Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
80 Vraag van de heren R.W. Kok en V. Oldenborg.
(ingekomen 7 september 2004)


Voetbalclub FC Utrecht is de afgelopen twee jaar succesvoller dan ooit, en daar is de fractie van Leefbaar Utrecht verheugd over. Het is echter nauwelijks meer dan één jaar geleden dat de club met medewerking en een garantstelling van de gemeente Utrecht gered is van een schuld van ruim 20 miljoen euro en aldus van een faillissement.

In ruil voor deze garantstelling zijn er keiharde afspraken gemaakt tussen de gemeente Utrecht en FC Utrecht. Niet alleen op financieel gebied, maar ook wat betreft de afwikkeling van de saneringsoperatie. Eén van die afspraken was dat FC Utrecht uiteindelijk 'met een schone lei' (citaat raadsbrief d.d. 16 mei 2003) de toekomst in zou gaan. Mede dankzij de harde maar noodzakelijke sanering die onder leiding van de huidige ad-interim directeur met succes is doorgevoerd en waarvoor Leefbaar Utrecht de volste waardering heeft, is het moment bereikt dat FC Utrecht 'een financieel gezond, professioneel voetbalbedrijf' is geworden. Zo is de 'ons-kent-ons-cultuur' uitgebannen door het instellen van een Raad van Commissarissen, een benoemingscommissie en een auditcommissie; commissies die, in samenwerking met de directie, een gezond voortbestaan van FC Utrecht bewaken. Vreemd is het dan te moeten constateren dat dit blijkbaar niet geldt voor de belangrijkste positie binnen FC Utrecht, namelijk die van directeur en daar maakt Leefbaar Utrecht zich grote zorgen over.

De geruchten dat de huidig interim-directeur zal aanblijven na 1 november a.s., worden met de week luider. Zo besteedde het Utrechts Nieuwsblad er gisteren uitgebreid aandacht aan. Volgens Leefbaar Utrecht past het aanblijven van de saneringsdirecteur niet binnen de gemaakte afspraken en niet binnen 'de schone lei' gedachte. Een interim-directeur maakt bij een saneringsoperatie vuile handen, waardoor het niet verstandig is een saneringsmanager leiding te laten geven aan de geschoonde organisatie. De in de vergadering van 27 mei 2003 aangenomen motie 84 '5 voorwaarden' stelt als vierde voorwaarde: "De voorgenomen herstructurering van de interne organisatie van FC Utrecht wordt daadwerkelijk vormgegeven volgens de uitgangspunten zoals die in de raadsbrief van 16 mei 2003 zijn verwoord." De herstructurering van FC Utrecht wordt dan ook pas echt afgerond bij de aanstelling van een nieuwe directeur.

Leefbaar Utrecht heeft ruim een jaar geleden haar nek uitgestoken door in te stemmen met de gemeentelijke garantstelling en met de reddingsoperatie voor FC Utrecht, omdat betaald voetbal op sportief, economisch en sociaal-cultureel terrein van onmisbaar belang is voor onze stad. Leefbaar Utrecht wil dan ook voorkomen, dat door het mogelijk niet uitvoeren van een deel van de afspraken FC Utrecht in de toekomst wederom in de problemen geraakt.

Het bovenstaande leidt tot de volgende vragen:
1. Is het College het met Leefbaar Utrecht eens dat een crisismanager na het klaren van de klus het toneel dient te verlaten, om ruimte te maken voor een nieuwe, gekwalificeerde manager die met 'schone handen' de leiding bij het gesaneerde FC Utrecht kan overnemen?

2. Wat zijn de precieze afspraken, die gemeente met FC Utrecht heeft gemaakt t.a.v. de (interim)-directie en hoe legt het College deze uit?

3. Is het College het met Leefbaar Utrecht eens dat de gemaakte afspraken volledig nagekomen dienen te worden door alle betrokken partijen?

4. Wat zijn de mogelijkheden die het College ter beschikking staan om FC Utrecht aan de gemaakte afspraken te houden?

5. Zal het College ook gebruik maken van deze mogelijkheden, indien de bestaande afspraken tussen de gemeente Utrecht en FC Utrecht (door het aanblijven van de interim-directeur) geschonden worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 14 september 2004)

1. en 2. De afspraken die de gemeente Utrecht met FC Utrecht heeft gemaakt, zijn vastgelegd in de parapluovereenkomst van 20 juni 2003, waarbij ook Memid Investements contractpartner is. Zoals in de raadsbrief van 16 mei 2003 staat beschreven, was het noodzakelijk de "ons kent ons"-cultuur en structuur bij FC Utrecht te doorbreken. Met name de omzetting van de Stichting FC Utrecht naar een BV en een nieuwe, onafhankelijke Raad van Commissarissen waren -zoals de raadsbrief ook aangaf- onontbeerlijk en voor de gemeente voorwaardelijk om met een schone lei verder te gaan en te komen tot een professionele organisatie. De afspraken over de organisatiestructuur van FCU zijn vastgelegd in paragraaf 1.4 van de hiervoor genoemde parapluovereenkomst, met verwijzing naar het Memorandum van UNO/Trip (bijlage bij de raadsbrief van 16 mei 2003), dat de nieuwe organisatiestructuur schetst. Het komt erop neer dat het voetbalbedrijf wordt ondergebracht in een BV met een driehoofdige directie, toezicht zal plaats vinden door een Raad van Commissarissen, een permanente auditcommissie wordt ingesteld en er een Raad van Advies komt. Mogelijk bestaat hierover een misverstand, maar de gemeente heeft geen zetel in de Raad van Commissarissen. De gemeentelijke rol beperkt zich tot lid van de benoemingscommissie voor de Raad van Commissarissen (teneinde toe te zien op de onafhankelijke invulling van de raad) en lid van de auditcommissie (i.v.m. extra financieel toezicht). Het geheel is conform motie 84 (onderdeel 4 van de 5 voorwaarden) Daarnaast bevat de parapluovereenkomst in par. 5.6. belangrijke afspraken over de financiële verantwoording door FCU aan de gemeente. Er zijn geen afspraken opgenomen over de personele invulling van de directie, noch over de positie van de interim-directeur. Er is vorig jaar bewust gekozen voor een strikte bestuurlijke scheiding tussen de gemeente enerzijds en de partijen die bij de reddingsoperatie gefaciliteerd zijn anderzijds. Het is dus aan de Raad van Commissarissen die in alle onafhankelijkheid kan opereren, om toezicht te houden op de organisatie en de personele invulling ervan.
3. Ja.
4. Is niet aan de orde. Inmiddels heeft FC Utrecht aan alle afspraken uit par. 1.4 van de paraplu-overeenkomst voldaan.
5. Zie onder 4) De personele invulling van de directie maakt geen deel uit van de paraplu-overeenkomst.


---- --