CBS

Bezit pensioenfondsen en verzekeraars vrijwel onveranderd in tweede kwartaal

Het totale bezit van de pensioenfondsen en verzekeraars is in het tweede kwartaal van 2004 nauwelijks veranderd ten opzichte van het eerste kwartaal. In totaal hadden deze instellingen 830 miljard euro op hun balans staan. Het bezit van aandelen en obligaties nam met 10 miljard toe. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Bezit pensioenfondsen stijgt licht, kleine afname bij verzekeraars

De waarde van de bezittingen van de pensioenfondsen steeg in het tweede kwartaal van 2004 licht met ruim 2 miljard euro tot bijna 516 miljard euro. Het bezit van de verzekeraars nam daarentegen met ruim 1 miljard euro af tot 314 miljard euro. Per saldo is het bezit van deze financiële instellingen in het tweede kwartaal een fractie toegenomen tot 830 miljard. Over het eerste halfjaar van 2004 is het bezit van de pensioenfondsen gestegen met ruim 26 miljard euro en van de verzekeraars met bijna 21 miljard euro.

Aandelen- en obligatiebezit nemen licht toe

Aandelen en obligaties zijn de twee belangrijkste beleggingsposten bij de pensioenfondsen en verzekeraars. In het tweede kwartaal nam het totale obligatiebezit toe van bijna 292 miljard euro tot bijna 295 miljard euro. Deze toename werd volledig gerealiseerd door de verzekeraars, waar het obligatiebezit steeg met 3 miljard euro tot ruim 100 miljard euro. Bij de pensioenfondsen bleef het bezit van obligaties steken op ruim 194 miljard euro.

Het totale bezit van aandelen is toegenomen met bijna 7 miljard euro tot 342 miljard euro. Het grootste deel hiervan is gerealiseerd door de pensioenfondsen, waar het bezit steeg met 6 miljard euro tot 248 miljard euro. Bij de verzekeraars steeg het aandelenbezit met minder dan 1 miljard euro.

Bij de verzekeraars stond tegenover de stijging van het aandelen- en obligatiebezit vooral een afbouw van het bezit in woninghypotheken en onderhandse leningen. Bij de pensioenfondsen stond tegenover de stijging van het aandelenbezit vooral een daling in het bezit van financiële derivaten.

Einde aan koerswinsten

Zowel de pensioenfondsen als de verzekeraars moesten in het tweede kwartaal van 2004 een klein koersverlies van minder dan 1 procent op aandelen incasseren. Daardoor kwam er voorlopig een einde aan de koerswinsten op aandelen, zoals die zich in de vijf kwartalen daarvoor hebben voorgedaan.

Technische toelichting

De gegevens van verzekeraars en pensioenfondsen zijn verkregen door middel van een steekproefonderzoek. Hierbij worden elk kwartaal de balansgegevens en de mutaties in de langlopende beleggingen opgevraagd. Mutaties omvatten aan- en verkopen, koersverschillen of herwaarderingen, en overige mutaties (onder andere overlopende posten en aansluitingsverschillen met het voorgaande kwartaal). Vervolgens worden de gegevens uit het steekproefonderzoek opgehoogd naar een landelijk totaal.

Het totale bezit is gelijk aan het balanstotaal. Het belegd vermogen vormt het grootste deel van de bezittingen. Dit zijn onroerende goederen, obligaties, aandelen, financiële derivaten, leningen, waardepapieren, termijndeposito's en liquide middelen. Een klein deel van de bezittingen zit niet in beleggingen, maar in bedrijfsmiddelen, herverzekerde technische voorzieningen en overige posten.

De kwartaalcijfers over verzekeraars en pensioenfondsen hebben een voorlopig karakter. De cijfers kunnen met het beschikbaar komen van meer informatie nog worden aangepast. De cijfers van het eerste kwartaal van 2004 zijn aangepast.

PB04-143

10 september 2004

9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht