Partij van de Arbeid


Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040


Den Haag, 9 september 2004


Vragen van het lid Dijksma (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Economische Zaken


over de hoogte van hoofdsteunen in auto s


1. Het is u waarschijnlijk bekend dat Nederlanders de langste mensen ter wereld zijn, maar bent u zich er ook van bewust dat dit zou moeten leiden tot aanpassingen in (Europese) regelgeving betreffende minimale hoofdsteunhoogten in auto s? Waarom wel/niet?


2. Om concreter te zijn, vindt u niet dat Europese regels met betrekking tot normhoogten voor hoofdsteunen gedateerd zijn, omdat volgens de EG-richtlijnen 78/932 uit 1978 en 96/37 uit 1986 de minimumhoogte van een hoofdsteun in een auto 70 centimeter vereist en het (vrijwillige) ECE-reglement 25 75 centimeter voorschrijft, terwijl 85 centimeter de Nederlandse lengtemaat beter zou accommoderen en 95 procent van de Nederlandse mannen en vrijwel alle vrouwen voldoende zou beschermen? Waarom wel/niet?


3. Hoe oordeelt u over het feit dat metingen aantonen dat in 21 procent van de auto s met de hoofdsteun nog geen 75 centimeter bereikt kan worden, 62 procent van de hoofdsteunen de hoogte van tussen 75 en 79 centimeter kan bereiken en slechts 17 procent van de auto s de hoofdsteun boven de 80 centimeter uitkomt?


4. Bent u van mening dat de maatschappelijke kosten van chronische (nek)klachten bij inzittenden door auto-ongevallen, geschat door Stichting Achmea in 2001 op vijf tot tien miljard euro, geen beleidsimpuls rechtvaardigen, ook gezien het feit dat hoofdsteunen in Nederlandse auto s niet eens verplicht zijn?


5. Wat heeft de Nederlandse regering gedaan met de uitkomsten van diverse onderzoeken (zie voetnoot 2) te voorkoming van nekletsels door auto-ongevallen? Wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met het bedrijfsleven en welke resultaten zijn daarbij geboekt? Of in hoeverre maken hoofdsteunen deel uit van het botsveiligheidprogramma Euro-NCAP waaraan door het ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt deelgenomen, en dan vooral ook tests over achteraanrijdingen?


6. Bent u bereid om in Europees verband en als Europese voorzitter erop aan te dringen om maatregelen te treffen om tot een minimale, verplichte, hoofdsteunhoogte te komen van 85 centimeter, alsook andere maatregelen, zoals veilig(er) autostoelen met vaste hoofdsteun, om het aantal nekletselslachtoffers te reduceren? Waarom wel/niet?


7. Als u het Europese beleid over hoofdsteunhoogte niet wenst (of niet kan) aanvechten, geeft dan het feit dat bij 75 procent van de automobilisten hun hoofdsteun niet correct is afgesteld (nalatig, te laag), geen aanleiding om ten minste nationale maatregelen in te voeren, zoals adequate consumenteninformatie, bijvoorbeeld bij de (ver)koop van een auto of voorlichting, bijvoorbeeld tijdens de rijopleiding? Waarom wel/niet?


8. Om vraag 5 nog specifieker te maken, hoe denkt u over het instellen van een informatieplicht van de fabrikant/importeur waarbij deze aangeeft tot welke lengte hun auto in Nederland geschikt is?


Nederlanders langste volk, in: De Telegraaf 15 juni 2004


Deze cijfers komen uit verschillende SWOV publicaties (R-96-43, 1996; SWOV-Schrift 85, maart 2001), rapporten van TNO (rapport 96.OR.BV.050.0/EJ 1996), en het rapport Preventie van whiplashletsels bij achteraanrijdingen van Stichting Achmea (2001), die alleen gaan over veiligheid en hoofdsteunen.


Zie de verschillende aangegeven rapporten onder voetnoot 2.