Personele uitgaven aan hogere ambtenaren van het Ministerie van OCW

De Algemene Rekenkamer heeft op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een onderzoek uitgevoerd naar de personele uitgaven aan hoge ambtenaren op dit departement.

Conclusies
De personeelsadministratie voor hoge ambtenaren bij OCW is over de hele linie niet op orde. De Algemene Rekenkamer heeft veel fouten aangetroffen in de personeelsdossiers. Zo houdt het departement zich niet goed aan wetgeving die geldt bij de aanstelling van hoge ambtenaren. Negen ambtenaren kregen bij hun aanstelling een hogere salarisschaal dan de functie toelaat. Verder ontbreken vaak gegevens in de dossiers, waardoor moeilijk na te gaan is door wie, wat, wanneer en aan wie is toegekend. Het gaat bijvoorbeeld om het ontbreken van een Koninklijk Besluit (9 keer) en besluiten voor extra salarisverhoging (11 keer).

Ministeries mogen zelf de hoogte van toeslagen bepalen. Het Ministerie van OCW heeft zelf als norm gesteld dat medewerkers jaarlijks niet meer dan EUR 2.500 aan eenmalige toeslagen mogen ontvangen. De Algemene Rekenkamer constateert dat OCW vaak en zonder nadere motivering in strijd handelt met deze regel.

Er zijn momenteel binnen de overheid geen bepalingen die voorkomen dat afvloeiingsregelingen onnodig duur worden. Wel heeft het kabinet in 1996 een gedragslijn ingesteld. Deze houdt in dat een minister tijdens de onderhandelingen met een werknemer tijdig een deskundige inschakelt, bijvoorbeeld de Landsadvocaat of een jurist van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Ministerie van OCW heeft van januari 2001 tot juni 2004 12 keer een vertrekregeling opgesteld. Het ministerie sloot vertrekregelingen af waarbij werknemers geen of nauwelijks financieel nadeel ondervonden van het ontslag. Ook werd er door het ministerie geen onafhankelijke toets uitgevoerd bij het opstellen van deze regelingen.

Reactie bewindslieden
De minister van OCW erkent dat de personeelsdossiers niet allemaal op orde zijn. Ze zegt toe de administratieve fouten en juridisch-technische onjuistheden te herstellen en geeft aan dat dit deels al is gebeurd. Daarnaast zegt ze vele verbeteracties toe. De minister van BZK zegt in zijn reactie toe om begin 2005 een besluit te nemen over de rolverdeling bij vertrekregelingen tussen zijn ministerie en die van de vakministeries.

Stand van zaken
Het rapport is op 9 september 2004 naar Tweede Kamer gestuurd.