Dankwoord minister Dekker bij het in ontvangst nemen van het Duurzame
Koffertje, Nieuwe Kerk Spui Den Haag, 7 september 2004
Het streven naar duurzaamheid betekent voor iedereen iets anders. Het
is voor sommigen bijna synoniem met het streven naar `een betere
wereld'. Voor mij en voor dit kabinet betekent het in ieder geval óók:
nú zorgen dat Nederland in de toekomst een dynamisch en welvarend land
zal kunnen zijn. Dat is immers geen vanzelfsprekendheid.
Naast materiële welvaart willen we ook een samenleving met cohesie,
waarin iedereen mee doet en mee telt. Een veilige en gezonde
leefomgeving. Een maatschappij waarin belangrijke natuur, milieu- en
landschapswaarden voor de toekomst zijn geborgd.
Ik verwacht in deze koffer veel ideeën en initiatieven die gaan over
rechtvaardigheid en de kwalitatieve kant van duurzaamheid. Plannen en
projecten van burgers, organisaties en bedrijven voor het
begrotingsjaar 2005. Ze vormen een welkome aanvulling op de inhoud van
het koffertje dat de minister van Financiën op Prinsjesdag omhoog zal
houden. Ik dank u daarvoor heel hartelijk.
Het kabinet beseft dat het `meedoen' van burgers en organisaties
cruciaal is bij het realiseren van ambities op het gebied van duurzame
ontwikkeling. Ook voor de uitvoerbaarheid en kwaliteit van concrete
maatregelen is het belangrijk om de samenleving al in een vroeg
stadium te betrekken bij beleid. Ik heb mij daarom voorgenomen om geen
nieuwe VROM-regel meer te laten passeren, zónder toets vooraf van de
mensen die hem moeten uitvoeren en handhaven.
VROM heeft al veel ervaring met `stakeholders'. Rond gebiedsgerichte
ruimtelijke ontwikkelingsprojecten brengen we alle partijen om tafel.
Woonbeleid voor jongeren, ouderen, zorgbehoevenden en andere
doelgroepen wordt in samenspraak ontwikkeld en in de stedelijke
vernieuwing kiezen we voor een aanpak waarin de sociale component net
zo belangrijk is als de fysieke.We besteden daarbij veel aandacht aan
openheid rond plannen en procedures. Ik bezoek zelf alle 56
stadswijken die met voorrang worden verbeterd. Want een gesprek met
bewoners op straat vertelt vaak meer dan dikke nota's. VROM betrekt
overigens ook al jaren maatschappelijke organisaties bij het
milieubeleid door middel van subsidie voor maatschappelijke- en
milieuorganisaties (SMOM).
Op dit moment wordt in het kader van het Programma Andere Overheid van
collega Thom de Graaf ook door VROM gewerkt aan een betere
dienstverlening aan burgers. Bijvoorbeeld door adequater op
burgerbrieven en -mails te reageren en door actieve openbaarmaking van
informatie. Veel aandacht gaat uit naar het toegankelijk maken van de
VROM website en de mogelijkheden om te reageren op alles wat er uit
het departement komt. Ook op die manier wil VROM een bijdrage leveren
aan het `meedoen', één van de centrale thema's uit het regeerakkoord.
Om het VROM beleid meer te laten aansluiten bij wat burgers beweegt,
is er sinds 2002 ook een stimuleringsprogramma Beleid met Burgers. Op
het gebied van beleid met betrekking tot gevaarlijke stoffen en
risico's, maar ook rond gezondheid en milieu, zijn inmiddels burgers
ingeschakeld. Bij de voorstellen tot terugdringen en vereenvoudigen
van de VROM-regelgeving is een beroep gedaan op gemeenteambtenaren die
de uitvoeringspraktijk goed kennen.
Om deze aanpak meer structureel in de VROM-organisatie te verankeren,
is dit jaar ook geëxperimenteerd met een heus Burgerplatform. De
eerste ronde ging over leefbaarheid en stedelijke vernieuwing. Op dit
moment loopt er een tweede ronde over prioriteiten in de handhaving
van regels, een onderwerp dat alle burgers aangaat. Ik zal bezien of
het Burgerplatform een vast onderdeel van VROM kan gaan worden. De
eerste ervaringen zijn in ieder geval veelbelovend.
VROM gaat binnenkort nog verder. Deze herfst nog gaat mijn departement
actief op zoek naar wat de burger van VROM wil en verwacht. Deze
VROM-brede verkenning van de Publieksagenda is nieuw, spannend en wat
mij betreft niet vrijblijvend. VROM zal met betrekking tot de duurzame
kwaliteit van de leefomgeving actief de medewerking van burgers
vragen. Bij deze samenwerking zullen we ook kijken naar initiatieven
van onderop.
Het Actieprogramma Duurzame Ontwikkeling, waarvoor mijn collega Pieter
van Geel coördinerend bewindspersoon is, wil duurzame ontwikkeling
steeds meer vanzelfsprekend laten zijn bij alles wat de rijksoverheid
doet. Tegelijkertijd willen we anderen inspireren om initiatieven te
nemen. Een goed voorbeeld hiervan is het programma Leren voor Duurzame
Ontwikkeling van enkele ministeries, onderwijs- en kennisinstellingen
samen.
Tot slot:
Zoals ik al eerder aangaf: meedoen is belangrijk. Voor ieder individu
en voor een gezonde en duurzame samenleving. Meedoen om van onderop
duurzame doelen te bereiken en om de ambities en doelstellingen van de
overheid te helpen realiseren. Dit koffertje staat bol van
ontwikkelkracht voor duurzaamheid. Ik neem het dan ook met veel
plezier in ontvangst.
U heeft mij gevraagd de inhoud van de koffer voor te leggen aan mijn
collega's en aan de leden van de 1e en 2e kamer.
Ik denk dat zij net zo als ik vol spanning uitkijken naar de inhoud.
Wij komen hierop terug en laten weten wat we van de inhoud vinden.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer