Partij van de Arbeid


Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040


Den Haag, 7 september 2004


Vragen van de leden Eijsink en Timmermans (beiden PvdA) aan de minister en de staatssecretaris van Defensie


naar aanleiding van het duikongeval in Den Oever


1. Bent u bekend met het onderzoek dat de Koninklijke Marine heeft ingesteld naar aanleiding van het verdrinken van een marineduiker in Den Oever, waaruit blijkt dat er op grote schaal sprake was van nalatigheid en het opzettelijk niet opvolgen van dienstvoorschriften?


2. Zijn de aanbevelingen van de onderzoekscommissie reeds geïmplementeerd en, zo nee, waarom niet?


3. Heeft u laten nagaan of op andere risicovolle plekken binnen de defensieorganisatie, zoals bijvoorbeeld bij parachutistenopleidingen, ontsnappingsoefeningen uit onderzeeboten en schietbanen waar met scherp wordt geschoten, de dienstvoorschriften wel worden nageleefd?


4. Is het waar dat de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten in februari van dit jaar een brief heeft geschreven aan het OM, dat de marine de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van duikapparatuur bewust negeerde?


5. Is het waar dat ook de persluchtapparatuur van het Korps Marinebrandweer niet op de door de fabrikant voorgeschreven wijze werd onderhouden?


6. Vindt u het toelaatbaar dat binnen de krijgsmacht in vredestijd veiligheidsvoorschriften van fabrikanten worden genegeerd? Zo nee, wat gaat u doen om dit in de toekomst krijgsmachtbreed te voorkomen?


7. Is het waar dat het Hoofd Duikopleidingen (KM), nadat een van zijn cursisten verdronken was, steeds aanwezig is geweest bij het horen van getuigen door de Koninklijke Marechaussee? Zo ja, wat gaat u doen, om te voorkomen dat potentiële verdachten justitieel onderzoek binnen de krijgsmacht kunnen beïnvloeden?


8. Deelt de minister de conclusie van de PvdA, dat de gang van zaken in het hierboven beschreven voorbeeld extra kwalijk is, omdat het betreffende Hoofd Duikopleidingen een hoofdofficier is en de verhorende opsporingsambtenaren van de KMAR onderofficieren zijn?


9. Bent u bereid om, zoals de voorzitter van de VBM-NOV in Trivizier van september 2004 vraagt, de hele lappendeken aan duikvoorschriften van de marine tegen het licht te houden, zodat die duidelijker, eenvoudiger, beter werkbaar en veiliger worden?


10. Bent u van mening dat een deugdelijk veiligheidsonderzoek door de Koninklijke Marine naar het verdrinken van een van haar duikers op deugdelijke wijze kan plaatsvinden zonder dat de onderzoekscommissie kan beschikken over het autopsieverslag?


11. Waarom heeft voornoemde onderzoekscommissie nagelaten, om het cannabisgebruik van de verdronken duiker bij het onderzoek te betrekken?


12. Heeft het totaalverbod op het gebruik van cannabisproducten binnen de krijgsmacht tot gevolg, dat bijvoorbeeld duikers in opleiding geen goede voorlichting krijgen over de exacte gevolgen die cannabisgebruik tijdens het duiken kan hebben? Zo nee, kunt u ons de lesstof van de duikopleidingen met betrekking tot cannabisgebruik doen toekomen?


13. Deelt de minister de mening dat het duikongeval in Den Oever aanleiding geeft om een realistischer softdrugbeleid ten aanzien van militairen te ontwikkelen, aangezien het totaalverbod op het gebruik van cannabisproducten - waar zo n verbod er niet is voor het ministens zo schadelijke alcoholgebruik - door jongeren binnen de krijgsmacht absoluut niet begrepen wordt? Zo nee, waarom niet?


1) algemeen dagblad, 6 september 2004-09-07


2) Idem


3) Trivizier, mei 2004


Algemeen Dagblad, 6 september 2004


Idem


Trivizier, mei 2004