van mijn bezoek aan Indonesië
Kamerbrief inzake verslag van mijn bezoek aan Indonesië
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
9 september 2004
Behandeld
Frank Keurhorst
Kenmerk
DAO/674/04
Telefoon
070-348 5655
Blad
1/3
Fax
070-348 5323
Bijlage(n)
E-Mail
frank.keurhorst@minbuza.nl
Betreft
Verslag van mijn bezoek bezoek aan Indonesië
Hierbij doe ik u verslag van mijn bezoek aan Indonesië, dat van 25 tot
en met 27 augustus jl. plaatsvond.
De gesprekken die ik voerde verliepen in een zeer hartelijke en
constructieve sfeer. Ik sprak met de Indonesische President Megawati,
met minister van Buitenlandse Zaken Nur Hassan Wirajuda, alsmede met
presidentskandidaat Susilo Bambang Yudhoyono. Voorts heb ik met
diverse vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties,
wetenschap en bedrijfsleven uit Indonesië van gedachten gewisseld over
de situatie in Indonesië en de toekomstige richting van de relatie met
Indonesië.
Het grote belang dat de EU en Nederland hechten aan goede betrekkingen
met Indonesië, heb ik bij alle gesprekspartners onder de aandacht
gebracht. De wens om de relatie te intensiveren leeft zowel bij
Indonesische regering als bij de Nederlandse regering en binnen de EU.
Als volgende stap zal ik als Voorzitter van de EU op 28 oktober dit
jaar een ministerieel troika-bezoek aan Indonesië leiden.
De bilaterale relatie met Indonesië is zeer breed. Tijdens mijn
gesprekken heb ik me noodgedwongen moeten beperken tot een aantal
onderwerpen. De bestrijding van terrorisme blijft een belangrijk
aandachtspunt; de Nederlandse regering wil hierbij behulpzaam zijn in
de vorm van technische assistentie en financiële steun via het Jakarta
Centre for Law Enforcement Cooperation. Op het terrein van maritieme
veiligheid is gesproken over piraterijbestrijding en kustbewaking,
waarbij regionaal de krachten worden gebundeld om de piraterij in de
Straat van Malakka te bestrijden. Samenwerking om de gematigde islam
in Indonesië te versterken zal nader worden uitgewerkt, bijvoorbeeld
door het toekennen van extra beurzen, door samenwerking met de
grootste Indonesische moslimorganisaties Nahdlatul Ulama (NU) en
Muhammadiyah uit te breiden en door het basisonderwijsprogramma te
intensiveren. Concrete steun is toegezegd aan een door de Indonesische
regering te organiseren conferentie om de dialoog tussen Europa en
Azië met betrekking tot de islam te bevorderen.
Voorts heb ik gesproken over de handelsrelatie met en het
investeringsklimaat in Indonesië, waarbij gesprekspartners het erover
eens waren dat corruptiebestrijding en een stevig juridisch kader voor
investeerders in Indonesië van groot belang zijn voor verdere
economische ontwikkeling.
Ik heb mijn gesprekspartners gefeliciteerd met het tot nu toe rustige
verloop van de parlements- en presidentsverkiezingen, met de hoge
opkomst (84% bij de parlements- en 79% bij de eerste ronde van de
presidentsverkiezingen) en met de geslaagde logistieke organisatie van
de verkiezingen (bijna 600.000 stembureau's). Dit was ook het oordeel
van de EU-waarnemersmissie bij de verkiezingen. Ik heb mijn vertrouwen
uitgesproken ten aanzien van het verdere verkiezingsproces.
Ten aanzien van de intensivering van de bilaterale betrekkingen met
Indonesië werd tenslotte een Memorandum of Understanding ondertekend.
Met betrekking tot de implementatie van de Speciale Autonomiewet (SAL)
voor Papoea heb ik de zorgen van de Nederlandse regering en van de EU
over de trage implementatie nadrukkelijk onder de aandacht van de
Indonesische regering gebracht. Mijn gesprekspartners gaven aan dat de
Indonesische regering gecommitteerd is aan de SAL, zowel in Atjeh als
in Papoea. Daarbij werd mij duidelijk gemaakt dat de SAL niet in
verband moest worden gebracht met de in- of opdeling van Papoea,
hetgeen een kwestie van administratie en effectief bestuur zou zijn.
Het Papoea Volkscongres (MRP), zoals voorzien in de Speciale
Autonomiewet, zou eveneens worden geïnstalleerd.
Het onderzoek naar de `Act of Free Choice', uitgevoerd door het
Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, ligt in Indonesië zeer
gevoelig, juist omdat het door de Nederlandse regering is
gesanctioneerd en betaald. Volgens Indonesië zou het door voorstanders
van de onafhankelijkheid van Papoea voor politieke doeleinden
misbruikt
kunnen worden en de eenheidsstaat Indonesië ondermijnen. Ik heb mijn
gesprekspartners verzekerd dat de Nederlandse regering de territoriale
integriteit van Indonesië volledig respecteert en dat het een
academische studie betreft waaraan de Nederlandse regering zich niet
politiek gebonden acht.
Gesprekspartners gaven aan dat de situatie in Atjeh de afgelopen
maanden was verbeterd. Militaire rechtbanken zijn ingesteld om
schendingen van de mensenrechten door militairen te berechten. De
gouverneur van Atjeh is wegens vermeende corruptie op non-actief
gesteld. Ik heb niettemin mijn zorg geuit over voortdurende
berichtgeving over burgerslachtoffers en de gebrekkige toegang tot de
provincie. Ik heb aangedrongen op het op korte termijn toelaten van
EU-diplomaten. Minister Wirajuda zegde mij toe hiernaar te zullen
kijken.
Ik heb namens de EU onze zorg uitgesproken over het verbreken van het
de facto moratorium op de doodstraf en erop gewezen dat ook een
Nederlandse staatsburger de doodstraf te wachten staat.
Gesprekspartners wezen mij erop dat de druk van de publieke opinie in
Indonesië om de doodstraf daadwerkelijk toe te passen voor met name
drugsdelicten, groot was.
Over het ongedaan maken door het Indonesische Hof van Beroep van de
eerder door het Ad Hoc Tribunaal voor Oost Timor opgelegde straffen
heb ik eveneens namens de EU mijn grote teleurstelling uitgesproken.
Ik heb het belang onderstreept van steun aan initiatieven van de SG VN
om te komen tot een follow-up mechanisme voor de processen van het
tribunaal en de rechtsgang in Timor Leste. Indonesië bleek hier echter
niet over te zijn geconsulteerd en zou daar ook grote bezwaren tegen
hebben. Volgens gesprekspartners had Timor Leste zelf aangegeven geen
follow-up van het Ad Hoc Tribunaal te willen. Over
mensenrechtenkwesties in het algemeen was de Indonesische regering van
mening dat verzoening meer voor de hand zou liggen dan berechting.
Ten aanzien van mijn onvrede over de voortgang van de zaak Thoenes
werd geantwoord dat de zaak door de openbare aanklager nog immer niet
was gesloten, omdat deze van mening bleef dat er meer bewijsmateriaal
nodig was om tot berechting over te kunnen gaan.
Minister voor Buitenlandse Zaken
Ministerie van Buitenlandse Zaken