Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nieuwsbericht, 7-9-2004

Langere wachttijden geestelijke gezondheidszorg

Mensen die zich aanmelden voor hulp bij een instelling voor geestelijke gezondheid moesten in 2003 twintig weken wachten op een behandeling. In 2002 was dat nog 15 weken.

Tegelijkertijd is het aantal wachtenden wel met 7 procent gedaald, van 71.500 wachtenden in 2003 naar 66.300 in 2003.

De gemiddelde wachttijd van twintig weken wordt vooral beïnvloed doordat de Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW) een lange wachttijd hebben. Oorzaak daarvan is de krapte op de woningmarkt. De minister zegt de Kamer toe dit probleem te bespreken met gemeenten en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.

Deze uitkomsten zijn te lezen in de vierde inventarisatie van wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In zijn begeleidende brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Hoogervorst dat de belangrijkste uitkomsten teleurstellend zijn. 'Enerzijds vanwege de kwaliteit van de gegevens, maar ook vanwege de forse stijging van de wachttijd in de GGZ.'

Hoogervorst verwacht dat het lopende onderzoek dat staatssecretaris Ross laat doen naar de gestegen productieafspraken in de GGZ meer duidelijkheid geeft. Deze onderzoeksresultaten staan voor dit najaar op de agenda.
Kamerstuk
Rapportage vierde landelijke pailing Wachtlijsten geestelijke gezondheidszorg

Kamerstuk, 6-9-2004