Vereniging VNO-NCW

opinies: persberichten

"Aan de slag met innovatie" Versterking rol HBO in de kenniscirculatie met het MKB

08 september 2004 - Voorzitter Jacques Schraven van ondernemingsorganisatie VNO-NCW overhandigt vandaag mede namens de HBO-Raad het rapport "Aan de slag met innovatie" aan premier Balkenende als voorzitter van het InnovatiePlatform. Het rapport bevat aanbevelingen om in het HBO ontwikkelde kennis te benutten in het MKB (kenniscirculatie). Het rapport is opgesteld onder voorzitterschap van ir. Jan Reneman, voorzitter van de ONRI en lid van het dagelijks bestuur van VNO-NCW.

Aanleiding voor het initiatief van VNO-NCW en HBO-Raad is om iets te doen aan de zogeheten kennisparadox: er wordt veel kennis ontwikkeld, maar we slaan er te weinig munt uit. In aanvulling op de rol van universiteiten en de technologische topinstituten bepleit het rapport om meer gebruik te maken van de know how van hogescholen, vooral als het gaat om het ondersteunen van MKB-bedrijven bij hun ontwikkeling. In het rapport worden twee pijlers voor ondersteuning uitgeweekt.

De eerste is ondersteuning via het onderwijs. Stages, afstudeeropdrachten, stagebegeleiding, moeten uiteraard blijven passen bij de onderwijsdoelen. Maar ze kunnen ook ingezet worden om bedrijven bij hun ontwikkeling en innovatie te ondersteunen. De tweede is via vormen van dienstverlening door de hogeschool. Door toegepast onderzoek in de sfeer van ontwerp en ontwikkeling kunnen hogescholen bedrijven helpen om praktische problemen op te lossen.

Deze aanpak zal voor drie partijen het nodige werk en verandering met zich meebrengen.

Hogescholen zullen het aspect van kenniscirculatie mee moeten nemen in hun strategisch beleid. Zij zullen deze taak ook regionaal moeten verankeren met partners in de regio. Naast intensivering van directe contacten met ondernemers, pleiten VNO-NCW en HBO-Raad er ook voor dat iedere hogeschool met belanghebbenden een "Raad van Advies voor de Kenniscirculatie" inricht. Zonder voor een dergelijke raad een landelijke blauwdruk te schetsen. Beide organisaties willen er geen bureaucratie omheen. De regio moet het wederzijds belang inzien en dit omzetten in een krachtig netwerk waarin de behoeften van bedrijven kunnen worden gekoppeld aan aanbod en dienstverlening door de hogescholen," aldus de organisaties.

Ondernemingen in het MKB, in elk geval de top en de subtop, moeten een hoger ambitieniveau in hun contacten met hogescholen nastreven. Bij stages en afstudeerprojecten worden dan naast de opleidingsdoelen ook de ondernemingsdoelen betreffende groei en innovatie ingebracht, en vertaald naar concrete projecten en opdrachten. Brancheorganisaties kunnen ontwikkelingen in de branche vertalen naar projecten en daarmee het hoger beroepsonderwijs benaderen.

De overheid, in het bijzonder OCW en EZ, kan een belangrijke stimulerende rol spelen. Het lectoraat in het HBO is een goed voorbeeld van stimulering langs de onderwijslijn. Hetzelfde geldt voor het RAAK-programma van OCW, waarbij de vorming van regionale kennisnetwerken onderwijs-bedrijfsleven wordt gestimuleerd. EZ kan in zijn stimuleringsprogram voor innovatie systematisch ook de hogescholen als aanbieders positioneren. Uiteraard voorzover het niet gaat om fundamenteel onderzoek, maar om praktijkgerichte ontwerp- en ontwikkelopdrachten. De innovatievouchers zijn daarvan een voorbeeld.

Volgens VNO-NCW voorzitter Schraven zullen zowel de hogescholen zelf, de bedrijven, als de overheid moeten wennen aan de nieuwe aanpak. Hij stelde voor om de rol en wederzijdse verplichtingen van zowel hogescholen, bedrijfsleven als overheid, ,vast te leggen in een tripartiet convenant.

In samenwerking met: HBO-Raad

contact: communicatie@vno-ncw.nl | telefoonnummer: 070 349 01 67 | fax: 070 349 01 77