Fontys


Fontysstudent lost eeuwenoud wiskundig probleem op

Geert-Jan Uytdewilligen, vierdejaarsstudent aan Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen in Eindhoven heeft een formule bedacht voor het classificeren van de nulpunten van polynomen van welke graad dan ook. Wiskundigen waren tot dusver niet verder gekomen dan de zesde graad.
donderdag 9 september 2004 door
Een polynoom is een wiskundige vergelijking waarin zowel een vermenigvuldiging als machtsverheffing voorkomt, bijvoorbeeld: y = x²
-2x -3. Door een willekeurig getal voor de x in te vullen, kun je de y uitrekenen en zo punt voor punt de bijbehorende figuur tekenen. In dit geval levert dat een parabool op. Deze parabool snijdt op twee plaatsen de x-as, de nulpunten (op die plaatsen is y nul). Door de parabool te tekenen, kun je de nulpunten aflezen, maar je kunt ze ook uitrekenen. Bij eenvoudige (tweedegraads-)vergelijkingen zoals deze kan dat met de zogenaamde abc-formule. Voor meerderegraads vergelijkingen, waarin x tot de derde, vierde of nog meer voorkomt, heb je echter een andere formule nodig. Tot nu toe waren wiskundigen er slechts in geslaagd een formule te vinden voor vergelijkingen tot de zesde graad. Geert-Jan Uytdewilligen komt nu met een enorme wiskundige doorbraak: hij heeft een formule bedacht voor vergelijkingen van welke graad dan ook.

Het wiskundig probleem van het uitrekenen van nulpunten bestaat al sinds het Middenrijk van Egypte. Pas tijdens de Renaissance werd het derdegraadspolynoom opgelost door Gerolamo Gardano(1501-1576). Ferrari(1522-1565) loste het vierdegraadspolynoom op. Galois(1811-1832) classificeerde vervolgens de `oplosbare' vijfdegraadspolynomen met zijn groepentheorie en stierf een maand na publicatie door een nooit opgehelderde aanslag. Bring was de eerste die het vijfdegraadspolynoom oploste.

Geert-Jan Uytdewilligen deed er twee jaar over om tot zijn oplossing te komen. `Ik voelde me altijd thuis in het denken in abstracties', vertelt hij. `Op een gegeven moment werd in de wiskundeles de parabool behandeld. Vanaf dat moment begon ik me te interesseren voor de puur algebraïsche problematiek die daaruit voortvloeit. Vooral de hogegraadsvergelijking van de nulpunten intrigeerde me, omdat wetenschappers hier al sinds eeuwen een oplossing voor proberen te vinden. Het was voor mij een uitdaging om dit probleem, dat puur theoretisch is, op te lossen.'