Algemeen Verbond Bouwbedrijf


Nieuwsbericht

Niet één pensioenleeftijd

9 september 2004 In de toekomst zal geen sprake meer zijn van één pensioenleeftijd voor iedereen, maar van een scala aan mogelijkheden, binnen gemeenschappelijk vastgestelde grenzen. Leeftijd en hoogte van het pensioen zijn dan afhankelijk van persoonlijke keuzes. Dat sluit enerzijds aan bij de noodzaak tot versobering van de gegroeide situatie en anderzijds bij de wens tot individueler regelingen.

Dit beeld wordt geschetst in het openingsverhaal van BouwNieuws dat zaterdag verschijnt waarin de huidige situatie rond het vroegpensioen aan de orde komt.
De beladen en ingewikkelde problematiek dreigt versimpeld te worden tot voor of tegen het kabinet. De vroegpensioendiscussie is eerder een zaak van vele grijstinten dan van zwart-wit tegenstellingen, ook in de bouwsector.

Nog altijd is niet duidelijk waar het kabinet precies staat, constateert het AVBB. De ene proefballon is nog niet doorgeprikt of de volgende wordt opgelaten. Dat bevordert niet bepaald een klimaat van vertrouwen.
Het AVBB onderstreept de noodzaak van langer doorwerken voor het behoud van onze economische welvaart. De huidige collectieve vroegpensioenregeling zal verdwijnen. De toekomst kent geen grote groepen eind-vijftigers die kunnen stoppen met werken. De reguliere pensioenleeftijd wordt 65 jaar.

Bij dit algemene uitgangspunt zet het AVBB wel enkele kanttekeningen. Het werk in verschillende beroepen en sectoren is niet allemaal even zwaar, hoewel een objectieve maatstaf ontbreekt. Daarnaast beginnen werknemers insectorenalsdebouwopjongereleeftijdmetwerken.Het zou goed zijn als deze factor een plaats in de discussie krijgt, vindt het AVBB, zonder er nu al een getal aan te willen koppelen.

In elk geval moet er een goede overgangsregeling komen voor de huidige werknemers. In lijn met VNO-NCW pleit het AVBB voor een ruime overgangstermijn, met een onderscheid voor werknemers onder en boven de vijftig jaar.

Bron
AVBB