggers van de Europese integratie - Monnet, Schuman, Adenauer, De Gasperi en anderen - beseften dat die idealen alleen binnen bereik zouden kunnen komen door de praktische belangen van de Europese landen te bundelen en te vervlechten.

Jean Monnet noemde dit in zijn Mémoires: `La solidarité de fait'. Daarmee wilde hij zeggen dat het niet gevoelens van vriendschap zijn die een gemeenschap scheppen. Monnet draaide het om: juist het gemeenschappelijk samenwerken schept de vriendschap.

Zo bouwden de grondleggers het kwetsbare huis van de vrede op een fundament van kolen en staal.

Na de generatie van de grondleggers, heeft een volgende generatie Europeanen het roer overgenomen. Jacques Delors, Helmut Kohl, François Mitterrand, Václav Havel, Valéry
---

Giscard d'Estaing, en ik zou nog vele anderen kunnen noemen. Zij hebben de Europese

samenwerking verbreed en verdiept. Dankzij hun leiderschap wist Europa haar naoorlogse idealen ­ vrede, stabiliteit, welvaart ­ voor een belangrijk deel te realiseren.

De Europese samenwerking breidde zich uit naar steeds meer terreinen. De invloed van Europa op het leven van de burgers groeide. Er kwam een Douane-unie, een European Social Fund, een Muntunie en een akkoord over een Grondwettelijk Verdrag. De democratie schoot wortel in voormalige dictaturen. De Europese Unie groeide naar 25 lidstaten, met 450 miljoen burgers.

Het trof me wat president Vaira Vike-Freiberga van Letland zei toen ze een klein jaar geleden het Europees Parlement toesprak. `One might ask what Latvia expects from Europe', zei ze. `Within the fold of the European Union, we see the opportunity to reinforce our sovereignty, to maintain our identity, culture and language. The European Union is a large family of democratic nations, where the interests of each and every nation are respected, and where solidarity is the cornerstone of cooperation.'

Daarmee verwoordde ze niet alleen de hoop van haar eigen landgenoten, maar ook die van 75 miljoen nieuwe EU-burgers.

Nu staan we aan de vooravond van een nieuwe fase van Europese samenwerking. Eind volgende maand vindt de ondertekening plaats van het Grondwettelijk Verdrag voor de Europese Unie. Daarmee krijgt de Unie na een halve eeuw een constitutioneel fundament. Een nieuwe generatie politici - de generatie van José Manuel Barroso - staat klaar om de fakkel verder te dragen.

Maar brandt die fakkel nog wel helder? Is er nog vuur en bezieling? Het lijkt erop dat de Europese Unie, al voortschrijdend, de Europese burger ergens onderweg is kwijtgeraakt. Veel mensen in Europa `geloven het wel'. Ze hebben grote moeite het gemeenschappelijke in Europa te ontdekken en voelen zich niet betrokken bij het grote geheel. Zelfs in de nieuwe lidstaten lijkt het enthousiasme voor de Europese familie van democratische landen snel te bekoelen.


---

Jean Monnet schreef aan het begin van de jaren vijftig: `Wij verbinden geen staten; wij

verenigen mensen'.
Het lijkt erop dat we het eerste juist wel en het tweede juist niet hebben bereikt. Een verenigd Europa zonder Europeanen.

In de woorden van Bronislaw Geremek: `Wir haben Europa. Nun brauchen wir noch Europäer'.

Ik zie hieruit drie bedreigingen voortvloeien voor de Europese Unie.

Ten eerste: onverschilligheid en scepsis. Europa is een project met een grote historische betekenis voor ons allemaal. Maar bij veel mensen leeft het niet in de hoofden en harten. Te lang zijn we hieraan voorbijgegaan.

De generatie die de oorlog bewust heeft meegemaakt, verdwijnt. Naoorlogse generaties zijn de grote verworvenheden van Europa ­ vrijheid, vrede en welvaart - als iets `gewoons' gaan zien. De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, de verkillende wind van de Koude Oorlog, zelfs de knelling van het IJzeren Gordijn, ze raken in de herinnering van mensen op de achtergrond. Wat ooit idealen waren met een grote wervende kracht, zijn nu ­ in de ogen van velen ­ vanzelfsprekendheden geworden.

Europa als erfenis en opdracht zegt veel mensen niet veel meer. Maar zonder idealen dreigt Europa van binnenuit te worden uitgehold en valt de basis onder verdergaande Europese samenwerking weg.

Een tweede bedreiging is: een toenemende nadruk op het pure eigenbelang.

Mijn generatie is opgegroeid met het beeld van Europa als economisch samenwerkingsverband. De politieke motivatie van de Europese integratie is teveel verstopt gebleven achter het economische project. Daarmee hebben we een beeld van Europa gecreëerd als marktplaats voor producenten en consumenten. Als subsidie-ruif. Als een arena waarin economische belangen worden uitgevochten.


---

De andere kant van de Europese samenwerking ­ Europa als politieke inspiratie en als

gemeenschap van waarden ­ bleef onderbelicht. Daarmee kwam de Europese integratie als het ware tot stand achter de rug van de burgers om.

De spotlights waren meer gericht op het Europa van markt en munt dan op het Europa van mens en moraal. Maar een vrije markteconomie kan niet zonder morele setting. Nota bene Adam Smith ­ de kampioen van het economisch individualisme ­ heeft daarop gewezen. Hij is niet alleen de auteur van The Wealth of Nations, maar óók van The Theory of Moral Sentiments! Dat laatste vergeet men nog wel eens. Het blind najagen van economisch eigenbelang is gevaarlijk. We brengen daarmee schade toe aan elkaar en aan onszelf. We moeten als partners boven onszelf kunnen uitstijgen.

Een derde bedreiging is dat Europa onvoldoende overtuigingskracht en herkenbaarheid aan de dag legt bij het aanpakken van de grote uitdagingen van vandaag en morgen. Zolang we niet goed weten waar we samen voor staan, wat ons drijft en motiveert, zijn we onvoldoende in staat om samen actie te ondernemen. Terwijl dat juist zo nodig is. Denk aan het vergroten van veiligheid en de strijd tegen terrorisme. Aan duurzame economische groei. Aan de integratie van grote groepen nieuwkomers in onze samenleving. Aan de bestrijding van onrecht en armoede in een ­ zoals Ruud Lubbers het noemt ­ globaliserende wereld.

Drie bedreigingen waarmee de Europese Unie wordt geconfronteerd. Ze komen voort uit de moeite die we hebben om het gemeenschappelijke te zien in het kleurrijke Europese mozaïek. Het gebrek aan aandacht voor onze gedeelde waarden ­ onze gezamenlijke opdracht - wreekt zich.

De Amerikaanse historicus John Gillingham zegt het in zijn uiterst kritische studie European Integration 1950-2003 als volgt:

"The EU of the 1990s contributed little to increasing mutual understanding and respect. A demos thus did not develop."

Naast alle aandacht voor de vereniging van Europa moeten we ons nu dringend richten op de vereniging van de Europeanen.


---

De Grondwet voor Europa is een belangrijke stap in de goede richting. Ze maakt Europa

democratischer en transparanter. Ze biedt extra waarborgen dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. En ze markeert de betekenis van Europa als gemeenschap van waarden. Wat dat betreft zijn we veel dank verschuldigd aan het voorbereidende werk van de Europese Conventie en aan `onze' James Madison: Valéry Giscard d'Estaing.

De Grondwet noemt de waarden waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Zij zegt: `deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en solidariteit'.

Deze gedeelde waarden zijn het cement tussen de stenen van het steeds groter wordende Europese bouwwerk. Zij zijn het bindmiddel tussen regeringen, die moeten beseffen dat het niet verstandig is louter aan het eigen belang vast te houden wanneer het gezamenlijke belang juist een gemeenschappelijke strategie vergt. We zijn immers geen partners in de Europese Unie `to compete', maar `to complete'. Hoe groter het besef van gedeelde waarden, hoe groter de politieke besluitvaardigheid van de Europese Unie kan zijn.

Een Europa dat zich bewust is van haar gedeelde waarden is ook economisch een sterker Europa. Onder anderen Francis Fukuyama heeft erop gewezen dat het concurrentievermogen van een land of regio óók afhangt van de mate van onderling vertrouwen en begrip tussen burgers. Wanneer we praten over Europa als waardengemeenschap, hebben we het dus óók over de Lissabonagenda.

Gedeelde waarden verbinden ons ook met elkaar, als Europese burgers. Wat heeft het voor zin de grenzen van Europa te slechten als er grenzen tussen de Europese burgers blijven bestaan? Hoe blij moeten we zijn met het verdwijnen van het IJzeren Gordijn als overal in Europa mensen en groepen zich achter hun eigen ijzeren gordijntjes verschansen?

De discussie over onze gedeelde waarden is juist nu zo belangrijk, nu de culturele en religieuze verscheidenheid in Europa toeneemt. Nu steeds meer mensen vraagtekens zetten bij het `idee Europa'. Nu bepaalde groepen zich dreigen af te sluiten, en angst, onzekerheid en nationalisme opnieuw de kop opsteken. Het is belangrijk dat we daarbij stilstaan nu we ons
---

voorbereiden op nieuwe uitbreidingen en ons beraden op het starten van

toetredingsonderhandelingen met Turkije.

In de preambule van de Grondwet voor Europa staat dat Europa verenigd is in zijn verscheidenheid. Misschien is dat wel de meest beknopte omschrijving van wat Europa tot Europa maakt.

Wat is er zo bijzonder aan een eenheid in verscheidenheid? Jacques Le Goff vertelt in zijn boek La civilisation de l'Occident Médiéval over de Hongaarse koning Etienne, die regeerde aan het begin van de elfde eeuw. De koning zegt over zijn hof:

"De gasten afkomstig uit diverse landen brengen verschillende talen mee, verschillende gebruiken, werktuigen, wapens. En deze diversiteit is een sieraad voor het koninkrijk en een juweel voor het hof. Want een koninkrijk dat slechts één taal en één soort gebruiken heeft, is zwak en broos."

Het is een prachtige omschrijving van de positieve kracht die diversiteit kan hebben. Een positieve kracht die ontstaat als mensen ondanks hun verschillen toch deel uitmaken van één bezield verband. Als mensen hun talenten niet voor zichzelf houden, maar inbrengen in de gemeenschap waarvan ze deel van uitmaken. Dan wordt onze samenleving werkelijk een vitale `civil society'.

Dat perspectief zien we ook terug in het Diversity Within Unity Platform, van Amitai Etzioni. Ik ben heel blij dat hij vandaag in ons midden is.

De woorden `verenigd in verscheidenheid' roepen de vraag op waarin de eenheid is gelegen. Waaraan is het te danken dat de Europese Unie zoveel verscheidenheid kan omvatten en toch één kan zijn?

Het antwoord ligt besloten in de waarden waarop de Unie rust. Ik heb ze eerder genoemd. Ze zijn samen te vatten in deze drie: vrijheid, solidariteit en respect voor elkaar. Die drie samen maken mogelijk dat Europa ruimte biedt aan een grote verscheidenheid aan mensen, terwijl toch sprake is van één gemeenschappelijk verband. Een verband waarin mensen elkaars opvattingen en levenswijze respecteren en verantwoordelijkheid voor elkaar willen dragen.
---

Die waarden zijn onze opdracht, onze missie. Ze sturen ons handelen. · Bij het werken aan duurzame economische groei en sociale rechtvaardigheid in Europa en het bieden van gelijke kansen aan iedereen. · Bij het werken aan een vreedzame, veilige samenleving waarin mensen tot hun recht komen en open staan voor elkaar. Een samenleving zonder `ijzeren gordijnen' tussen culturen en religies, waarin mensen zichzelf zijn juist door het contact met anderen. · Bij het werken aan een wereld waarin vrijheid, vrede en welvaart binnen bereik komen van zoveel mogelijk mensen. Net zoals ze binnen bereik gekomen zijn van ons, Europeanen.

Dames en heren, durven we anno 2004 nog te geloven in een Europese droom?

In ieder geval zijn er buiten Europa mensen die erin geloven. De Amerikaanse auteur Jeremy Rifkin publiceerde vorige maand zelfs een boek dat die titel draagt: `the European Dream'.

Hij schrijft daarin: `A new European Dream is being born. It is a dream that emphasizes community relationships over individual autonomy, cultural diversity over assimilation, quality of life over de accumulation of wealth, and global cooperation over the unilateral exercise of power'.

Herkennen we ons hierin? Dan moeten we er ook serieus werk van maken. Niet door ons superieur te wanen aan andere culturen. Maar door dialoog en een diepgaande bezinning op het fundament van de Europese eenheid: onze gezamenlijke waarden. Via de waarden moeten we bereiken wat uitsluitend via de band van de economie en institutionele voorzieningen niet lukt: Europese burgers laten toetreden tot Europa. Dat Europa heeft een roeping om te blijven leren van haar eigen verscheidenheid en van de ontmoeting met andere culturen.

Dáárom neemt Nederland het initiatief tot een debat over Europese waarden. Om te voorkomen dat Europa uiteindelijk een onbezielde machinerie wordt die tot stilstand komt. Om samen te zoeken naar dat wat ons allen verbindt en daaraan nieuw enthousiasme, nieuw elan te ontlenen. Elan dat hard nodig is om samen de grote vraagstukken van vandaag aan te pakken die geen enkel land alleen de baas kan. Europa als gemeenschap van waarden is na meer dan een halve eeuw nog steeds hard nodig!
---

Dank u wel.


9