Ingezonden persbericht


Persbericht

46 duizend vormgevers dragen 2,6 miljard bij aan nederlandse economie

vormgeving belangrijk voor innovatie

9 september 2004

Het CBS telt 46.100 vormgevers in Nederland. Bijna driekwart (72%) van de vormgevers werkt in de dienstensector, één vijfde in de industrie en nijverheid en slechts 7% in de non-profit sector. De discipline waarin de meeste van de 46.100 vormgevers werken is de visuele communicatie: 27.400. In productontwerp zijn 13.900 personen actief. In ruimtelijk ontwerp zijn dat er 4.800. Daarmee is het aantal werkzame personen vergelijkbaar met bijvoorbeeld het aantal mensen (53.000) binnen het verzekeringswezen en pensioenfondsen. TNO heeft berekend dat de Nederlandse vormgeving een geschatte toegevoegde waarde heeft van 2,6 miljard euro. Dat is gelijk aan 0,7% van het Bruto Nationaal Product. Deze waarde is gelijk aan die van het Nederlandse vervoer door de lucht en zelfs groter dan de aardolie-industrie die 2,1 miljard per jaar toevoegt. Ook speelt vormgeving een belangrijke rol in innovatie. Van de bedrijven die technologische vernieuwing combineren met vernieuwingen in vormgeving ziet 58% een sterk effect van hun innovaties tegenover 47% van de bedrijven die dat achterwege laten.

Het CBS en TNO trekken bovenstaande conclusies in twee afzonderlijke onderzoeksrapporten, geschreven in opdracht van Premsela, stichting voor Nederlandse vormgeving, en het Ministerie van OCW. Beide onderzoeksinstituten baseren zich op beschikbare gegevensbestanden over de Nederlandse economie. Met deze beide onderzoeken wil de Premsela Stichting een beter inzicht geven in het economische belang van vormgeving in Nederland. Dat belang is tot nu toe, in vergelijking met de culturele dimensie, onderbelicht gebleven.

Vormgeving is op een bijzondere manier vervlochten in de Nederlandse economie. Het onderzoek van CBS wijst uit dat een groep van ruim 19.500 ontwerpers werkt bij gespecialiseerde bureaus in productontwerp of ruimtelijk ontwerp, die hun diensten aanbieden aan allerlei soorten bedrijven en instellingen. Deze ontwerpers werken in veel gevallen bij marketing-communicatiebureaus, bureaus die zich toeleggen op interieur- en modeontwerp, en architecten- en technisch ontwerpbureaus. Zij worden ingeschakeld door bedrijven en instellingen wanneer er een specifieke vormgevingsbehoefte bestaat. Die instellingen en bedrijven beschikken zelf niet over die vormgevingsexpertise. TNO heeft berekend dat van deze gespecialiseerde bureaus de marketingcommunicatiebureaus in economische zin het belangrijkst zijn. Ontwerpers in dienst van marketingcommunicatiebureaus realiseren 20% van de totale 2,6 miljard euro die binnen de vormgevingseconomie wordt verdiend. Een grotere categorie vormgevers is werkzaam binnen bedrijven en sectoren die een permanente behoefte hebben aan vormgeving en daarom ontwerpers in dienst nemen. Dat zijn er zo'n 25.600 in getal. Sectoren waar veel ontwerpers werken zijn de uitgeverijen en drukkerijen, de groothandel en handelingsbemiddeling, en de detailhandel. Ontwerpers in deze sectoren zijn samen verantwoordelijk voor bijna een kwart (624 miljoen euro) van de totale toegevoegde waarde in de vormgevingseconomie.

Bedrijven die technologische vernieuwingen combineren met vernieuwingen in vormgeving ervaren over het algemeen een groter effect van innovatie op hun concurrentiepositie dan bedrijven die dit niet hebben gedaan. De sectoren waar dit in het bijzonder voor geldt zijn: de basismetaal, de voedings- en tabaksindustrie, de textiel- en leerindustrie en de sector vervoer, post en telecommunicatie. Deze conclusie onderstreept dat innovatie in de huidige ervaringseconomie zich niet moet beperken tot technische en functionele aspecten van product- en dienstenontwikkeling. Gebruiksvriendelijkheid, maar vooral ook symbolische en lifestylewaarde van producten en diensten worden steeds belangrijker in de concurrentiestrategie van bedrijven en instellingen. Vormgeving speelt daarin een cruciale rol.

Met de huidige stand van de gegevens is het nog niet mogelijk vast te stellen in welke mate de ontwerpers aan export doen. Wel blijkt dat de sectoren waarin de vormgevers sterk vertegenwoordigd zijn, zoals de reclame en de uitgeverijen en drukkerijen, in vergelijking met de rest van het bedrijfsleven, minder exporteren. Dit is gezien de taal- en cultuurgebondenheid van de producten en diensten van deze bedrijfstakken niet verwonderlijk.