Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DL. 2004/2625
datum
08-09-2004

onderwerp
Isovlas en Hempflax
TRC 2004/6151

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Met deze brief informeer ik uw Kamer zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg (AO) implementatie Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en agrificatie d.d. 24 juni 2004 over: 1. de mogelijkheden om het gebruik van vlas in de bouw van rijksgebouwen te bevorderen;
2. de situatie rondom Hempflax.

datum
08-09-2004

kenmerk
DL. 2004/2625

bijlage

Vlasisolatie in rijksgebouwen
In mijn brief van 22 juni 2004, Kamerstuk 28625 nr. 18, heb ik u verwezen naar het ministerie van VROM waar het gaat om de toepassing van vlas als isolatiemateriaal bij rijksgebouwen. Tijdens het AO op 24 juni 2004 is vanuit de vaste Kamercommissie van LNV gevraagd na te gaan of er mogelijkheden zijn om het gebruik van vlas in de bouw van overheidsgebouwen te bevorderen en de Kamer hierover te informeren.
Op grond van contacten met het ministerie van VROM kan ik de Kamer berichten dat:
* Het ministerie van VROM, met haar milieubeleid aangaande de gebouwde omgeving, een vermindering van de milieubelasting door gebouwen stimuleert en daarmee ook het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen. Op grond hiervan worden bouwers gestimuleerd om materialen te gebruiken waarmee ze onderling afgesproken milieuprestaties kunnen realiseren. Het is niet aan VROM om één bepaald materiaal voor te schrijven, terwijl er ook andere materialen zijn waarmee deze milieuprestaties gehaald kunnen worden;
* VROM geen invloed heeft op de materiaalkeuze bij de bouw van overheidsgebouwen met uitzondering van rijksgebouwen; * VROM en dan met name de Rijksgebouwendienst (Rgd) geen voorkeuren uitspreekt voor de toe te passen specifieke (isolatie)materialen bij het ontwerpen en bouwen van rijksgebouwen. De Rgd hanteert voor te bouwen rijksgebouwen in principe prestatie-eisen. Alleen als de opdrachtgever de voorkeur uitspreekt voor een specifieke materiaaltoepassing en deze toepassing geen belemmeringen oplevert met betrekking tot de aanbesteding en de kosten, worden deze wensen in de uitwerking meegenomen. Dit is echter geen garantie dat bedoeld specifiek materiaal wordt toegepast, daar de aannemer altijd een gelijkwaardig alternatief mag voorstellen.

Publicatie
LNV heeft in 2003, samen met V&W en VROM een publicatie uitgebracht: 'Hernieuwbare grondstoffen, tien leverbare producten'. Isolatievlas is één van de tien producten die op deze wijze onder de aandacht van consument, opdrachtgever, architect of aannemer worden gebracht.

Platform duurzaamheidscriteria producten
VROM is onlangs in samenwerking met EZ en LNV een project gestart om te komen tot een platform voor duurzaamheidscriteria voor producten. Op basis van duidelijke cijfers kan dan het onderscheid tussen producten zichtbaar worden en daarmee wordt de marktpositie van de betreffende producten transparanter.

Hempflax
In mijn antwoord op de vragen van de leden Atsma en Scheijer-Pierik d.d. 3 mei 2004 ben ik reeds kort ingegaan op de problematiek rondom vezelhennep geteeld in 2003 voor Hempflax. In mijn antwoord op de vragen van lid Van Velzen, d.d. 3 mei 2004, heb ik mijn mening gegeven ten aanzien van vezelhennepteelt in de Veenkoloniën en in mijn antwoord op het verzoek van VC-LNV, d.d. 22 juni 2004 heb ik mijn beleid ten aanzien van agrificatie en meer specifiek ten aanzien van vlas en hennep weergegeven. In aanvulling daarop geef ik hieronder een korte weergave van de situatie rondom Hempflax, voorzover mij bekend.

De teelt van vezelhennep en de verwerking daarvan in de laatste decennia vinden hun grondslag in de LNV-agrificatieprogramma's van eind jaren tachtig.
De markt is tot op dit moment minder groot gebleken dan destijds werd verwacht. De afzet van hennepvezel vindt vooral plaats naar de papierindustrie. De houtachtige delen worden vooral afgezet in de vorm van strooisel.
De stichter en financier van HempFlax, de heer Dronkers, heeft bij de start van het bedrijf in Oude Pekela IPR (EZ-subsidie) gekregen. De teelt wordt ondersteund via de EU-steunverlening akkerbouwgewassen. De verwerking wordt ondersteund door een gemeenschappelijke marktverordening voor vezelvlas en hennep.
Na een aanvankelijke groei in oppervlakte ontstond stagnatie in de omvang van de teelt.
In 2002 en 2003 was de omvang weer op het oude niveau van 1000-1500 ha. De omvang van de teelt volgt in belangrijke mate de afzetmogelijkheden in de markt.
In 2004 zijn geen nieuwe teeltcontracten afgesloten omdat er nog voldoende hennep aanwezig is voor verwerking.

Problemen 2003
De AID heeft in 2003 bij controles op het veld onrechtmatigheden ontdekt. Er werd een ander ras geteeld dan in het contract stond vermeld. Daarbij was het uitgezaaide zaad niet altijd gecertificeerd. Het zaaizaad was geleverd door Hempflax. Op basis van het communautaire geïntegreerde beheer- en controle systeem van de EU zijn 26 van de 98 telers daardoor gekort op de ondersteuningsbedragen. Van de ongeveer 1400 ha komt 450 ha niet in aanmerking voor uitbetaling. In een aantal gevallen heeft dat een doorwerking naar de uitbetaling van gewassen van de akkerbouwregeling in 2003 en volgende jaren. De getroffen telers hebben bezwaar aangetekend tegen de afwijzing of korting van de ondersteuning.

In de media is de afgelopen periode aangegeven dat HempFlax de verwerking van vezelhennep in Oude-Pekela zou willen beëindigen en voort zou willen zetten in Duitsland. Wanneer de activiteiten worden gestopt, worden 25 tot 30 medewerkers ontslagen. De heer Dronkers geeft nu aan Hempflax in Oude-Pekela, in tegenstelling tot eerdere berichten, niet te gaan sluiten. De kapitaalvernietiging is daarvoor volgens hem te groot. De steun voor investeringen in Duitsland waarmee geschermd is, is gebaseerd op stimulering van de werkgelegenheid in kansarme gebieden. De hoogte van de steun is afhankelijk van de urgentie. Op basis van dezelfde gronden zou de heer Dronkers overigens ook in de gemeente Pekela bij uitbreiding van de verwerkingslijn in aanmerking komen voor ondersteuning met overheidsmiddelen (IPR).

De overheid heeft de teelt en verwerking van vezelhennep de afgelopen jaren ondersteund via onderzoek, startsubsidies, EU-steun voor de teelt, EU-steun voor de verwerking en middels voorlichting (ook hennepproducten zijn opgenomen in de reeds genoemde publicatie van LNV, V&W en VROM: 'Hernieuwbare grondstoffen, tien leverbare producten'). Ik ben van mening dat daarmee de overheid een passende inzet heeft gedaan en doet. De marktpartijen bepalen nu gezamenlijk hoe de teelt, verwerking en toepassing van hennep zich in Nederland verder ontwikkelt.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


---